405.
Ter vervulling van de vacatures, ontstaan door het benoemen van de Noodhulp-
Nachtwacht Louw Eekhof tot vaste Nachtwacht, en van een reeds bestaande vacature,
worden benoemd als Noodhulp-Nachtwachts
Hendrik Daan en
Albert van der Werf. 23-12-1848, 2.
Mededeling door Commissaris van Politie, dat hij krachtens machtiging van B.
en W. aan de Noodhulp-Nachtwacht:
Simon Hijlkema, wegens verregaand plichtsverzuim en insubordinatie een schorsing van
3 maanden heeft opgelegd, om daarna te beoordelen of deze verdient verder in functie
te worden gesteld. 9-1-1849, 17.
De oudste Noodhulp-Nachtwacht:
Jan Hendriks Westerhof, wordt benoemd als vaste Nachtwacht, in plaats van Doede Hui-
zinga, die is overleden. 16-10-1850, 21.
Benoemd als Noodhulp-Nachtwachts:
Tiete Huizinga.
Simon Wijnands
Pieter Broower.
Voor infunctietreding moet beëediging voor de Burgemeester plaats hebben.
16-10-1850, 21.
Mededeling door Commissaris van Politie van een straf, opgelegd aan de Hulp-
Nachtwacht: Pieter van den Berg. 22-1-1851, 25.
Mededeling door Commissaris van Politie van straf, opgelegd aan de Hulp-Nacht
wacht s
Johannes Sus en
Tiete Huizenga,
die slapende op hun post zijn aangetroffen. 18-6-1851, 14.
De oudste Noodhulp Nachtwacht:
Ulbe Wieringa, is benoemd als vaste Nachtwacht, in plaats van Marten van der Heide,
die ontslagen is. 27-8-1851, 21.
In plaats van deze benoemd als Noodhulp-Nachtwacht:
Lammert Lammerts Wever.
Voor infunctietreding moet beëediging voor Burgemeester plaats hebben.
27-8-1851, 22.
Financiën Ratelwacht.
Van het' 3/4 voor de stad van de sluitgelden le kwartaal 1826, ad 235,47, is
aan de Noodhulp-Ratelaars uitgegeven 54,29-10-1825, 10.
Bericht door Secretaris, dat van bovengemelde gelden volgens besluit B. en W.
29-10-1825, 10., is uitgegeven aan de Noodhulp-Ratelaars, die de Ratelaars hebben
geassisteerd en aan de Gezworen Wakers 78,68 voor perceptie en surveillance, zodat
bij ontvanger moet worden gestort 102,49^. 1-4-1826, 24.
In verband met het besluit van B. en W. 18-9-1825, 14., waarbij het beheer van
de Ratelaars weer onder B. en W. is gebracht, wordt J. Wierdsma benoemd als Commis
saris om de rekening der Ratelaars op te nemen, bij de stemming voor officieren te
assisteren, en de inspectie op het Tournooiveld te verrichten op Donderdag 20-7-1826.
18-7-1826, 9.
In orde bevonden. 22-7-1826, 6.
Idem op Dinsdag 17-7-1827. 13-7-1827, 40.
Mededeling door Zeper, dat door hem is opgenomen de Rekening 1829/30 der Rate
laars, met batig saldo ad 115,70.
Wapenrusting is in orde bevonden.
Nodig zijn nieuwe ratels, die aan de Stadsbaas zijn opgedragen.
15-7-1830, 9.
Mededeling door P. Zeper, dat op 17-7-1833 door hem is opgenomen de Rekening
1832/33 der Ratelaars, en gesloten met batig saldo van 118,63%terwijl de wapen
rusting in orde is bevonden.
3 nieuwe officieren zijn benoemd in de plaats der aftredenden.
20-7-1833, 19.
Gezworen wakers.
Algemeen.
Zie voor toezicht op en benoeming door de Officieren der Schutterij van de
Gezworen Wakers bij Ratelwacht Algemeen. M7-2-1815.