422. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, die over de grenzen van het Rijk zijn uitgeleid. 13-9-1843, 7. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, die over de grenzen van het Rijk zijn uitgeleid. Toegezonden signalementstaat wordt toegezonden aan Directeur van Politie. 14-10-1843, 2. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, die over de grenzen van het Rijk zijn geleid. 7-11-1843, 1. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, uitgeleid over de grenzen van het Rijk. De overgelegde signalementstaat wordt toegezonden aan Directeur van Politie. 2-12-1843, 1. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, die over de grens van het Rijk zijn uitgeleid. De signalementstaat wordt toegezonden aan Directeur van Politie. 19-12-1843, la. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, uitgeleid over de grenzen van het Rijk. De signalementstaat wordt toegezonden aan Directeur van Politie. 6-1-1844, 2. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, uitgeleid over de grenzen van het Rijk. Bijgevoegde signalementstaat wordt gezonden aan Directeur van Politie. 20-1-1844, 3. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, die over de grenzen van het Rijk zijn uitgeleid. Signalementstaat wordt toegezonden aan Directeur van Politie. 20-2-1844, 1. Missive van Gouverneur, aangaande vreemdelingen, die over de grenzen van het Rijk zijn uitgeleid. Signalementstaat toegezonden aan Directeur van Politie. 5-3-1844, 1. Missive van Gouverneur, aangaande de toelating in de Nederlanden van binnen komende Pruisen. Wordt medegedeeld aan Directeur van Politie. 9-4-1844, 1. Aanschrijving door Gouverneur tot overbrenging naar de kolonie van Weldadig heid van de bedelaar: Jan Berend Mentrop, op 6-8-1844, thans gedetineerd alhier. 15-6-1844, 3. Wordt over de grenzen van het Rijk geleid. 12-7-1844, 3. Missive Gouverneur dienaangaande. 3-8-1844, 4. Mededeling door Gouverneur, dat August Neuhaus van de opzending naar de kolo nie van Weldadigheid is vrijgesteld, maar op de dag van zijn ontslag over de grens van het Rijk moet worden geleid. Verzocht wordt daarvoor t.z.t. te zorgen. 7-8-1845, 8. Missive van Gouverneur, aangaande een vreemdeling: Coenraad Mulder, die dezer dagen is ontvlucht, terwijl hij over de grenzen van het Rijk zou worden gebracht. (Prov. Blad, N2.). Gesteld in handen van Directeur van Politie. 11-1-1845, 6. Missive van Gouverneur, aangaande de overneming en overbrenging over de gren zen van het Rijk van de vreemdeling: Jan Carel Robbe, thans alhier gedetineerd, op 16-3-1845. Zal worden uitgevoerd. 22-2-1845, 6. Terugzending door Gouverneur, ter specificatie van de declaratie der kosten op het over de grens brengen van bovengenoemde, ingezonden bij Missive dezerzijds 29-3-1845, N8/391. Geantwoord wordt, dat specificatie onmogelijk is, daar de uitgaven voor vertering, etc. op verschillende plaatsen zijn gedaan, wat niet is aangetekend. (Missive dezerzijds 3-5-1845, N8/563.). 7-5-1845, 2. Missive van Gouverneur, aangaande de overbrenging over de grenzen van het Rijk van vreemde bedelaars, landlopers en ontslagen gevangenen. 7-8-1845, 1. Toezending door Gouverneur van ordonnantie van betaling wegens verleende onderstand aan een behoeftige vreemdeling. 3-9-1845, 3. Toezending door Gouverneur van 2 stuks ordonnantiën van betaling van voor schotten onderhouds- en transportkosten van vreemdelingen. 1-11-1845, 5. Toezending door Gouverneur van enige voorschriften, gegeven door Min. van Jus titie ten aanzien van het zetten over de grens, en wel speciaal over de Pruisische grens van vreemde bedelaars. 17-12-1845, 4. Door een dezer dagen door Dep. van Justitie gegeven nader voorschrift, is ver vallen de missive van Gouverneur 13-12-1845, aangaande het overbrengen van vreemde bedelaars over de grenzen van het Rijk. 22-2-1849, 5.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 97