Mededeling door de Prov. Commissie voor Geneeskundig Onderzoek, dat in
het schip van Sake Hendriks, liggende bij het Pompmakershuisje, een pokkenlijder
is. Verzocht wordt maatregelen te nemen.
Is niet meer nodig, daar de schipper reeds is vertrokken naar Oldeboorn.
10-11-1818, 4.
Toezending van K.B., waarbij een gouden medaille is toegekend aan:
S. Fockema, MedDoctor, wegens het zonder beloning vaccineren van het grootste
aantal personen.
De gouden medaille wordt 11-3-1819 door Gouverneur toegezonden.
Zal eervol worden uitgereikt. 5-12-1818, 2.
Toezending door GedStaten van model rapport koepokinenting.
9-1-1819, 4.
Bericht van J.V. Coulon, dat hij het laatste kwartaal geen inentingen
heeft verricht. 16-1-1819, 9.
Idem van Dr. Simon: sedert 1-10-1818. 23-1-1819, 9.
Idem van Dr. Simon Jr.: sedert 1-10-1818: 10 meisjes en 11 jongens.
30-1-1819, 13.
Verzoek door Gouverneur om toezending der vaccinatieopgaven.
Plaatselijke Geneeskundige Commissie hierover aanschrijving gezonden.
1-4-1820, 3.
Door deze wordt geantwoord, dat de opgaven reeds 4-1-1820 zijn ingezonden.
8-4-1820, 12.
Toezending door Gouverneur van 2 gouden medailles, uitgereikt door Z.M.
aan: S. Fockema, Med. Doctor alhier, wegens belangeloze bevordering der koepokin
enting in 1818 en 1819.
Uitreiking op eervolle wijze verzocht. 8-2-1823, 2.
Uitreiking heeft plaats gehad. 11-2-1823, 8.
Aanschrijving door Gouverneur aan de plaatselijke besturen tot het afvorde
ren der belofte van de onderwijzers om geen kinderen op de scholen toe te laten, die
niet gevaccineerd zijn of de kinderziekte hebben gehad.
(Prov. Blad N90). 20-9-1823, 1.
Deze belofte heeft zowel betrekking op kinderen, die tevoren reeds te school
gingen, als op kinderen, die daarna werden aangenomen.
(Prov. Blad NI 12). 1-11-1823, 3.
Mededeling door Gouverneur van de bedoeling van het verbod van Z.M. om kin
deren, die niet zijn gevaccineerd, toe te laten tot de scholen.
Gesteld in handen der Plaatselijke School-Commissie ter uitvoering.
Aan Stadsbode wordt opgedragen een lijst der naai- en breiwinkels op te maken.
16-4-1825, 5.
De onderwijzeressen der naai- en breischolen worden aangeschreven.
23-4-1825, 8.
Bericht der Plaatselijke School-Commissie van het door hen verrichte in ver
band met Missive dezerzijds 16-4-1825, N213 omtrent de koepokinenting op de kinder
schooltjes. 10-9-1825, 13.
Aanschrijving door Gouverneur aangaande de 3-maandelijkse inzending van de
lijsten der gevaccineerden. 18-6-1825, 3.
Toezending door Gouverneur van 2 gouden medailles, door Z.M. toegewezen
aan: S. Fockema en J. van der Plaats, ter beloning van hun belangeloze ijver voor
de koepokinenting, met verzoek deze op eervolle wijze uit te reiken.
Beide worden verzocht om op Dinsdag 9-5-1826 op het Raadhuis te verschijnen.
6-5-1826, 9.
Uitreiking heeft plaats gehad. 9-5-1826.
(blz242)
Toezending door Gouverneur van 2 gouden medailles voor de Med. Doctores:
S. Fockema en J. van der Plaats, wegens ijver in het verrichten der koepokenting
in 1824.
Uitreiking zal geschieden op Dinsdag 16-1-1827. 13-1-1827, 7.
Uitreiking der medailles. 16-1-1827, 9.
Verzoek van Gouverneur om bericht aangaande een verschil in de opgave van
de door de Med. Doctor S. Fockema in 1825 gevaccineerden.
Gesteld in handen van Secretaris voor onderzoek. 27-1-1827, 9.
Missive van Gouverneur omtrent weigering van de Med. Doctor H. Gonggrijp
om een getuigschrift van koepokinenting af te geven voor het kind van Mozes Joseph
Cohen, in verband met diens toelating op school.
Gonggrijp wist niet zeker of hij het kind al dan niet had gevaccineerd. Betrokkene
zal nu waarschijnlijk geholpen worden door Med. Doctor J. van der Plaats.
In advies gehouden. 13-7-1827, 10.
Med. Doctor Harmanus Gonggrijp heeft voor meerdere kinderen deze verklaring
geweigerd, daar hij geen register houdt. Hij overtreedt daarmee K.B. 6-3-1812 (St. 12)
en K.B. 18-4-1818 (St. 20)
Dit wordt ter kennis gebracht van de Justitie. 14-7-1827, 1.