Missive Gouverneur aangaande de benoeming van J.L. Hoegen alhier tot kwe
keling bij 's Rijksveeartsenijschool te Utrecht. 5-10-1841, 3a.
Toezending door Gouverneur van de door de aspirant Herman Roodbaard bij zijn
verzoek om benoeming als kwekeling op de Veeartsenijschool te Utrecht ingezonden
stukken.
Uitgereikt aan betrokkene. 5-10-1841, 3b.
Mededeling door Gouverneur van K.B21-9-184 1, N85, bevattende bepalingen,
omtrent de gevallen, waarin door militaire paardenartsen diensten aan het vee van
ingezetenen zullen mogen worden bewezen. 23-10-1841, 7.
Missive Gouverneur, houdende oproeping van aspiranten naar een kwekelings
plaats op de Veeartsenijkundige school te Utrecht voor rekening van het Fonds voor
de Landbouw. 23-8-1842, 1.
Terugzending door Gouverneur van de bewijsstukken, overlegd door:
Johannes de Vries bij zijn verzoek om plaatsing als kwekeling bij de Rijks Veeartsenij
school te Utrecht.
Verzocht wordt deze terug te geven, daar betrokkene niet is benoemd.
1-10-1842, 4.
Uitnodiging door Ged. Staten tot een bijdrage uit de Stadskas naast die
uit de provinciale fondsen voor de alhier gestationneerde Veearts.
Verzocht wordt de uitslag der beraadslagingen hierover mede te delen.
Gesteld in handen Commissie:
H. Bolman, C.J. Feddes, E. Lammoraal Baron RengersR9-2-1843, 6.
Op advies der Commissie is besloten aan Ged. Staten mede te delen, dat er
geen termen zijn voor een bijdrage uit de Stadskas aan Veearts W. Mossel, daar het
aantal veehouders hier gering is, in tegenstelling met andere gemeenten.
R2-3-184312.
Besluit Gouverneur aangaande het bezoeken der veemarkten door de veeartsen
in de provincie in 1843. 2-5-1843. 3.
Idem in 1844. 20-4-1844, 3.
Missive Gouverneur, houdende aanbeveling van een werk over de genees- en
verloskunde van het vee door de hoogleraar A. Numan te Utrecht.
22-7-1844, 2.
Besluit Gouverneur aangaande de opmaking van de verslagen der Veeartsen.
21-9-1844, 4.
Besluit Gouverneur aangaande het bezoeken der veemarkten door de veeartsen
in de provincie in 1845. 26-4-1845, 2.
Besluit Ged. Staten aangaande de aan de Veeartsen binnen de provincie, af
komstig van 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht, verleende toelagen uit de provin
ciale fondsen over 1846, 1847 en 1848. 13-8-1845, 4.
Verzoek Gouverneur om enige opgaven aangaande de veeartsen, hoefsmeden,
etc. in de gemeente. 17-12-1845, 7.
Besluit Gouverneur aangaande het bezoeken der veemarkten door veeartsen
in deze provincie in 1846. 11-3-1846, 4.
Besluit Gouverneur, houdende vaststelling van een districtsverdeling voor
de veeartsen. 14-11-1849. 2.
Besluit C.d.K. aangaande de benoeming van nog 2 veeartsen le klasse in de
ze provincie, met als standplaatsen: Koudum en Leeuwarden. 9-10-1850, 5.
Besluit Ged. Staten, houdende nadere regeling van de beloningen der vee
artsen voor hun werkzaamheden, krachtens de reglementen tot wering der versprei
ding der besmettelijke longziekte onder het vee, en voor het bezoeken der Veemark
ten.
Bij het opmaken der declaratiën ten dezen zullen B. en W. zich overeenkomstig dit
besluit gedragen. 29-1-1851, 7.
Veeartsen te Leeuwarden na 1814.
Mededeling door Gouverneur, dat de Veearts J.K. de Greuve door de Minister
voor Leeuwarden is bestemd, en de Veearts E. Pas voor Hallum.
(Prov. Blad N3114-8-1819, 2.
Toezending door Gouverneur van mandaat van de Minister ter uitbetaling van
het salaris aan de veearts K. de Greuve. 6-11-1819, 6.
Idem van mandaat ad 40,75 voor reis- en verblijfkosten van Jan Karei de
Greuve, veearts te Leeuwarden, ter uitreiking. 27-5-1820, 2.
Idem van mandaat met 100,als traktement voor veearts J.K. de Greuve,
met verzoek dit uit te reiken tegen het zegelrecht ad 0,35.
8-7-1820, 4.
Idem van mandaat ad 100,als traktement voor de veearts J.K. de Greuve,
tegen invordering van 0,35 zegelrecht. 3-10-1820, 1.
