42. Aan de Keurmeesters Jan Ruurd Kuipers en Wigger Meindersma wordt opgedragen op Vrijdag of Zaterdag 26 of 27 April 1844 volgens de thans bij de Stads Armvoogdij aangenomen wijze van keuring, 2 keuringen te doen van roggebrood, dat de Directeur van Politie hun verzegeld zal toezenden, en het resultaat te rapporteren aan B. en W. Directeur van Politie wordt aangeschreven om bij 2 bakkers 2 halve broden aan te ko pen en van elk brood de helft verzegeld toe te zenden aan Mr. Bakker Kuipers en de andere helft verzegeld onder zich te houden. Op deze wijze moeten in 't vervolg deze keuringen worden uitgevoerd. 25-4-1844, 1. Antwoord van B. en W. Harlingen op Missive 25-6-1844, N21/601, met verzoek om t.z.t. informatie van de afloop der uitspraak van de Kantonrechter alhier over de 3 daarbij bedoelde processenverbaal van bekeuring. Zal t.z.t. aan worden voldaan. 6-7-1844, 8. (Inhoud Missive 25-6-1844, N21/60I: Antwoord van B. en W. op verzoek van B. en W. van Harlingen aangaande de keuring van het roggebrood. Deze geschiedt alhier door J. Kuipers met goed gevolg. De Gemaalbelasting heeft reeds veel meer opgebracht). Verzoek B. en W. Harlingen om de afloop te mogen vernemen van de procedures tegen sommige bakkers alhier wegens overtreding van het Reglement op de keuring van het brood. Hieraan wordt voldaan. 24-8-1844, 14. Mededeling door B. en W. dat door de Rechtbank in beroep opnieuw zijn vrijge sproken 5 bakkers alhier, beschuldigd van zemelen te hebben gemengd in het rogge brood, en wel op grond, dat bij de bekeuring niet is opgevolgd de handelwijze, voor geschreven bij Art. 4 der Stedelijke Politieverordening van 11-1-1844 (gepubliceerd 17-2-1844). Daarom wordt door B. en W. voorgesteld in deze verordening achter Art. 4 nog in te lassen enkele bepalingen in acht te nemen bij het monsternemen Tevens dienen maatregelen te worden genomen voor de surveillance over het Zwitsers brood, daar ook hier vaak ontduiking plaats vindt. Verder werd medegedeeld, dat de keurmeester Jan Ruurds Kuipers, als gevolg van het geblekene bij het getuigenverhoor mogelijk niet meer als zodanig kan functioneren, zo dat in dat geval nadere maatregelen dienen te worden genomen. Gesteld in handen van een Raads Commissie': Mr. J. Eekma, Jr. Mr. H.M. Speelman Wobma, Dr. N. Ypey. R10-10-1844, 13. Rapport B. en W. aangaande de broodzetting (in opdracht van Raadsbesluit R27-2-1845, 2.): 1. Het geoctroyeerde middel van keuring verdient aanbeveling. De meerdere kosten wor den vergoed door de hogere opbrengst der accijns en de betere kwaliteit van het brood 2. Voorgesteld wordt, zonder een oordeel uit te spreken over de ingebrachte beschul digingen, de commissie van de keurmeester Kuipers en Meindersma, die bejaard is, in te trekken en hen te vervangen door 2 niet-bakkers Keurmeester Kuipers is bereid zijn recht van octrooi aan de stad voor een billijk bedrag over te doen. Berekening der kosten van de broodkeuring: Per keuring ontvangt Kuipers 2,Meindersma 1,dus samen 3, Er zijn 37 bakkers en 123 broodverkopers. Reduceren dit laatste aantal op de helft, daar velen hun vrood van dezelfde bakker ontvangen. 4 keer per jaar keuring: d.i. in totaal 400 keuringen: 1200, Keuring brood Armvoogdij alleen door Kuipers: 78 x 2 156, Voorgesteld salaris keurmeesters: 600, Te betalen aan Kuipers voor het octrooi: 200, Totaal 800, Na overneming van het octrooi zouden de kosten der keuringen dus 556, minderbminder bedragen dan thans. Verder kan dan het brood van iedere bakker, in plaats van 4 keer per jaar, 15 keer per jaar worden gekeurd. Dit wordt: per dag 6 en dus per jaar 1800 keuringen. R3-4-1845, 10. blz. 64. Besloten dit rapport 8 dagen ter inzage door de Raadsleden te leggen. R3-4-1845, 10. Door Raad besloten het bovengenoemde voorstel van B. en W. (Rdsbslt. R3-4- 1845, 10.) niet over te nemen. Hoewel officieel het octrooi van Kuipers los staan van het keuren van het brood, staat het moreel beschouwd de gemeente niet vrij om deze terzijde te schuiven zonder billijke vergoeding. Besloten wordt aan Kuipers, zolang het octrooi geldt, jaarlijks 150,uit te beta len, waarvoor deze dan aan de aan te stellen keurmeesters ondericht moet geven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 42