49.
Keuring van andere Levensmiddelen.
Gort
Missive Gouverneur aangaande het bestaan van kwade praktijken ten aanzien van
de ten verkoop aangeboden wordende gort, of gepelde garst.
Door B. en W. besloten bij voorkomende gelegenheid op de inhoud hiervan te attende
ren. 3-9-1845, 9.
Vlees
Aangesteld tot Keurmeester van het Vlees alhier:
Johannes de Vries, Mr. Vleeschhouweralhier, in plaats van:
Gerrit Ouwerkerken, die is overleden. 17-10-1826, 8.
Aanbieding door B. en W. van verordening op het keuren van vlees en op het
pakken en zouten van vis.
In advies gehouden en ter inzage der leden. R11-12-1826, 9.
Besloten vast te stellen een nieuwe Instructie voor de keurmeesters van het
vlees (ten getale van 2).
Idem: Instructie voor de pakkers en zouters van het tonvlees.
Beide functie's kunnen door dezelfde personen uitgeoefend worden. R12-2-1827, 8.
Besloten de keurmeesters van het vlees te herinneren aan Art. 29 der Publi
catie van 30-6-1827, houdende, dat het vlees 's morgens voor 10 uur op de banken
moet liggen, of aan de haken hangen, met lastgeving, daaraan de hand te houden.
11-12-1827, 7.
Besloten te benoemen als Keurmeester van het vlees, tevens pakker en zouter
van het tonvlees:
Oege Miedema, koemelker alhier, in plaats van Nicolaas Bekius, die is overleden.
25-11-1828, 9.
Besloten om in verband met het bericht van de verkoop op marktdagen van vlees
van gallige schapen, aan de Plaatselijke Geneeskundige Commissie te vragen, of dit
voor de gezondheid nadelig is. 28-8-1830, 5.
Antwoord der Commissie. In advies gehouden. 18-9-1830, 4.
Verzoek Gouverneur om informatie aangaande de beloningen der keurmeesters
van het vlees. 12-6-1832, 6.
Besloten om in verband met het grote belang van een goede vleeskeuring de
twee keurmeesters van het vlees een bezoldiging te geven van 50,per jaar.
Rl-6-1832, 5.
Goedkeuring Raadsbesluit door Ged. Staten.
B. en W. gemachtigd tot uitkering uit het fonds voor onvoorziene uitgaven, dienst
1832. 23-6-1832, 3.
R2-7-18322.
Missive Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toevoorzichthoudende voor
dracht van enige wijziging in de publicatie van 30-6-1829, aangaande het slachten van
vee, het bewaren en verkoop van vlees, etc.
Besloten door B. en W. dit nader te overwegen, en, zonodig, aan de Raad voor te stel
len. 13-2-1836, 13.
Missive Arrondissements Inspecteur alhier om inlichting, of er ook een plaat
selijke keur bestaat aangaande het slachten van ziek vee, aangezien de veeschatter
Vellinga mededeelde, dat hier meermalen ziek vee wordt geslacht, waarvan het vlees
voor de gezondheid schadelijk is.
Besloten Inspecteur toe te zenden een exemplaar der Keur of Verordening van 30-6-
1827, onder mededeling, dat medewerking aan de bepalingen zeer op prijs wordt gesteld
welke medewerking tevens wordt verzocht. 14-5-1839, 6.
Toezending door de Provinciale Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht van de
ontvangen opgave van door de Rijksveeschatter alhier in Mei 1.1. geschat vee, ziek of
reeds gestorven, met verzoek maatregelen te nemen, dat het vlees niet voor consump
tie wordt verkocht.
Besloten hiertoe opdracht te geven aan de Stadskeurmeester van het vlees.
22-6-1839, 9.
Toezending door Provinciale Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht van rap
porten van de veeschatter G.W. Vellinga, d.d. 1 Aug. en 13 Sept. 1839.
Besloten de keurmeesters van het vlees hierover te horen en hen te gelasten in de te
genwoordige omstandigheden meer dan gewone surveillance te houden.
21-9-1839, 14.