Besluit Ged. Staten, dat de brug moet worden gemaakt volgens het plan, door Leeuwarden en Sneek ingeleverd, doch dat betaling moet plaats hebben vol gens hun besluit 11-11-1820, 2. "(Sic!). In Raad medegedeeld. 3-2-1821, 8. Ged. Staten houden de zaak voor afgedaan. Raad legt zich hierbij neer voor ditmaal, zonder consequenties voor het ver volg. R5-2-1821, 7. Aanschrijving door Ged. Staten om de brug te Dillezijl onverwijld te her stellen of terstond te vernieuwen en te verleggen, volgens hun besluit van 11-10-1820, N2 Burgemeesteren wachten op de aanschrijving van de Grietman van Baarderadeel die belast is met het toezicht op de brug. 30-6-1821, 4. Door Sneek wordt een conferentie in de volgende week voorgesteld. Leeu warden is verhinderd, maar zal Architect zenden, en verzoekt Sneek dit ook te doen. Dan het gezamenlijke rapport overleggen aan de Grietman van Baarderadeel. 30-6-1821, 5. Door Baarderadeel conferentie voorgesteld (volgens besluit Ged. Staten van 28-6-1821, N6.) op Zaterdag 7—7—1821, om te spreken over de besteding (volgens besluit Raad 11-10-1820, 2.). Leeuwarden is verhinderd, maar deelt het rapport van de Architect mede; houden de, dat voorlpig herstel der situatie 180,zal kosten. 3-7-1821, 1. Missive Baarderadeel, houdende dat de brug niet passeerbaar is van Maan dag tot Donderdag van 6 uur tot 11 uur, 12 uur tot half 3 en 3 uur tot half 6, in verband met noodzakelijk herstel. 7—7—1821, 5. Aan Baarderadeel berichten, dat wordt accoord gegaan met de besteding op de le dag van September. 24-7-1821, 5. Voordracht door Baarderadeel van enkele bepalingen bij de aanbesteding van de brug. - 11-8-1821, 6. Toezending door Baarderadeel van het bestek van vernieuwing der brug, met verzoek dit ter inzage te leggen. 18-8-1821, 3. Besteding der brug bepaald op Zaterdag 8—9—1821. Verzoek dat tekening dan aanwezig is. 6-9-1821, 3. Antwoord op Missive dezerzijds 2-9-1821, N316, dat Burgemeesteren Sneek aanwezig zullen zijn. 6-9-1821, 4. Aanbesteding der vernieuwing en verlegging der Dillezijl op Zaterdag 8-9-1821. Aangenomen door Pieter Johannes Groustra, te Poppingawiervoor 4.895, Dagelijks toezicht opgedragen aan Bauke de Roos voor 7,per week. Algemene leiding bij de Architecten van Leeuwarden en Sneek, en een deskundige van Baarderadeel. De oude brug zal publiek worden verkocht door de gezamenlijke secretarieën. 15-9-1821, 27. Mededeling in Raad van de aanbesteding der verlegging van de brug Dillezijl Aannemer: Pieter Johannes Groustra, te Popppingawier Bedrag: 4.895, R1 10—1821, 7. Mededeling door Baarderadeel, dat de onkosten bedragen 205,63, met verzoek het 1/4 gedeelte, ad 51,40 3/4, te voldoen. 24-11-1821, 3. De door Timmerman Jacob Tjaarda op het bestek gemaakte aanmerkingen worden door Leeuwarden niet nodig geoordeeld. 9-3-1822, 16. Verzoek Baarderadeel om een conferentie op Zaterdag 25-5-1822 om te spre ken over de vleugels van de nieuwe brug. Door Leeuwarden niet nodig geacht: Zie Missive dezerzijds 7-5-1822, N207. 25-5-1822, 9. Door contribuabelen is op 25-5-1822 besloten: a. Voor aanvulling der gaten onder de brug lange turf te gebruiken. b. Sneek houdt 36 voet der Zuidelijke vleugel voor zijn rekening. c. Palen plaatsen tegen aanvaring der schepen. d. Slatting aan weerskanten der nieuwe brug door de gecommitteerden: Jildert Hayes Stellingwerf. Ieme Jans Bosma. Andries Sakes Smeding. e. Op 1-6-1822 de oude brug verkopen. Burgemeesteren gaan hiermee accoord. 28-5-1822, 2. Door Baarderadeel voorgesteld een conferentie op 22-8-1822 ter opneming van de brug. Door Burgemeesteren besloten dat de Architect te opneming zal verrichten. 17-8-1822, 5. Opneming brug op Donderdag 22-8-1822. Architect wordt hiertoe afgevaardigd. 20-8-1822, 5.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 126