Missive Architect aangaande de verevening van de rekening der Dillezijl,
die door B. en W. is ontvangen van Baarderadeel op 29-1-1847.
Besloten deze vordering te voldoen, evenwel onder opmerking van een en ander
door Architect medegedeeld, teneinde dienovereenkomstig voor 't vervolg worde
gehandeld. 5-5-1847, 20a.
Missive Baarderadeel in antwoord op Missive dezerzijds 7-5-1847, N34/642,
aangaande de rekening van de Dillezijl, etc.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat zij geen moeilijkheden zien in het opmaken
van bedoelde begroting, en derhalve blijven bij het verlangen, dat zulks in het
vervolg zal geschieden. 1-6-1847, 8.
Missive van Architect aangaande de rekening en verantwoording der Dille
zijl over 1847, 1848, 1849, ingezonden door Baarderadeel.
Ordonnantie ad 112,85, ter voldoening der dezerzijdse pretentie, wordt opge
maakt en toegezonden, onder opmaking van een en ander volgens missive Archi
tect. 21-8-1850, 17.
Missive van Baarderadeel in antwoord op Missive dezerzijds 28-8-1850,
N48/94, aangaande de onderhoudskosten van de Dillezijl, waarbij inlichtingen wor
den gegeven, waarom bezwaarlijk aan het verlangen van B. en W. tot jaarlijkse
verantwoording en invordering kan worden voldaan. 16-10-1850, 8.
Bruggen Harlingervaart
Verlaat. Zie; Vaarwaters (Harlingervaart)
Kingmatille
Toezending door Ged. Staten om advies van een verzoek van Coert Lam-
bertus van Beyma thoe Kingma te Dronrijp, gedaan aan Z.M. om de Kingmatille,
die hij als eigenaar van Kingmastate moet onderhouden, zonder passagegeld te
ontvangen, te mogen vervangen door een flap- of draaibrug.
In Raad gebracht. 29-8-1820, 7.
Aangezien dit op den duur voor trekschepen duur wordt, wil Raad hier
omtrent overleg plegen met Franeker en Harlingen. R4-9-1820, 2.
Missive Franeker in antwoord op Missive dezerzijds 8-9-1820, N262, aan
gaande het veranderen van de Kingmatille in een vaste brug door c.L. van Beyma
thoe Kingma. 16-9-1820, 10.
Besloten, in verband met antwoord Franeker bovengenoemd, en inmiddels
ontvangen Missive van Harlingen, aan Ged. Staten, op grond van Raadsbesluit
R4-9-1820, 2., te berichten, dat Kingma-State is belast met het onderhoud van
Kingmatille, zonder tol of passagegeld te mogen heffen.
Dat de zeer hoge tille niet hinderlijk is voor het verkeer: alleen wat hinder
voor zeeschepen en rij tuigen. Dat een flap- of draaibrug laag wordt gelegd, en
passagegeld voor de trekschepen bezwaarlijk is. Passagegeld is alleen toelaat
baar voor zeeschepen (1 stuiver) en voor rijtuigen met 2 paarden (-^ stuiver).
19-9-1820, 2.
Verandering van de tille in een brug door Z.M. toegestaan.
Medegedeeld in Raad. 7-4-1821, 6.
Verandering der tille in een brug, benevens het heffen van passagegeld,
door Z.M. toegestaan. R7-5-1821, 1.
Bruggen, etc, in vaarwater naar De Lemmer.
Irnsumerzijl(Huis, sluis, tol).
Door B. en W. besloten om op Zaterdag 17-9-1814 te inspecteren de:
EernsumerzijlSchouw, Nesterzijl en werken aan de Leppedijk. 13-9-1814, 9.
In verband met de slechte staat, waarin de Eernsumerzijl werd bevonden,
is de pachter aangeschreven reparatie's uit te voeren. 20-9-1814, 17.
Uit het rapport der inspectie der Eernsumerzijl blijkt, dat de pachter
De Graaf de reparatie's niet naar genoegen had uitgevoerd, en een nader te
bepalen bedrag aanbood, waarmede de stad de reparatie zou kunnen bewerkstel
ligen. 15-7-1815, 4.
Zie: Uitg. Missive dezerzijds N221. 12-9-1815, 3.
De pachter verzoekt verder vermindering. 19-9-1815, 10.