217. Burgemeesteren van Harlingen delen mede, dat zij de voorkeur geven aan een overeenkomst boven een procedure. 29-12-1818, 8. Voorstel van Van der Aa tot liquidatie der achterstallige pacht. Gesteld in handen Secretaris, om de pachtconditiën in de volgende vergadering te presenteren. 27-2-1819, 9. Toezending door Gouverneur van annonces van bestedingen. 16-3-1819, 2. Door Burgemeesteren besloten om de huisman W.R. Tolsma te zenden voor het opnemen van de schade. 1-5-1819, 9. In verband met rapport W.R. Tolsma, besloten op Woensdag 30 dezer met de tollieden een conferentie te houden. 22-6-1819, 8. Door Burgemeesteren Harlingen wordt een conferentie gevraagd. 3-7-1819, 5. Harlingen stelt conferentie voor. 23-10-1819, 7. Burgemeesteren achten van belang dat Harlingen met pachters tot over eenkomst tracht te komen. 26-10-1819, 4. Mededeling door Harlingen, dat de pachters van Koetille en Kingmatille de zaak vermoedelijk op de lange baan schuiven, teneinde de betaling der pacht uit te stellen. Voorgesteld wordt de pacht op te zeggen per 1-1-1820. Burgemeesteren Leeuwarden gaan hiermee accoord. 28-12-1819, 8. Besluit Raad Harlingen tot rechtsactie tegen pachters. I-2-1820, 2. Harlingen stelt pachters voor de achterstallige pacht te schenken, on der afstand der nog lopende 2 jaren. Anders vervolging in rechten. Raad gaat hiermee accoord. R7-2-1820, 5. Opgave door Burgemeesteren Harlingen van vorderingen op de pachters, teneinde de rechtsactie zo spoedig mogelijk te beginnen. 18-4-1820, 2. Missive Ontvanger als antwoord op Uitgaande Missive 19-4-1820, N144, dat pachters hebben betaald aan deurwaarder J.A. Nijsloot de 1 Mei 1816 verschul digde pacht, en dus nog schuldig zijn: 1817, 1818, 1819 en 1820, d.i. voor Koe tille 693,en voor Kingmatille 798, Ged. Staten machtiging verzoeken voor vervolging. 10-6-1820, 9. Machtiging Ged. Staten om in rechten te ageren tegen D.F. Stedehouder en H.G. van toon, pachters van Kingmatille en Koetille. 16-9-1820, 7. -jv-: stfe .v...R2-10-1820, 4 Bij procureur Van der Aa informeren naar stand procedure, aangezien nog geen bericht is ingekomen. 4-12-1821, 5. Robidê van der Aa verzoekt- toezending van afschrift acte van octrooi, waarbij aan Kingmastate tolvrijheid is verleend en zendt verslag in. Res.: Acte is niet in archief. Harlingen vragen. 8-12-1821, 9. Missive Robidê van der Aa, dat Dirk Folkerts Stedehouder door Rechtbank is veroordeeld. 2-3-1822, 5. Harlingen vraagt mening van Leeuwarden, in verband met dit beroep. Raadsvergadering van 6 Mei a.s. afwachten. 4-5-1822,5. Missive Robidê van der Aa. Pachters in beroep: dus Raad moet in beroep bij Hooggerechtshof, of vervolging staken, maar dan de kosten voor Leeuwarden en Harlingen. 4-5-1822, 6. Missive Robidê van der Aa: Pachters gaan in beroep tegen vonnis Recht bank. Res.: Beroep afwachten en procedure niet staken. R6-5-1822, 11. Harlingen wacht, evenals Leeuwarden, het beroep der Tollieden af. II-6-1822, 5. Inzending door Robidê van der Aa van declaratie, ad 699,91, t.w.: Hilbrand G. van Loon 470,90^. Dirk F. Stedehouder 229,00^. Hiervan zijn te korten de ontvangen pachten: H.G. van Loon 128, D.F. Stedehouder 254,50. Totaal betalen 382,50. 20-7-1822, 6. Verzoek Robidê van der Aa aan Ontvanger om voldoening zijner declaratie, die nog met 7,65 wordt verhoogd, wegens het extra raadplegen van stukken. Res.: Burgemeesteren Harlingen in kennis stellen. 11-11-1823, 8. Antwoord op Uitgaande Missive 21-11-1823, N466: Harlingen accoord met declaratie: thans 707,58. Na goedkeuring door President Rechtbank voldaan. 6-12-1823, 7.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 160