Mededeling door Baarderadeel van enige met de schippers van Bozum
getroffen maatregelen in verband met het afvaren van dit veerschip geduren
de de sluiting van de Sneeker Vaart.
B. en W. gaan hiermede accoord en delen dit mede aan de waagmeester.
6-6-1837, 9.
Verzoek der trekschippers Sneek - Leeuwarden om tegemoetkoming in de
schade tengevolge van de slatting der Sneekervaart
Toegezonden aan B. en W. van Sneek ter informatie. 24-6-1837, 17.
(Uitg. Missive dezerzijds 26-6-1837).
Antwoord van B. en W. Sneek hierop.
In Raad medegedeeld. 15-7-1837, 20.
Door B. en W. besloten, in verband met Raadsbesluit R14-8-1837, 8.,
waarbij B. en W. zijn gemachtigd tot bepaling van de som, die als toelage aan
de trekschippers op Sneek zal worden gegeven als schadeloosstelling tijdens
de sluiting der Sneekervaart, aan Sneek voor te stellen per week 14,toe
te staan, door Sneek en Leeuwarden ieder voor de helft te betalen.
25-8-1837, 6.
In overeenstemming met Sneek besloten om per week 10,aan de trek
schippers toe te staan, door beide steden elk voor de helft te voldoen.
23-9-1837, 10.
Voorstel van B. en W. van Sneek, om wegens de moeilijkheid de trekweg
met paarden te passeren, ter voorkoming van ongelukken provisioneel slechts
1 schip te laten varen, en wel 's morgens 7 uur heen, en 's namiddags 2 uur
terug.
B. en W. gaan hiermede accoord, en laten dit door de Commissaris van het veer
aan de trekschippers mededelen. 12-9-1837, 8,.
Een bedrag ad 531,82, nog te voldoen voor de slatting der Sneeker
vaart, is betaald uit het Fonds voor Onvoorziene Uitgaven op Begroting 1838.
R2 1-2-1839, 23. 10.
Besluit Ged. Staten, dat aan hun voorstel van 10-12-1844: het druk
ken van besoignes van de in 1837 plaats gehad hebbende slatting der Sneeker
Trekvaart, geen verder gevolg zal worden gegeven. 27-1-1847, 9.
Besluit Ged. Staten 19-1-1847, N2, houdende, dat aan hun voorstel,
'gedaan bij besluit 10-12-1846, N4tot het doen drukken der besoignes van de
in 1837 plaats gehad liebbende slatting der Sneeker Trekvaart geen gevolg zal
worden verleend om aangegeven redenen. R11-2-1847, 5.
Besluit Ged. Staten aangaande onderhoud der trekvaart Leeuwarden -
Sneek.
Door B. en W. 14 dagen in advies gehouden, in afwachting van wat door de ande
re besturen, en speciaal door dat van Sneek, zal worden gedaan.
6-3-1850, 8.
Besluit Ged. Staten aangaande het opklaren en onderhouden der trek
vaart Leeuwarden - Sneek.
B. en W. alhier verzoeken B. en W. Sneek hun voorstellen evt. mede te delen.
10-4-1850, 15.
Missive B. en W. Sneek, houdende uitnodiging tot een bijeenkomst op de
Dille op Zaterdag 20-4-1850, en dan gevolg te geven aan het besluit van Ged.
Staten 26-2-1850, aangaande de Sneeker Trekvaart.
Dezerzijds daartoe gecommitteerd: Mrs. Warmolts en Van der Veen en Secretaris.
16-4-1850, 13.
Door B. en W. aan Ged. Staten bericht, dat na de slatting der vaart in
1837 er dezerzijds niets aan is gedaan, doch dat thans in een bijeenkomst der
betrokken besturen is besloten een Commissie te benoemen, uit elk bestuur 1
lid, om maatregelen voor te dragen, die moeten worden genomen.
Verder tot lid dezer Commissie te benoemen:
Wethouder Mr. C.J. van der Veen. 23-4-1850, 14.
Diversen
Mededeling door Ged. Staten, dat bij het opmaken en inzenden van het bij
Res. 2-3-1838 bedoelde procees verbaal moet worden gelet op het feit, dat de
Sneeker trekweg van het vallaat tot Schenkenschans volgens bericht van Leeu-
warderadeel onder de jurisdictie der stad behoort. 15-6-1838, 5.