244. Door B. en W. besloten om, ten einde te voorzien in het schoonmaken van het kanaal of de waterlossing, lopende achter de Bagijnestraat en bij de Kloos ter- en Kalksteeg, waarvan de kosten zijn begroot op 100,te trachten door de Stadsbode Bolman vooraf van de daartoe verplichten te doen ophalen: Voor ieder der 20 secreten 3,00 totaal 60,00. Voor ieder der 97 waterlossingen 0,60totaal 58,20. Totaal 118,20. 6-12-1831, 16. Aangezien de koopman Arie de Jong Wzn. zich niet heeft gehouden aan het contract van 22-10-1828 aangaande het schoonhouden van de sloot achter de mestbergplaats bij diens branderij, deze aanschrijven om op aanwijzing van de Archi tect daarin verbetering te brengen. 8-12-1832, 22, Informatie door Commissaris van Politie of aan: Jan Tjerks Tjerksma toestemming is gegeven om slataarde te werpen op de wal van de weg aan de Breede Dijk. Door B. en W. wordt geantwoord, dat toestemming is gegeven, onder voorwaarde van goten voor de afloop van het water. 29-10-1833, 9. Aan R.J. Dorama te betalen 124,05 als schade vergoeding voor zijn wal tengevolge van het slatten der sloot bij de Vijver.R 4-1-1836. 18.3 Verzoek van D.J. van Gelder, alhier, eigenaar van een gebouw achter Vij— versbuurt M 252 (Kad. Sectie G 35), waaring vroeger een leerlooierij, die hij voornemens is wederom op te richten, om vergunning een gedeelte van de sloot tussen dat gebouw en de Stads Vijver, te slatten, om deze voor het bedrijf te kunnen benutten. Res.: Hoewel aan slatting geen behoefte is, is er ook geen bezwaar tegen. Daarom slatting toegestaan op eigen kosten, en de specie niet te brengen op het terrein van de vijver. 6-6-1849, 10. Stadsbuitengracht Besluit -B. en W. aangaande het hekkelen in de Stadsgracht, en het aanko pen van 2 d 3 Veenwoudster pramen dm deze in de Groote Wielen, om het afspoe len te beletten, te laten zinken. 23-9-1815, 2. Besloten door B. en W. om het hekkelen der stadsgracht op te dragen aan: H. Hendrik Koolstra, arbeider, voor 70,4-8-1818, 12. In verband met het door Ged. Staten bepaalde bij hun besluit van 7-9-1819, N12, is door B. en W. besloten de Stadsgracht te hekkelen. 15-8-1820, 4. Verslag van de bespreking door Burgemeesteren met de pachter van as en vuilnis om het uitdiepen van havens en grachten, In advies gehouden. R20-8-1819, 10. Besloten door Raad in verband met de vele ondiepten in de Stadsgrachten en het Vliet, de pachter van as en vuilnis: Berent Miedema, aan te schrijven, zich stipt te gedragen naar de conditiën der verpachting van 21-11-1815. R6-9-1820, 5. Besloten door B. en W. op grond van bovengenoemd Raadsbesluit aan Archi tect op te dragen op te geven de plaatsen, waar dient te worden geleikt. 23-9-1820, 17. Besloten door B. en W. het hekkelen en schoonhouden van de stadsgracht te besteden aan: Hendrik Kooistra, voor 75,9-6-1821, 15. Verzoek der Commissie van Administratie der Gevangenis om de Stadsgracht en Keizersgracht, aan beide zijden van het gebouw, uit te baggeren. Hiertoe is reeds opdracht gegeven. 16-5-1829, 18. Missive Commissaris van Politie aangaande het verwijderen van een in de Stadsgracht nabij het voetpad naar Jelsum gezonken praam, die eigendom zou zijn van Felkers op de Grachtswal, die ze beweert verkocht te hebben aan Georg Doring, te Jelsum, die de koop echter ontkent. In advies gehouden door B. en W. en besloten af te wachten of de eerste aan de sommatie ze binnen 8 dagen weg te halen heeft voldaan. 4-7-1834, 17. Aanbieding door de Commissie tot de Bouwzaken van bestek en voorwaarden van aanbesteding van uitdiepen van een gedeelte der Stads buitengracht, be ginnende 3 ellen ten Noorden van de draaibrug bij de voormalige Hoeksterpoort tot aan de hoek van het gebouw achter de Kazerne Prins Frederik, ter lengte van 336 ellen. B. en W. gemachtigd tot aanbesteding. R4-10-1838, 33.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 187