245. Door Raad besloten op voorstel van B. en W. Architect op te dragen een bestek te ontwerpen van buitengewoon uitbaggeren der stadsgracht tussen Verlaat en Wirdumerpoortsbrug. De daartoe benodigde gelden zullen worden aangevraagd bij Ged. Staten op de nog beschikbare fondsen van Begroting 1839. R26-9-1839, 19. Rapport van B. en W. en van Commissie tot de Bouwzaken, dat de Stads gracht tussen Wirdumerpoort en Verlaat niet op behoorlijke diepte is, wat bij laag water hinderlijk is voor de scheepvaart. De kosten der uitdieping over 600 el zijn begroot door Architect op 1.800, te vinden uit de som voor Publie ke Werken op Begroting 1839. Door Raad besloten B. en W. te machtigen tot aanbesteding volgens het bestek over te gaan, mits niet boven 1.800,R5-10-1839, 6.^ B. en W. gemachtigd om van Ged. Staten machtiging te vragen tot voldoening uit het fonds van Onvoorziene Uitgaven van Publieke Werken. R5-10-1839, 7. 5. Mededeling door B. en W., dat het uitdiepen van het gedeelte Stadsgracht tussen Wirdumerpoort en Vallaat is aangenomen door: Tjebbe Jippes Hoekstra, te Veenwoudsterwal c.s., voor 1.895,waarbij nog komen de kosten ad 33,31, totaal 1.928,31, d.i. 128,31 boven de begroting. B. en W. gemachtigd om aan Ged. Staten toestemming te vragen tot voldoening van het meerdere uit een of ander artikel der Begroting met overschot. R14-11-1839, 12. Door Gouverneur inlichtingen gevraagd, en geïnformeerd, waarom is afge weken van Art. 76 van het Stedelijk Reglement bij deze zaak. Door Raad wordt geantwoord, dat sedert de slatting der Harlinger Vaart grote schepen niet in de Stadsgracht kunnen komen, zodat er derhalve haast bij was. Verder liet Begroting 1839 deze post beter toe dan Begroting 1840. R28-11-1839, 3. Besloten door Raad om goed te keuren het bestek voor het hekkelen van de Stadsgracht. B. en W. gemachtigd tot de uitvoering. R25-8-1840, 7. In Raad is de vraag aan de orde gesteld, of ook aan de bewoners der hui zen, gelegen aan de Buitensingel tegenover de Kazerne Prins Frederik, gelegen heid zal worden gegeven om water te putten uit de Stadsgracht, welke gelegenheid hun is ontnomen door het plaatsen van een leuning aldaar. Besloten af te wachten, welke verzoeken ten dezen door de belanghebbenden zul len worden gedaan. R19—3-1846, 13. Aanbieding door Burgemeester van verzoek Ged. Staten om te bevorderen, dat een ondiepte in de Stadsgracht voor de uitmonding van het hoofdriool bij het Paleis van Justitie zo spoedig mogelijk wordt uitgebaggerd. B. en W. antwoorden, dat, hoewel zij anders zeer genegen zijn een dergelijk werk van zo kleine omvang te bevorderen, hier toch bezwaar moet worden gemaakt, aangezien de ondiepte het gevolg is van de aanleg van het riool, en dus de zorg daarvoor moet worden opgedragen aan de aanlegger van het riool of aan de gene, die belast is met het onderhoud ervan. 13-9-1848, 9. Missive C.d.K. ter beantwoording van Missive dezerzijds 9-8-1850, N77/871, omtrent het uitvoeren van werken in de Stadsgracht alhier, zonder vooraf gedane aanvraag Provisioneel in advies gehouden. 5-9-1850, 11. Vaarwaters binnen de Stadsgracht. Eewal. Hofplein. Heerenwaltje Toezending door Gouverneur van een naamloos adres met betrekking tot het zuiveren van de doorvaart langs de Eewal en de wegneming van de stank der gracht. 9-6-1832, 8. Voorstel Burgemeester om nog deze zomer het Heerenwaltje en de Eewal te slatten, om te voldoen aan het verzoek van vele inwoners, en tevens de doorvaart te herstellen, die thans niet mogelijk is, wegens slijk en modder. Besloten door Raad om uit bezorgdheid voor de Aziatische cholera de zaak provisioneel uit te stellen en advies te vragen bij de Plaatselijke Geneeskun dige Commissie. R9—6—1832, 2. Antwoord Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht op Uitg. Missive dezerzijds 16-6-1832, N440, aangaande de slatting van de Eewal, met het oog op het choleragevaar Geadviseerd wordt de slatting uit te stellen tot de late herfst of het vroe ge voorjaar. 4-9-1832, 4.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 188