85. Benoemd als Lantaarnopstekers: Pieter Legemeer, in plaats van Lambertus Andringa, overleden, en: Pieter Lingré, in plaats van Jan van Assen, overleden. 23-9-1826, 16. Mededeling door Architect, dat maandelijks aan iedere lantaarnopsteker wordt verstrekt kan olie. 1-2-1831, 9. Vastgesteld een Instructie voor de Lantaarnaanstekers. Ingeschreven in het Instructieboek. Ter hand gesteld aan Architect ter uitreiking aan de aanstekers. 12-11-1833, 14. Benoemd als Lantaaropsteker Sijbrand Streekstra, in plaats van Johannes Arnoldus, overleden. 29-3-1834, 22. In verband met de uitbreiding der straatverlichting tot Grachtswal en Noord en Zuit Vliet, moet het aantal Lantaarnopstekers en Vullers met 3 worden vermeerderd. R24-10-1839, 4. (blz.135, 55.) Benoemd als Lantaarnopstekers voor de verlichting op Vliet en Grachtswal: Dirk Welvaart en Jacobus Rodenburg. Medegedeeld aan Commissaris van Politie en Architect. 24-12-1839, 7. Benoemd als Lantaarnopsteker, in plaats van Pieter Lubach, overleden, diens zoon: Henderikus Lubach, op diens verzoek. 23-3-1844, 12. Rapport B. en W. aangaande het personeel der Lantaarnopstekers en Vullers, die per 1 1 1846 met de invoering der gasverlichting overbodig zijn geworden. Het blijkt, dat sommige door de directie der Gasfabriek in dienst zijn gesteld, ter wijl anderen, geplaatst in een stedelijke functie, geen tegemoetkoming behoeven, en 2 onlangs aan een stedelijke betrekking zijn geholpen. Voor 4 a 5 moet nog worden gezorgd. B. en W. zijn gemachtigd voor deze provisioneel te beschikken over ten hoogste 5,per week. R5-2-1846, 16. Besloten de 5,per week ten behoeve der Lantaarnopstekers en Vullers, die overcompleet worden, toe te kennen per week als gratificatie aan: J. Horst 1,75. S. Nieuwenhuis 0,65. Wed. Vastenhout 0,65. C. Looyinga 0,65. H. Lubach 0,65. D. Walvaart 0,65. ingaande de dag waarop hun functie heeft opgehouden, tot wederopzeggens toe, of tot zolang zij enige andere verdienste hebben gekregen. 11-3-1846, 14. Inzending door Architect van geviseerde rekening door S. Nieuwenhuis, Lan taarnopsteker, wegens het. opsteken van tijdelijk gebrand hebbende lantaarns op pa len, sluitbomen, etc. 16-5-1846, 12. Lantaarnvullers De Lantaarnvuller Hans Koetes bedankt voor zijn post. 3-9-1814, 2. In diens plaats benoemd: Teunis Blok. 3-9-1814, 3. Verzoek van Christiaan Gerrits om benoeming als Lantaarnvuller, welke post vacant is door ontslagaanvrage van Teunis Blok, benoemd tot kantoorknecht bij de pasbenoemde Provinciale Betaalmeester van Friesland: W. R. van Sippama. Benoemd. 12-12-1815, 7. Verzoek van Christiaan Gerritsen en Pieter Wink, Lantaarvullersom ver hoging van traktement. In Raad gebracht. 7-10-1817, 11. Verzoek van bovengenoemden om verhoging van traktement, daar zij hun eigen lijk ambacht: verwersknechter niet meer bij kunnen uitoefenen. Aangezien zij gulden per week hebben, en in de maand nog beschikken over 1 vrije week, is hun verzoek door Raad afgewezen. R3 11—1817, 5. Aan Architect 600,verstrekt tot betaling der1Lantaarnvullers 18-8-1818, 6. In verband met de uitbreiding der Straatverlichting tot Grachtswal en Noord en Zuid Vliet, moet het aantal Lantaarnopstekers en Vullers met 3 worden vermeerderd. R24-10-1839, 4. Gratificaties voor het personeel der Lantaarnopstekers en Vullers, dat per 1-1-1846 bij de invoering der gasverlichting overcompleet wordt, zie bij: Lantaarnopstekers. R5-2-1846, 16. 11-3-1846, 14.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 29