90.
Besloten de adverteeren in de Leeuwarder Courant, dat men gratis aarde
mag halen van de stadswal bij de Tuinsterpoort, mits zich adresserende aan de
Architect. 24-1-1826, 6.
In verband met de afgraving van de wal vanaf de Tuinsterpoort tot aan
het Vossegat, waardoor een aanzienlijk brede kade is ontstaan, is besloten de
opgang van de wal bij de Amelandsstraatbij het Arsenaal, na amotie van de brug
aldaar, zo gering mogelijk te maken.
Verder de inrichting der kade in advies te houden. R13-3-1826, 14.
Verzoek van Pieter van Houten, timmerman, om schadeloosstelling van zijn
voor 500,gekochte woning in het Achterom, die uitgang kreeg naar de wal,
die thans wordt weggegraven.
Besloten 200,schadevergoeding toe te kennen. R10—4-1826, 5.
Besloten Commandant Gevangenis te verzoeken voortaan niet meer voor het
drogen van goederen gebruik te maken van de bomen op de stadswal.
27-5-1826, 8.
Door Kolonel Commandant Gevangenis is order gegeven, dat het drogen niet
op de wandelplaatsen of bomen mag geschieden. 30-5-1826, 2.
Besloten te betalen uit het Fonds voor Onvoorziene Uitgaven op Begroting
1827: voor kosten aanvoer aarde van de Amelandsdwinger naar de weg buiten de
Wirdumerpoort tussen Klanderij en Schrans, ter verhoging van deze weg, etc.
400, R25-7-182717.
Adres van verschillende eigenaars van vastigheden bij Hoeksterpoort
Nieuweburen, Groenekanne en de opgang van de Nieuwburen, dat het bolwerk aan de
Westkant van de Hoeksterpoort tot aan de Wissesdwinger geheel mag worden wegge
ruimd, en de te leggen brug bij het Hoeksterend geschikt gemaakt voor paarden en
voertuigen.
In Raad gebracht. 25-2-1832, 10.
In 1832 is voor de stadswallen en buitensingels nog extra aankoop van
schelpen ad 1200,noodzakelijk. R10-10-1832, 1.
(blz80, 92.)
Verzoek van Jan Johannes de Boer, Mr. Timmerman, wonende E 270, om een
gedeelte der stadswal achter zijn huis te mogen afgraven en daar een stenen muur
te metselen.
Toegestaan. 5-3-1833, 14.
Verzoek van Gerrit van der Leeuw", goud- en zilversmid, eigenaar van huis
E 271 in Zaailand, om van de stadswal ten Zuiden een gedeelte te mogen weggraven,
en daar een muur te plaatsen.
Toegestaan 5-3-1833, 15.
Verzoek van Wed. S. van der Meulen, alhier, om herstelling van de af
schutting harer woning, die door afgraven van een gedeelte der stadswal bescha
digd is.
In advies totdat de afgraving bij de Wirdumerpoort voltooid is. 27-7-1833, 12.
Verzoek van Hendrik Eigelaar om schadeloosstelling wegens het ontnemen
van vrije uitgang op de stadswal, en daardoor verminderde huurprijs van zijn woning
op het Klein Schavernek E 298, 299, en de schade door het weggraven van de stads
wal
Op voorstel der Commissie, ingesteld bij besluit Raad R29-6-1838, 4., afgewezen.
R7-1-1839, 12.
Verzoek van Frans Dikkeschey alhier, aan B. en W. om schadevergoeding we
gens verzakking en daaruit ontstane vertimmering van een aan hem behorende wo
ning D 20, staande aan de wal, welke verzakking het gevolg zou zijn geweest van
het weggraven van het bolwerk aldaar in de winter van 1836/37, terwijl hem toen
is aangezegd de woning vooreerst niet te herstellen, wat hem later echter is
toegestaan, doch waarvan het gevolg is geweest, dat deze nagenoeg een jaar heeft
moeten leegstaan.
Door Raad besloten het verzoek om schadevergoeding te weigeren, maar enige ver
goeding toe te staan wegens gemis aan huur, indien het bovenstaande althans
juist is, waarnaar B. en W. verzocht worden onderzoek te doen. R19-3-1840, 9.
Verzoek van enige ingezetenen der stad, en bewoners van panden aan en
in wijk K, in de nabijheid der voormalige Hoeksterpoort, Nieuwe Buren, Groenekan,
etc. om afgraving van het bolwerk tot aan de Wissesdwinger, zoals reeds in 1832
door hen is gevraagd, zonder dat daaraan gevolg is gegeven.
In handen der Commissie tot de Bouwzaken. R12-11-1840, 7.
Rapport der Raads Commissie op het verzoek van inwoners tot afgraving van
het bolwerk van Wirdumerpoort tot Stads Ziekenhuis.
Commissie acht afgraving wenselijk om verschillende redenen, als: in 't belang
der aanwonenden, als aanwinst der grond voor de stad, als ligplaats voor schepen
als verfraaiing van de buurt. De afgegraven grond kan dienen ter opvulling der
beide courtines. Beschoeiingen en bestrating moeten ten laste der stad komen.
Het werk is uit te voeren door bedeelden en door personen hier onderstandsdomi
cilie hebbende.
In advies tot volgende vergadering. R19—12—1840, 6.