103.
Zaailand en Omgeving.
Zaailand
Missive Ged. Staten, houdende goedkeuring van de aanneming van een
nieuwe leuning in het Zaailand.
Bedrag 580,22-4-1817, 4.
Aan C.H. Wilkeshuis is geweigerd om voor zijn woning E 244 in het Zaai
land in de leuning aldaar een opening te maken. 18-3-1828, 7.
Antwoord Ged. Staten op Missive dezerzijds 16-5-1846, NI 15/563, houdende,
dat er bij Ged. Staten geen bezwaar bestaat, dat voor het inrichten van een pas
sage van de Oude Lombardsteeg naar het Zaailand een keistraat over de aldaar ge
plaatste deksteen wordt gelegd, mits de plaats, waar deze steen ligt, door een
merkbaar teken wordt aangeduid, om deze later te kunnen terugvinden.
Medegedeeld aan Architect. 20-7-1846, 9.
1. Toezending door Gouverneur van bestek, opgemaakt door Hoofd Ingenieur
Waterstaat alhier, wegens bouwen van stenen hoofdriool langs Zaailand en Ruiters-
kwartier, met 2 tekeningen.
2. Bestek, opgemaakt door dezelfde, van dempen deel Oude Gracht, met profielte
kening.
Verzoeke te berichten of men accoord gaat, en wel spoedig, opdat de aanbesteding
op Vrijdag 28-1 1-1845 geen vertraging mag ondervinden.
Res.: Stukken terugzenden aan Gouverneur, met 2 nota's van aanmerkingen, die van
dien aard zijn, dat de aanbesteding zonder vertraging kan plaats hebben.
Verzoeke verder de aannemers te verplichten werkkrachten uit deze provincie te
gebruiken. 15-11-1845, 1.
Mededeling B. en W. dat hun door Ged. Staten is gevraagd of zij accoord
gaan met de veranderde uitmeting van het terrein, waarop het Paleis van Justitie
is gebouwd, doordat de stand van het- gebouw iets anders is dan oorspronkelijk is
overeengekomen. Verder werd.het oordeel van B. en W. gevraagd over de plaveiing
van het plein, door middel van platte steen, waarover puin.
B. en W. antwoordden met het eerste accoord te gaan, maar het tweede aan de Raad
te zullen voorleggen.
B. en W. oordelen bepuining in strijd met het contract en met het plaatselijk ge
bruik, en adviseren te vragen: bevloering met keien.
Res. Ged. Staten antwoorden, dat Raad zich niet kan verenigen met voorstel tot
bepuining, maar bestrating vraagt. R7-3-1850, 3.
Mededeling door B. en.W. van antwoord van B. en W. op Uitg. Missive
dezerzijds 15-3-1850, N45/304, aangaande de plaveiing van het terrein voor het
Paleis van Justitie,
a. houdende: verzoek aan Bouw Commissie Paleis van Justitie uit Ged. Staten en
Gouverneur, om conferentie met commissie uit Raad.
b. Verzoek aan B. en W. om te bevorderen, dat daarvoor 4 leden uit de Raad worden
benoemd
Res.: Af te vaardigen Mr. C.C.C. Warmolts, R.D. Smeding, MrJ. Cats Ezn., Mr
H. van der Kooi. R4-4-1850, 10.
Rapport der Commissie van de bespreking, die op 18-4-1850 plaats had.
Ondanks langdurige gedachtenwisseling kan men niet tot overeenstemming komen,
en daarom rees het denkbeeld het terrein wederom aan de stad in eigendom af te
staan, gelijk indertijd was voorgesteld, maar niet was aangenomen.
In verband daarmede verzoeken Ged. Staten B. en W. om hen mede te delen:
a. Welke wijze van plaveien bij verwerping van de voorgestelde naar het gevoelen
van de Raad zou moeten plaats hebben.
b. Of Raad wenst ter vermijding van verdere moeilijkheden, het terrein in eigen
dom terug te nemen, en, zo ja, op welke voorwaarden?
Res.: B. en W. te verzoeken deze zaak na te gaan, en hun mening aan Raad mede te
delen, en eventueel het bedrag, door Ged. Staten te voldoen, mede te delen, en
eventueele verdere voorwaarden. R2-5-1850, 6.
Rapport der Commissie, houdende aanbieding van een concept missive als
antwoord aan Ged. Staten.
Daarin wordt medegedeeld:
1. Dat onder plaveien wordt verstaan: bevloeren met klinkers op de kant of met
keien.
2. Bericht, dat de Raad ter vermijding van geschillen bereid is het plein van de
provincie over te nemen onder voorwaarden:
a. Het volle eigendom van terrein met riolen, etc. op stad overgaan, tegen
betaling door provincie van 8.000,
b. Verbod om huizen of gebouwen op het terrein te plaatsen.