1686. 2 Juli: Besloten van Zwolle of elders planken te ontbieden voor de wal van het Zaailand. 1686. 23 Juli: Goedkeuring door Raad. 1687. 5 Augustus: Besloten de wallen tussen de Poort en de Hooghuistersteeg te repareren en op te metselen. (Deze waren blijkbaar reeds vroeger van steen gemaakt). 1714. 13 Juli: Besloten de houten wallen te repareren. 1729. 12 Augustus: Gehele herstelling der houten wallen: bij aanneming uit 1 hand 1768. Lijst van eigenaren opgemaakt. 1772. 20 Maart: In een bijeenkomst met de eigenaren op het Raadhuis is tot mas sale aanbesteding besloten, waaraan behoorlijk is voldaan. Na deze herstelling zijn de wallen niet weer opgemaakt, maar vervallen en met gras begroeid, aflopend, zelfs als bleekveld gebruikt. Door de aanwonenden waren er waterstoepen gemaakt, en de schepen konden er niet aanleggen. 1809. Bij een inventarisatie der stadswerken is de wal in het Zaailand genoemd, evenals in 1768. 1824. Door de stad zijn vrijwillig de wallen opgemaakt, zonder de onderhoudsplich 1825. tige aanwonenden erin te betrekken. Door Commissie wordt geadviseerd te bepalen, dat de ingezetenen in de tegen woordige omstandigheden van de vanouds hun opgelegde verplichtingen zijn ont heven. Evenwel, indien de Raad mocht menen, dat ze wel onderhoudsplichtig zijn, dan wordt voorgesteld een vergadering van onderhoudsplichtigen ten Raadhuize te beleggen, teneinde gezamenlijk de maatregelen tot verbetering te ontwerpen. In handen gesteld van MrsJ. Eekma, N. Fockema en C.C.C. Warmolts, ter onder zoek naar de rechtskundige zijde. R30-1-1837, 7. Rapport der Raads Commissie- bovengenoemd Door Commissie wordt deze zaak historisch nagegaan: 1619. Uitleg der stad: toen is het oude bolwerk ter plaatse van de tegenwoor dige Koemarkt weggegraven en bleef de laan in het Ruiterskwartier lig gen als een onbestrate, onbeplante en weinig geslechte grond, waardoor de Oude Gracht en de wallen ongeschikt werden voor opslag. 1685. 29 Juli: De bewoners hebben aan de Regering der stad verzocht op hun kosten houten wallen te maken met verplichting tot onderhoud in de toe komst, mits de stad de gracht bevaarbaar hield, en de aanliggende gron dden planeerde en beplantte. •..In 1686 en 1687 hebben de stad en eigenaren deze verplichting uitgevoerd. In 1729 en .1772 zijn de wallen vernieuwd. In 1824 en 1825 heeft de stad de wallen vernieuwd: abusievelijk, maar te goeder trouw. In verband daarmee wordt door Commissie geadviseerd de bewoners bijeen te roe pen en hun te vragen of zijn zich al dan niet aan de conventie van 1685 willen houden. Bij weigering deze conventie dan te houden voor ontbonden. Aldus besloten door Raad. R2-4-1838, 5. Aanbieding door B. en W. van rapport van Commissie uit belanghebbenden tot de wallen in het Ruiterskwartier en Zaailand, die op grond van Raadsbe sluit R 2-4-1838, 5. in der tijd zijn opgeroepen om te verklaren of zij zich zon der uitzondering willen houden aan de conventie van 1685 aangaande het onder houd der wallen. In handen Raads Commissie: Mr. J. Eekma, Mr. N. Fockema, Mr. C.C.C. Warmolts. R2-12-18417. Rapport Raads Commissie: 1. Naar recht kunnen de eigenaren der panden niet worden verplicht de wallen te onderhouden, zolang de stad het gedempte gedeelte der vaart niet op graaft en herstelt in de toestand van voor 1837. 2. De stad heeft door na 1772 (de laatste maal, dat de wallen door de eige naars zijn gemaakt) geen aanzegging meer aan deze te doen tot herstel, en zelf de herstelling uit te voeren, de eigenaars daarvan bevrijde. 3. Aangezien de eigenaars blijk hebben gegeven geen prijs te stellen op hun recht op de vaart, daar zij bij het herstel in 1824/25 door de stad geen bijdrage in de kosten hebben aangeboden, of gegeven, wordt voorgesteld geen dwangmiddelen tegen de eigenaars meer toe te passen, hoewel theore tisch de gemeente dit zou kunnen doen. Aldus besloten door Raad. R16-6-1842, 1.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 93