356.
Verzoek Majoor, Garnizoens Commandant alhier, om een stellig antwoord op het
eerste punt zijner vroegere missive, dat n.1. het gebouw der Infirmerie tot deze be
stemming zal worden afgestaan zodra het Gerechtsgebouw gereed is.
Door B. en W. wordt geantwoord per Missive 22-10-1845, N47/1109.
22-10-1845, 12.
Toezending door Gouverneur van ordonnantie ad 1.600,wegens huur van
het gebouw, gebruikt voor Gerechtshof en Rechtbank. 8-12-1845, 3.
Mededeling door Generaal-Majoor, Commandant le Brig., 2e Div. Inf. te Gronin
gen, onder herinnering aan vroegere correspondentie hierover, dat onlangs weer on
gunstige rapporten over de Infirmerie alhier zijn binnengekomen. Niettegenstaande de
aangebrachte veranderingen in dit jaar, is het gebouw niet geschikt: de muren zijn
vochtig, de kamers bedompt.
Verzoeke mededeling of het gebouw op de Wissesdwinger zal worden in gebruik gegeven,
zodra het nieuwe Gerechtshof klaar is.
Door B. en W. wordt verzocht de oude Infirmerie te inspecteren met Architect en 1 of
2 leden der Plaatselijke Commissie voor Geneeskundig Toevoorzicht
R4-12-1845, 6.
Na inspectie, samen met de leden der Geneeskundige Commissie:
N.L. Metz en J. van der Plaats, waarbij de oude Infirmerie onvoldoende werd bevonden,
hebben B. en W. geantwoord aan Generaal-Majoor, dat de Infirmerie inderdaad onvoldoen
de is, maar dat het gebouw, thans voor Gerechtshof, etc. gebruikt, in verhouding tot
het thans zo geringe garnizoen te groot is. Dat vroeger wel het plan bestond dit te
bestemmen voor Infirmerie. Evenwel zal hierop worden teruggekomen, zodra de Rechter
lijke Macht een nieuw gebouw heeft. Het tijdstip waarop is thans onmogelijk te bepalen.
Dan echter zal dit of een ander gebouw ter beschikking worden gesteld.
R5-2- 18469.
Missive Generaal-Majoor, belast met Prov. Commando van Vriesland, Groningen
en Drenthe, houdende verzoek om het tijdstip waarop de Rechterlijke Macht het vroeger
voor Infirmerie bestemde gebouw zal verlaten, niet af te wachten, maar ten spoedig
ste door koop of huur in het bezit van een beter gebouw te komen.
De ongeschiktheid van het 'gebouw erkennende stelt de Raad de zaak in handen van B.
en W., om te antwoorden en te onderzoeken, of niet een gedeelte der kazerne zodanig
kan worden ingericht. R19-11-1846, 7.
Aanbieding door B. en W. van het concept antwoord op bovengenoemde missive.
Door Raad besloten tot verzending. R3-12-1846, 9.
Missive Generaal-Majoor, houdende verzoek de indertijd toegezegde voorstel
len nog in de loop van deze maand te mogen ontvangen, aangezien per 1-4-1847 rapport
aan de Minister moet worden uitgebracht.
Door B. en W. besloten van te voren aan de Garnizoens Commandant alhier inlichtin
gen te vragen aangaande de bruikbaarheid der Kazerne Prins Frederik (Missive dezer
zijds N47/431). 17-3-1847, 7.
Missive Generaal-Majoor ter voorlopige beantwoording van Missive dezerzijds
18-3-1847, N431, aangaande het inrichten van een gedeelte der Kazerne tot Infirmerie.
B. en W. antwoorden, dat, de zwarigheden daarlatende, die zich mochten voordoen, zij
alleen verlangen te weten hoeveel lokalen er beschikbaar zijn, en alsnog verzoeken
deze opgave te doen. 24-3-1847, 12.
Door B. en W. besloten aan Generaal-Majoor te antwoorden, dat de zaak der
Infirmerie voortdurend de aandacht der stadsregering heeft, doch dat deze nog niet
een bepaald voorstel kan doen, en verder, dat bij de Raad het denkbeeld is ontstaan
een deel der kazerne Prins Frederik daarvoor in te richten.
(Missive dezerzijds N484). 31-3-1847, 12.
Antwoord Generaal-Majoor op Missive dezerzijds 2-4-1847, N47/484^
Medegedeeld aan Raad. 7-4-1847, 10.
Rapport der Raads Commissie voor de Infirmerie, ingesteld bij besluit Raad
R19-11-1846, 7.:
1. De Gemeente is verplicht te zorgen voor een hospitaal, daar bij Art. 1 van K.B.
26-6-18 14, 1. de zorg voor de huisvestig der troepen is opgedragen aan de ste
den: deze ontvangen daarvoor geen vergoeding, in verband met het voordeel, dat
de garnizoenen opleveren.
2. De Infirmerie kan niet in een gedeelte der kazerne ondergebracht worden, aange
zien het niet gebruikte deel der kazerne slechts bestaat ui 4 grote en 10 klei
ne zalen: dit is te weinig! Bovendien zal de Generaal-Majoor, Prov. Cdthier
niet zijn goedkeuring aan hechten, daar kazerne en hospitaal, vooral bij een
besmettelijke, niet bij elkaar behoren.
In advies gehouden en ter inzage der leden. R6-5-1847, 12.