357. Door Raad besloten B. en W. te verzoeken aan Gen.-Maj. te antwoorden, dat Raad zich onverplicht acht een gebouw aan te wijzen, aangezien de zieke militairen naar Groningen moeten worden overgebracht, wanneer hier niet voldoende ruimte is. Wordt deze bepaling opgevolgd en tevens 2 kamers, eveneens volgens bestaand voor schrift, in de kazerne aangewezen voor lichte gevallen, dan zijn de thans bestaan de zienkenkamers in de Kleine Kerkstraat voldoende voor het doorgaans zo geringe garnizoen alhier. R3-6-1847, 9. Missive Generaal-MajoorProvinciaal Commandant van Vriesland, Groningen, en Drenthe, daarbij nogmaals aandringende op de afdoening der steeds nog aanhangi ge zaak aangaande een geschikt Infirmerielokaal. 16-6-1847, 10. Missive Luit.-Kolonel, Garnizoens Commandant alhier, en missive Gen. Ma joor, Prov. Commandant Vriesland, Groningen en Drenthe, aangaande het ontoereiken de der Garnizoens Infirmerie, omdat het aantal zieken sedert de vermeerdering van het garnizoen aanmerkelijk is toegenomen. Door B. en W. wordt, na overleg met de Commissie, en na inspectie door de Officier van Gezondheid Dr. J.C., Ploug, om van het Stads Burger Ziekenhuis, dat thans slechts voor een klein gedeelte bezet is, het ongebruikte deel, dat thans ongeveer 30 zieken kan bevatten, daarvoor provisioneel te bestemmen. Aldus besloten in Raad. R19—8—1847, 1. Mededeling door Luit. Kolonel, Garnizoens Commandant alhier, der evacuatie van 30 zieke militairen naar Groningen, onder opmerking, dat het gewenst is, ter voorkoming van dergelijke transporten, nog een ander lokaal ter beschikking te stel len. Provisioneel in advies gehouden. 15-9-1847, 16. Verzoek Luit. Kolonel, Garnizoens Commandant alhier, om een andere zaal ter behandeling van scabieuze zieken, aangezien in de tot hiertoe gebruikte zaal in de kazerne niet kan worden gestookt. Aan Architect opgedragen. 24-11-1847, 9. Missive Luit. Kolonel, Garnizoens Commandant, in antwoord op Missive dezer zijds 14-4-1848, N47/496, houdende, dat hij gemachtigd is om de tot bijzondere instruc tie bestemde zalen in de kazerne te bezigen tot ziekenzalen, met verzoek aan B. en W. het nodige in orde te brengen. Architect gemachtigd. 22-4-1848, 6. Missive Architect aangaande het inrichten van een stookplaats op de binnen plaats der Garnizoens Infirmerie, tot heetmaken van water voor baden, etc. voor de manschappen, die eventueel door de cholera mochten worden aangetast, volgens ver zoek van de Officier van Gezondheid. Is reeds aan voldaan. 4-7-1849, m20. Missive Majoor Garnizoens Commandant, houdende 2 vragen aangaande de Garni zoens Infirmerie en de inrichting van eenig lokaal voor gymnastische oefeningen. Architect gemachtigd het lokaal, vroeger tot gymnastiekzaal gebezigd in de kazerne, daartoe opnieuw in te richten. Dit bericht aan Majoor, onder mededeling, dat na het inrichten van deze zaal tot haar vroegere bestemming, er nog 2 zalen beschikbaar blijven voor hulp Infirmerie, zodat er bij het thans aanwezige garnizoen geen behoefte is aan een groter gebouw voor Gar nizoens Infirmerie dan het tegenwoordige. 24-4-1850, 2. Op voorstel van B. en W. is door Raad besloten een commissie van 5 Raadsle den te benoemen om te onderzoeken: a. Of het belang der stad vordert, dat het gebouw, bestemd voor Garnizoens Infirme rie, na ontruiming door de Rechterlijke Colleges, tot dat doel aan de militairen wordt overgedragen.. b. Zo nee, dan na te gaan of de Raad bevoegd is het gebouw aan zijn oorspronkelijke bestemming te onttrekken. c. Bij toestemming de Raad te adviseren welke bestemming er dan aan te geven. Benoemd zijn in deze Commissie: Mr. J.H. van Boelens, Mr. C.J. van der Veen, N.J. Dirks, R.D. Smeding, Mr. J. Cats Ezn. R2-5-1850, 16. Door Commissie wordt gerapporteerd, dat voldoende is gebleken, dat het aan de Raad vrijstaat het nieuwe gebouw aan de Wissesdwinger K332 al dan niet aan de mi litaire autoriteit af te staan. Bij afstaan zal het gebouw in de Kleine Kerkstraat, F89aan de stad in eigendom over gaan. Hiet nieuwe gebouw is ingericht voor een garnizoen van 1.000 man, maar dit is (be houdens enkele weken per jaar 800) nooit groter dan ruim 400 man. Het aantal zieken is hoogstens 60, terwijl het gebouw meer plaatsen heeft, en bij epidemiën bijzondere maatregelen zijn te treffen. Het oude gebouw is echter ongeschikt en niet dan met grote kosten op te knappen. Daarom stelt Commissie voor het gebouw niet geheel af te staan, maar alleen het mid denstuk, en de Westelijke vleugel, en dan de Oostelijke vleugel af te schutten en zelf te behouden, bv. voor school, etc. Besloten het rapport ter visie der leden te leggen en te behandelen in de volgende vergadering. R6-6-1850, 8.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 108