361
Verzoek van Evert Johannes Kindermans, koopman, hoek Achterom bij de Tuinster-
poort BI 11, om op de wal voor dit huis 1 of 2 lindebomen te mogen plaatsen.
In handen Architect. 15-8-1826, 7.
Toegestaan 1 lindeboom op de wal te plaatsen. 19-8-1826, 14.
Verzoek van Hendrik Popkes Vrieseman en Lambertus de Haan, om een boom te
mogen plaatsen op de wal voor hun huizen A252 en 253.
In handen Architect. 7-11-1826, 11.
Toegestaan. 18-11-1826, 12.
Verzoek Mr. Bernhardus Buma om voor zijn huis, Weaze D40 de oude lindeboom
aldaar te mogen wegnemen en 4 jonge bomen hiervoor in de plaats te zetten.
In handen Architect. 16-12-1826, 11.
Toegestaan. 19-12-1826, 4.
Besloten enkele bomen bij de Hoeksterpoortzoveel als nodig is om deze af
te breken, te rooien, en deze in het Ruiterskwartier ter vervanging van aldaar aan
wezige dode of ontbrekende bomen, te doen plaatsen. 5-4-1831, 13.
Besloten van de bomen op de Stadswal tussen Hoeksterpoort en Kazerne de
koppen te doen afnemen en deze te verplaatsen naar het Zaailand, de Grachtswal, etc.
29-11-1831, 14.
Mededeling door B. en W. dat zij de verkoop hebben aangekondigd van:
70 stuks stambomen op de wal achter het Zaailand,
50 idem op de singel achter de Kazerne Prins Frederik,
122 stuks lindebomen op het bolwerk tegenover de Grachtswal.
Begroting ca. 600,
Machtiging verleend door Raad. R15-11-1845, 3.
In verband met het verschil van gevoelen of onder deze verkoop ook hadden
te behoren te worden begrepen de bomen in het Ruiterskwartier en in het Zaailand,
is besloten deze bomen vooreerst nog niet te vellen. R4-12-1845, 1.
Machtiging door Ged. Staten tot verkoop van enige op stam staande bomen,
vermeld bij Missive dezerzijds 13-11-1845, N32/1172. 19-11-1846, 4.
Op advies van B. en W. is door Raad, ter nadere aanvulling van Raadsbesl.
R4-12-1845, 1., bepaald, de beide middelste regels dezer bomen, en die aan de zijde
van het Ruiterskwartier staan, voorzover betreft het te dempen gedeelte der gracht,
te verkopen.
Aan B. en W. de uitvoering verzocht. R5-2-184 6, 15.
Begraafplaatsen
Algemeen. 1811-1813.
Rapport aangaande de Begraafplaatsen. (Zie M8—7—1811, 2.).
Verzonden aan Prefect bij Missive 31-8-1811. M3 1-8-18
18 14 en later
Voorstel tot verbetering der Kerkhoven, een beter onderhoud der doodbaren,
en een kleine belasting voor het gebruik ervan.
In advies gehouden door Raad. R25-8-1821, 4.
In handen gesteld van de Commissie der Bouwzaken. R4-2-1822, 11b.
Aangezien het nodig is om nieuwe Registers van de eigenaren der graven aan
te leggen, is besloten de eigenaars der graven op te roepen om binnen 2)maanden
opgave hiervan te doen, daar de graven anders aan de stad vervallen.
- - - - 30-3-1822, 8.
Door Raad besloten Burgemeesteren te verzoeken van de Directeur der Kerkho
ven op te vragen de lijsten der graven, met opgave van de eigenaars, en deze opgave
te stellen in handen der Commissie tot de Bouwzaken, teneinde een voorstel te doen
(volgens R5-2-1822) omtrent de belasting op het gebruik der doodbaren.
R22-8-1822, 4.
Door Raad besloten Burgemeesteren en Commissie tot de Bouwzaken te machti
gen om verschillende graven op de Kerkhoven over te nemen van de eigenaren, tenein
de de begraafplaatsen, dicht bij de huizen gelegen, buiten gebruik te stellen.
Verder een nieuw tarief te ontwerpen op het gebruik der baren, en herziening van
de Instructies van de Directeur der Kerkhoven en der doodgravers.
R18-8- 1823.
(blz22. 2.)
Lastgeving door Gouverneur, dat voorlopig de graven, waarin lijken van aan
de geheerst hebbende ziekte gestorvenen begraven zijn, niet mogen worden geopend,
en dat nieuwe graven slechts op voldoende afstrand mogen worden aangelegd.
Medegedeeld aan de Beheerder der Kerkhoven. 17-2-1827, 1.