369. Besloten door B. en W. de door Ged. Staten voorlopig goedgekeurde verordening op de Nieuwe Begraafplaats alhier af te kondigen. Verder óm aan Parnassijns der Israël. Hoofdsynagoge te berichten, dat zij na een maand hun tegenwoordige begraafplaats niet meer kunnen gebruiken, maar dat haar ten gebrui- ke wordt afgestaan een stuk land achter de Nieuwe Begraafplaats, mits stipt wordt voldaan aan de bepalingen der verordening. 28-5-1833, 9. Besloten Artikels 54 en 55 der Verordening op de Begraafplaats aldus aan te vullen, dat voor het begraven van lijken van kinderen beneden de 12 jaar het halve ta rief geldt. R17-7-18337. In afwachting van de goedkeuring door Z.M. is door Ged. Staten machtiging ver leend het tarief in werking te brengen. Mededelen in Raad. 10-8-1833, 13. Mededeling van het bovenstaande in Raad. R9-9-1833, 2. Verzoek van enkele leden van binnen deze stad gevestigde begrafenisfondsen, dat het 4e Artikel van het Reglement op de Nieuwe Begraafplaats buiten toepassing mag worden gesteld voor deze fondsen, en dat zij toestemming mogen hebben bij overlij den van leden,» deze te dragen, gelijk ook in andere steden der provincie geschiedt. In handen der Commissie Burgemeesteren en Secretaris; daarna in Raad te brengen. 27-8-1833, 6. Het bovenstaande in Raadgebracht Door deze gesteld in handen der Commissie voor de Nieuwe Begraafplaats. R9-9- 183313. Verzoek van Parnassijns der Ned. Israël. Hoofdsynagoge, aangaande de aan hun in gebruik gegeven Nieuwe Begraafplaats, om enige wijzigingen in het begrafenisrecht aan te brengen. In Raad gebracht. 14-6-1834, 19. Toezending door Officier, belast met het toezicht op de Garnizoens Infirmerie, van een missive van de Directeur-Generaal van Oorlog aangaande het begraven van lijken, daarbij mededelende, dat Z. Exc. er niet alleen genoegen mee neemt, dat de lijken van onderofficieren in de 4e klasse op de Begraafplaats tegen een recht van 9,wor den begraven, maar verlangt dat dit ook met de militairen van lagere rang geschiedt. Besloten deze zaak als afgedaan te beschouwen, daar aan het verlangen van B. en W. aangaande het voldoen der begrafeniskosten van het lijk van sergeant Beerends is vol daan. 23-8-1836, 5. Verzoek van Opzieners en Lijkbezorgers der Begraafplaats om enige verhoging van hun beloningen. De ondervinding van 9 jaar doet de noodzaak kennen in het Reglement enige veranderin gen aan te brengen. Daartoe gesteld in handen Commissie: Mr. J.H. Boelens, Mr. N. Fockema, J.C. Kutsch, Mr. L. Dorhout. R4-2-1841, 10. In verband met de te ver verstreken tijd is de behandeling van deze zaak uitge steld tot.de volgende Raadsvergadering. Rl-12-1842, 13. Rapport der Raads Commissie, ingesteld bij Raadsbesluit R4 2—1841, 10., in verband met het verzoek der Opzieners en Lijkbezorgers der Stedelijke Begraafplaats om enige verhoging van beloning. Besloten de Artikels 25, 54, 55, 62, 67, 69, 75 en 76 der verordening te veranderen. Met tekst der veranderde artikelen en Instructie voor de Opzieners en Lijkbezorgers bij de begrafenissen. R8-12-1842, 8. Besluit Ged. Staten aangaande de indertijd opgemaakte en ingezonden tarieven der Begrafenisrechten op de nieuwe Begraafplaatsen, houdende mededeling, dat deze moeten worden herzien en ingericht, gelijk in dit besluit wordt ontwikkeld. In Raad gebracht. 5-7-1845, 6. Door Raad gesteld in handen van een Commissie: Van Boelens en Fockema. R7-8- 18451. Aanschrijving door Ged. Staten om er rekening mee te houden, bij de vaststel ling der in behandeling zijnde tarieven van Begrafenisrechten, dat deze tarieven door de Raad zullen worden vastgesteld. 7-8-1845, 12. Door Raad besloten op grond van het rapport der Commissie, als grondslag der berekening der tarieven de bestaande klassificatie (boven en beneden 12 jaar) te ver vangen door de door Ged. Staten voorgedragen klassificatie (beneden 2 jaar, 2-16 jaar en boven 16 jaar). Met tabel, aangevende het tarief der verschillende klassen. R2-I0-1845, 7. Tarieven alsboven aangegeven en vastgesteld. R6-11-1845, 9. Terugzending door Ged. Staten van de tarieven van de Begraafplaats, gezonden bij Missive dezerzijds 13-11-1845, N9/117 1, met bericht, dat deze niet kunnen worden ontvangen, daar zij zijn opgemaakt door B. en W. Dit moet door de Raad geschieden. Door B. en W. redres aangebracht en teruggezonden met de opmerking, dat deze tarie ven, hoewel getekend door B. en W.door de Raad zijn vastgesteld. 23-11-1845, 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 120