384. Mededeling door Ged. Staten van K.B1-8-1829, N30, waarbij, met intrekking van K.B. 22-11-1829, N139, machtiging wordt verleend tot openbare verkoop van stads- eigendommen ter waarde van 120.000, Ged. Staten geven in overweging een reservefonds aan te leggen. Door Raad besloten voor de beslissing over een reservefonds het rapport af te wachten van de Raads Commissie, benoemd in de vergadering R16-2-1829, 2. Verder B. en W. gemachtigd de stadsplaatsen buiten de gemeente en losse landerijen tot een waarde van 76.000,te verkopen, zodra mogelijk. R31-8-1829, 2. Door B. en W. is Wethouder Mr. J.D. Wiersma verzocht om te verkopen diverse landerijen voor de stad, o.a. de plaatsen te Hiaure, Giekerk, Englum, Deinum, Ooster- littens, en losse landerijen onder Beetgum, Marssum, Deinum, Warstiens, Huizum en Leeuwarden. 19-9-1829, 5. Door Raad besloten om, in afwachting van het rapport omtrent een reservefonds, B. en W. te machtigen de landerijen, die dit jaar niet worden verkocht, en waarvan de huur eindigt Mei 1830, nog 1 jaar te continueren aan de tegenwoordige huurders. R6-10-1829, 10. Door Raad besloten B. en W. te machtigen de recipissen voor de geldlening van vorig jaar, die massaal zijn met de kopers der toen verkochte vastigheden, te verkopen, en ieder der belanghebbenden het bedrag der mindere opbrengst te doen aan- vullen* R26-1-1831, 4. Rapport van de Commissie tot de Bouwzaken aangaande de bouwvallige toestand der aan de stad in eigendom behorende woningen: Gemeente Jelsum (Lekkum)Sectie D433, 5 roeden, 30 ellen, belastbaar inkomen 77, 60. Gemeente Leeuwarden, Sectie C156, 2 roeden, 30 ellen, belastbaar inkomen 196,52. Sectie A766, 1 roede, 8 ellen, belastbaar inkomen 51,71. Aangezien deze met veel onkosten in bewoonbare staat moeten worden gebracht, is beslo ten ze na verkregen machtiging in het openbaar te verkopen. Via Ged. Staten wordt machtiging aan Z.M. gevraagd. R6-10-1842, 10. Toezending door Ged. Staten van K.B. 21 12—1842, N47, houdende machtiging op het Stadsbestuur tot publieke verkoop van de op een bijgaande staat vermelde vastig heden, voorgedragen bij Uitg. Missive dezerzijds 11-10-1842, N104/856. R29-12-1842, 2. Conditie van verkoop goedgekeurd en B. en W. gemachtigd tot verkoop. R29-12-1842, 9. Missive van J.C. Kutsch, gelastigde der stad tot verkoop en verhuur van vas tigheden, berichtende de afloop der verkoping en verhuring. 10-1-1843, 13. Mededeling van deze missive aangaande de verkoping op 9-1-1843 aan Raad. Door Raad J.C. Kutsch bedankt voor de genomen moeite in het belang der stad. R2-9-1843, 13. Verzoek van Herre Harmens Poelsma, landbouwer onder Leeuwarden, als gelastig de van zijn schoondochter, Wed. H.H. Poelsma, landbouwersche op een stadsplaats, en Johan Sjerps Jellema, landbouwer onder Lekkum, mondeling gelastigde van zijn zuster, Wed. C.J. Westra, landbouwersche achter het Noordvliet, om een wandekoop tussen Leeuwarden en Wed. Westra (5 bunders, 38 roeden, 70 ellen van de eerste tegen 5 bun ders, 9 roeden, 20 ellen van de tweede). Gesteld in handen van Raads Commissie (G. van Wageningen, H. Bolman, Mr. W. Albarda) RlO-lO-1844, 9. Advies Commissie is ongunstig: het land van de stad is meer waard dan dat van Wed. Westra. R7-11-1844, 9. Afgewezen. R21-11-1844, 5. Zie nader:' Plaats achter Cambuur. R21-11-1844, 5. Rapport van B. en W. dat er waarschijnlijk een gelegenheid is tot aankoop van 3 woningen in de Rochebrunesteeg achter de Franse Kostschool voor Jonge Juffrouwen. Aangezien het van belang is deze billijk te verkrijgen ter afbraak, worden B. en W. ge machtigd na verkregen autorisatie volgens taxatie van Architect, deze aan te kopen. Gezonden aan Ged. Staten. R12-]1-1846 3. Verzoek van voorzitter Raad, Mr. J.H. van Boelens, om ruiling van een'ge- deelte hooiland, Kad. Buitenland Sectie F514, 516, groot 2 bunders, 20 roeden, 50 ellen, tegen daarnaast gelegen hooiland, eigen aan de stad, groot 3 bunders, 67 roe den, 50 ellen, Kad. Buitenland Sectie F513, 515. De ruil is zodanig bedoeld, dat het middelste stuk land eigendom van verzoeker wordt, met de bedoeling dit in te polderen. Gesteld in handen van Commissie: O.P. Waller, C.J. Feddes, Mr. G.N. Muiier. R7-9-1848, 16. Rapport der Commissie: hierin wordt aangetoond, dat tegen inwilliging een 7-tal bezwaren zijn in te brengen, terwijl het voordeel voor de stad gering is, maar tevens wordt een aantal middelen aan de hand gedaan om de bezwaren zoveel moeeliik od te heffen. Ter inzage der leden tot de volgende vergadering. R3-5-184 9, 6.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 135