395
Klacht van Hans Aukes Bontekoe, huurder der stadsplaats, thans nog bewoond
door Johannes Jans Wiebinga, over de slechte bemaling. 17-2-1816, 8.
'Klacht ongegrond? 5-3-1816, 7.
Aanbod door de Erven MejSwalve (P.A. Willinge en Juffr. Scrinerius), om
aan de stad over te doen 2 particuliere florenen op plaats N43, thans in gebruik bij
Hans Aukes Bontekoe. R11-6-1816, 4.
Op diens rapport wordt P. Cats gemachtigd de afloop provisioneel te regelen.
R16-3- 18 18, 4.
Door Raad besloten deze af te kopen voor 200,
(L. de Windt, gelastigde). R4-5-1818, 7.
Verzoek van Hans Aukes Bontekoe, huurder der stadsplaats aan de Kalverdijk, om
tegemoetkoming voor wederopbouw van het afgebrande huis en schuur, en toekenning van
het recht van 5 huurjaren.
In handen gesteld der Commissie tot de Bouwzaken. 8-7-1823, 5.
Door Raad het verzoek in deze vorm afgewezen, doch 7 huurjaren toegestaan, ein
digende 1830. R4-8-18236.
Verzoek van Hans Aukes Bontekoe, huurder der plaats achter Cambuur, en van
diens borg Johan S. Jellema, om particuliere florenen, waarmede de plaats is bezwaard,
waarvan er 2 aan de stad behoren, en 2 aan Pieter Cats, wegens de grondlast met 1/5
te verminderen, om dan Cats te verzoeken de andere 2, die aan Hein Blok hebben toe
behoord, eveneens te verminderen. 1-4-1826, 16.
Door Raad afgewezen. R10-4-1826, 4.
Mededeling door Hans Aukes Bontekoe, dat hij aanneemt de 7 huurjaren omtrent
de huur van de plaats, bij hem in gebruik, die zullen ingaan na afloop der tegenwoor
dige verhuring (12-5-1823 - 12—5—1830).
Besloten B. en W. te machtigen tot het opmaken van het huurcontract.
R4-2-1828, 2.
B. en W. door Raad gemachtigd tot openbare verhuring van de zathe en landen,
met o.a. watermolen, aan het Kalverdijk jeachter Cambuur, groot 28 Bunder, 49 Roe
den. R20-7- 184314. 4.
Door de tegenwoordige bewoonster, Wed. Hans Aukes Bontekoe, is geboden 640,-
Hoewel dit hoger is dan totdusver betaald, is het nog beneden de kadastrale huurwaar
de
Door Raad is echter beslist, dat de plaats moet worden gegund aan betrokkene.
R7-9-1843, 17h
Verzoek van Aafke Sjerps Jellema, wedBontekoehuurdersche Stadsplaats tot
Petri en Mei 1851, om huurrecht te mogen overdragen aan Hotze Sierds de Wal, land
bouwer onder Dronrijp, op dezelfde voorwaarden. r
Borgen: J.S. Jellema, landbouwer onder Lekkum, en C.J. Hoekstra, vetweider onder Jel-
sum.
Toegestaan. 16-2-1848, 17.
Aangezien tengevolge der inpoldering van de grote Meenschar en omgeving in
verband met de aanleg van een exercitieveld, de huurder der Stads Zathe en Landen
aldaar: Hotze Sierds de Wal, thans 10 pondematen land minder ter beschikking heeft,
en de huurprijs 13,per pondemaat bedraagt, wordt aan deze voor het laatste huur
jaar 1850/51 op de te betalen huursom ad 640,een korting verleend van 130,
Dus te betalen 510,15-5-1850, 18.
Op voorstel van B. en W. wordt besloten de zathe en landen achter Cambuur,
groot 28 Bunders, opnieuw te verhuren aan dê tegenwoordige huurder:
Hotse Sierks de Wal, voor 925,R7-11-1850, 3b. F.
Plaats bij Poppebrug. (Verkocht in 1819).
Bij de bespreking op het Raadhuis op 21—11—1814 met de gebruigers van Stads
landerijen, was de huurder Doeke Franzen niet genegen tot 1 jaar continuatie.
22-11-1814, 18.
Voor deze plaats hebben zich enige liefhebbers om voor 1 jaar te huren, op
gegeven.
Besloten door B. en W. Donderdag a.s. een bespreking op het Raadhuis te houden.
6-12-1814, 10.
Deze plaats, bewoond door Doeke Franzen, die 650,per jaar betaalde, is
voor 1 jaar gehuurd door Eelko Cuperus, voor 700,8-12-1814, 3.
3-1-1815, 10.
Bij openbare verhuring op 20 en 21 november 1815 is de plaats voor de tijd
van mei 1816 tot mei 1823 verhuurd aan E. ten Berge voor 525,per jaar.
25-11-1815, 1. 6.