266.
Onze Lieve Vrouwen Landpoort.
Verzoek van Sijbren Jacobs Wierdsma, portier O.L. Vrouwenpoort, om enkele
inlichtingen aangaande de inning der gelden en het poortsluiten.
25-4-1818, 12.
Vaststelling der poort-, boom- en bruggelden voor Tuinster- en Wirdumer-
poorten. Dit geldt ook voor de Hoeksterpoort en Vrouwen Waterpoort en Vrouwen-
landpoort3-7-1824, 16.
Verzoek van Aaltje Bergsma, Wed. Siebren Wiersma, om te blijven beguns
tigd met de post van portier der Vrouwenlandpoortdoor wijlen haar man lange
jaren waargenomen.
Bij rondgaande brief aan Raad voorgelegd, met het advies: Afwijzen en de poort
verpachten tot Mei 1831, wanneer de pachttijd der overige poorten eindigt.
11-10-1828, 15.
Afgewezen, met last om huis E315 uiterlijk 12-11-1828 te ontruimen.
14-10-1828, 3.
Mededeling door B. en W., dat de verpachting der Vrouwenpoort, toegestaan
bij rondgaande brief door de Raad op 13-10-1828, op 25-10-1828 heeft opgebracht
209,per jaar.
Pachter is: Age Stelpstra, melktapper alhier. R17-11-1828, 11.
Door B. en W. is op 9-3-1831 verhuurd de woning der Vrouwenpoort, ingaan
de 12-5-1831, aan Antoon Plaat, voor 1 jaar tegen 47,R2—4—18313.
Door Raad besloten de verhuring der stadswoningen op Wirdumer- en Vrou
wenpoort, waarvan de huur eindigt per 12-5-1832, op te dragen aan B. en W.
R9—1—183211.
Door B. en W. de woning der Vrouwenpoort E315 weder voor 1 jaar te ver
huren aan de tegenwoordige huurder Antoon Plaat, voor 43,per jaar.
17-1-18327.
Mededeling door Raad, dat de woning Vrouwenpoort voor 1 jaar aan de te
genwoordige huurder voor dezelfde prijs is verhuurd. R6-2-1832, 9
Wirdumerpoort
Rapport Commissaris van Politie aangaande het op ongewone tijd luiden der
klok van de Wirdumerpoort door de poortier J. Feenstra.
Door Burgemeesteren gestraft met 8 dagen schorsing, gedurende welke tijd hij wordt
vervangen door de 2 stadsassistenten. 9-9-1817, 7.
In verband met het overlijden van J. Feenstra, poortier der Wirdumerpoort,
in afwachting van de verpachting, diens zoon T. Feenstra, met de waarneming be
last door Burgemeesteren. 21—7—1818, 19b.
Verzoek van Wed. Johannes Feenstra, om tot 12-5-1819 op de Wirdumerpoort
te mogen blijven wonen na de dood van haar man op 20-7-1818. 1-8-1818, 14.
Toegestaan. R3-8-1818, 11.
Vaststelling van de Instructie voor de pachter der Wirdumerpoort.
(1819-1821). R2-11-1818, 7.
Verpachting Wirdumerpoort (en verhuring Doele) vastgesteld op Woensdag
2-12-1818. 3-11-1818, 8.
Mededeling der verpachting der opkomsten van de Wirdumerpoort voor het
tijdsvak 12-5-1819 tot 31-7-1821.
Pachter: Johannes Arnoldus voor 1.320,per jaar.
Borg: Johannes van der Veen. 5-12-1818, 13.
Medegedeeld aan Raad. R7— 12—1818, 10. 2
Verzoek van Johannes Arnoldus, pachter der Wirdumerpoort, om, daar hij de
opkomst der poort te hoog heeft aangeslagen, en door de aanhoudende droogte, ge
volgd door langdurige vorst, totdusver een nadelig jaar heeft gehad, om uitstel
van betaling, totdat de 4e termijn zal zijn verstreken.
Op grond van het advies van de borg Johannes van der Veen, toegestaan.
R6-3-182010.
Verzoek van Joh. Arnoldus om vermindering van pacht van 643,over
het afgelopen jaar.
Aangezien er geen bijzondere schade is geweest en zijn bod ook niet bepaald hoger
was dan dat der andere bieders, wordt dit afgewezen. Echter worden Burgemeesteren
gemachtigd om alle gelden te voldoen, die de stad verplicht is voor pramen, pos
tillons, etc., en tevens vergoeding voor het gebruik als wachtlokaal door de com
miezen. Rl-5-1820, 10.