292.
Toezending van K.B., waarbij voor de tijd van 18 maanden is afgestaan het
Rijksgebouw, waarin thans het Burger Ziekenhuis is geplaatst. 21-5-1825, 8.
Mededeling van het bovenstaande in Raad. R1—6—1825, 3.
Machtiging door Ged. Staten om voor het bekruinen van de gracht voor de
Seigneuriewaletc. te besteden het bedrag van 5.744,20, dat was bestemd voor
vernieuwing van het Ziekenhuis en van de Dubbele Pijp, welke niet zijn doorgegaan.
11-8-1827, 8.
Voorstel der Raads Commissie om het Ziekenhuis uit bouwvallige gebouw,
waarin het thans is, te verplaatsen naar de voormalige kazerne in de Haniasteeg,
welk gebouw evenwel te groot is, zodat er een passende nevenbestemming voor moet
worden gezocht, waarvoor wordt voorgesteld een Raads Commissie te benoemen.
In handen van B. en W. gesteld.. R27-1-1830, 5.
Door B. en W. omtrent de ruiling der voormalige scherprechterswoning, thans
Burger Ziekenhuis, met de Turfschuur tussen Rijk en Stad, aan Gouverneur bericht:
Dat in 1825 op voorstel der Regering de Stad genoegen nam met deze ruiling, die
alsnog kan plaats vinden-
Dat de te ruilen Stadsgebouwen zijn: Turfschuur, Ammunitie schuuren stal en woning
daartussen.
Dat ruiling kan plaats vinden met gesloten beurs. Dat de Stad ten allen tijde de Am-
munitieschuur wil overdoen voor vergroting der gevangenis.
Dat het daarom voldoende is thans het Ziekenhuis te ruilen tegen de Turfschuur, die
echter thans vol turf zit: daarom moet de overdracht wachten tot 1-5-1832.
25-10-1831, 5.
Rapport Commissie Bouwzaken aangaande herstel of verbouw van het Ziekenhuis.
Er worden 3 plannen aan de hand gedaan: kostende 3.541,f 4.861,en 6.661,
Dit rapport laten circuleren bij de leden. R14-5-1832, 6»
Aangehouden tot de volgende vergadering. R9-6-1832, 5.
Door Raad besloten voorlopig alleen het achterste gedeelte van het gebouw te
verbouwen, wegens de kosten, en omdat het gehele gebouw niet tijdelijk buiten gebruik
kan worden gesteld, wegens gevaar voor uitbreken der Aziatische cholera.
R2-7-18325.
Besloten de aanbesteding der verbouwing van het achterste gedeelte voan het
Stads Ziekenhuis te doen plaats hebben op Dinsdag 24-7-1832. 17-7-1832, 5.
Mededeling door B. en W. dat de verbouw van het Ziekenhuis, benevens de
aanmaak van 20 stuks houten kribben, begroot op 1.360, op 24-7-1832 zij aanbe
steed voor 1.299,dus ƒ61,beneden de raming.
Aannemer is Pieter Jans van der Wal. R15—8—1832, 5.
Voorstel van J. Vitringa Coulon, voorzitter der Raads Commissie voor het
Stads Ziekenhuis, om:
1. Provisioneel niet aan te besteden het bouwen van ziekenzalen in het Stads Arm
huis in de Haniasteeg.
2. Onderzoeken haar de mogelijkheid van bouw van het Stads Ziekenhuis op een andere
plaats
Door Raad is punt 1 niet in bespreking genomen, daar onlangs tot deze bouw is beslo
ten.
Punt 2 is in advies gehouden. R11-12-1837, 12.
Teneinde het gebouw van het Stads Burger Ziekenhuis een beter aanzien te ge
ven en de inrichting van binnen te verbeteren, om het vooroordeel weg te nemen, dat
personen uit de mindere stand tegen het gebruik van deze inrichting schijnen te heb
ben, is 5.500,overgedragen. R29-10-1838, 3.
(blz212, lOOm.)
In verband met de slechte toestand van het gebouw van het Stads Ziekenhuis,
en de behoefte het tevens te brengen onder een goed beheer en administratie, is aan
B. en W. opgedragen een onderzoek in te stellen en rapport uit te brengen.
R14-11-18395.
Aangezien zowel beheer en toezicht als de lokaliteit van het Stads Zieken
huis veel te wenschen overlaten wordt door B. en W. de zaak, voorzover het lokaal
betreft onder de aandacht gebracht van de Plaatselijke Commissie van Geneeskundig
Toevoorzichtmet verzoek om spoedig rapport aangaande verbetering ter plaatse, of
nieuwbouw. 21-3-1840, li-
Missive der Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht, ter voldoer
ning aan besluitïB. en W. 21-3-1840, 11., houdende mededeling der denkbeelden aan
gaande het tegenwoordige gebouw van het Stads Ziekenhuis, en wel speciaal of met
vertimmering kan worden volstaan, of nieuwbouw nodig is.
Missive met tekening in advies en circuleren bij leden B. en W.
25-4-1840, 12.
Mededeling B. en W. aan Raad, dat in verband met Raadsbesluit R14—11—18395.
aan de Plaatselijke Commissie voor Geneeskundig Toevoorzicht is gevraagd of het ge
bouw van het Stads Ziekenhuis bij verbouw in de behoefte kan voorzien of dat nieuw
bouw beter zou zijn.
Geantwoord is, dat verbouw, met behoud van de bestaande mannenafdeling en keuken zeer
goed gaat, ook volgens de Architect.