306.
Toezending door Ged. Staten van 2 bestekken:
1. Dempen gedeelte Oude Gracht tussen Zaailand en Ruiterskwartier over 352 ellen.
2. Het bouwen van een stenen hoofdriool langs Zaailand en Ruiterskwartier over 54
ellen
Mededeling door Gouverneur, dat 1. is gegund aan:
J.J. Groen, Mr. Timmerman, alhier. Borgen: H.R. Stoett, alhier en W.F. Stoett, al
hier
2. is gegund aan:
E.J. Visser, alhier. Borgen: Jan Stoett, alhier en P.W. Feenstra, alhier.
R4-12-1845, 4.
Missive van de door de stad benoemde taxateur van het terrein voor het Gerechts
hof, houdende verslag van zijn werkzaamheden, en van het verschil van gevoelen tussen
hem en de deskundige van de provincie: Jan Klazes van Riezen. 29-11-1845, 14.
Mededeling Ged. Staten, dat, aangezien de beide taxateurs J.K. van Riezen en
G. Kruizinga, het niet eens hebben kunnen worden omtrent de door de provincie aan
de stad te vergoeden som voor de afstand van grond in Ruiterskwartier en Zaailand,
het nodig zal zijn de President van het Hof de benoeming van een derde te vragen.
Een verzoek daartoe wordt toegezonden, met verzoek dit getekend terug te zenden.
Accoord. 8-12-1845, 4.
Mededeling Gouverneur, dat door President Gerechtshof tot 3e deskundige is be
noemd: Johan Sjerps Jellema, landbouwer onder Lekkum.
(Overdracht grond Zaailand, etc.). 24-12-1845, 1.
Terugzending door G. Kruizinga alhier, der toegezonden stukken, onder opmerking
van een en ander, aangaande het rapport van de 3e taxateur.
Declaratie bijgevoegd.
Aan Secretaris opgedragen de declaratie te voldoen, tegelijk met die van taxateur
Jellema. 24-1-1846, 12.
Request T.0. Gorter, koopman alhier, als vertegenwoordiger voor zijn huisvrouw
Wytske Wybrandi, houdende mededeling, dat hij bezwaren heeft tegen de wijze van afgra
ving van de wal bij het Ruiterskwartier, in verband met een aan deze in eigendom be
horend zomerhuis aldaar, met verzoek hem de gelegenheid te bieden tot billijk akkoord,
aangaande de toegang tot deze eigendom.
In handen Waller en Van Wageningen. 14-2-1846, 6.
Besloten in het belang van adressant zich te wenden tot Gouverneur, en mede te
delen, dat de aannemers willekeurig zijn te werk gegaan ten aanzien der amotie van de
middelste brug in het Zaailand. Gouverneur verzoeken te bevorderen, dat aan,verzoe
ker een billijke schadevergoeding wordt gegeven. 18-2-1846, 6.
Besluit Ged. Staten aangaande de opneming en opmeting van de gedempte grond in
het Zaailand, ter berekening van het door de provincie aan de stad verschuldigde be
drag 0,25 per vierkante el).
Verzoeke iemand aan te wijzen om van stadswege daarbij tegenwoordig te zijn.
Besloten de Architect Thomas Romein aan te wijzen. 9-5-1846, 8.
Verzoek Ged. Staten om een stellige opgave, waar de grond tot aanvulling van het
terrein om en in het te bouwen Paleis van Justitie alhier te steken.
Besloten te antwoorden: ca. 500 kubellen achter Heeren Logement, ca. 1500 kub. ellen
ten Westen van dat bastion, waar de afgraving is geëindigd, en alsdan meer benodigde
tussen molen tegenover Vallaat en Vrouwenwaterpoort, op plaatsen die zullen worden
aangewezen. 20-6-1846, 1.
Mededeling Ged. Staten aangaande klacht van T.0. Gorter wegens schade aan een
staketsel en aan een trap of toegang tot het zomerhuis van zijn vrouw Wytske Wybrandi,
dat de aannemer Visser ontkent dat de schade door hem is veroorzaakt. Ged. Staten
achten na ingesteld onderzoek zich onverplicht en onbevoegd te beslissen, en laten
de verdere behandeling aan B. en W. over.
Besloten alvorens enige verdere beslissing te nemen, aan Gorter te vragen hoe hij
denkt, dat de schade moet worden berekend. 13-7-1846, 1.
Mededeling door Rinske de Jong, Wed. G.M. Neijenhuisthans zonder beroep, dat
zij in 1839 op aanvrage heeft toegestemd om haar huis in Droevendal op billijke taxa
tie af te staan, en tengevolge daarvan maatregelen heeft genomen, die achteraf on
nodig bleken, maar die ook een dergelijke schade hebben veroorzaakt, dat zij geen be
staansmiddel meer heeft, en daarom een beroep doet op de welwillendheid van de Raad.
Op advies van sommige Raadsleden, die met deze zaak volkomen op de hoogte zijn, wordt
verzoek afgewezen. R6-8-1846, 7.
Mededeling door B. en W., dat door Prov. Staten is goedgekeurd de aanbesteding
van het Gerechtsgebouw, en dat eerstdaags een begin wordt gemaakt, zodat de bomen
ter plaatse moeten worden gerooid. R6-8-1846, 13.
Verzoek der aannemers van het alhier in aanbouw zijnde Paleis van Justitie:
D.M. Postma, J.J. Groen en J. Beekhuis, om de afsluiting van een stuk stadsgrond in
het Zaailand, die voorwaardelijk en tot wederopzegging is toegestaan in missive Stads
Architect, onbeperkt toe te staan, zolang de bouw plaats vindt.
Antwoorden dat de mening van B. en W. is weergegeven in missive Architect, en dat
B. en W. bij deze mening blijven. 9-9-1846, 10.