335
250,—
300,™
500,—
fo
300,—
100,—
1.450,—
Machtiging door Ged. Staten om de kosten van voor de Kazerne geleverde meubelen,
bedragende 1.192,12, en de buitengewone keuken, ad 875,te betalen uit het fonds
van Onvoorziene Uitgaven op Begroting 1831. 11-2-1831, 8.
Verzoek van Plaatselijke Commandant en van de Kolonel, Commandant der 2e Afd
Ie Ban Vriesche Schutterij, om de zolders der Kazerne door tijdelijke afschuttingen lokaals
gewijze te verdelen.
In handen Architect voor rapport. 11-2-1831, 12.
Door B. en W. besloten op beide verdiepingen van de Kazerne aan de gangen afslui
tingen te maken, om de militairen te beletten te komen buiten het voor gebruik bestemde
gedeelte. Hiervoor zijn nodig 16 afsluitingen van latwerk met deuren. Kosten ca. 250,
Aan Architect opdracht gegeven. 17-5-1831, 6.
Toezending door Majoor, Commandant 3e Bat. Ie Afd. Vriesche Schutterij, van een
klacht door Kapitein Persijn van Nauta over het afsluiten van een gedeelte der Kazerne,
en voorvallen daaromtrent met Stadsbaas en Architect.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat voor 2 Comp. militairen het gehele gebouw,
dat 1.000 man kan bevatten, niet nodig is, en dat men een gedeelte heeft afgesloten,
daar in de pas schoongemaake zalen rommel lag. 6-8-1831, 3.
Klacht van de Plaatselijk Commandant aangaande schade aan slaapfournituren in de
Kazerne door lekkages bij stortregens, ten bedrage van 72,17, welke schade er niet zou
zijn, indien de Officier van het magazijn de sleutels niet waren onthouden.
Verzoeke vergoeding der schade.
B. en W. antwoorden, dat hiertegen bezwaar bestaat, daar de lekkage geen verband houdt
met het afgesloten houden van het magazijn, daar bij de inwoners der stad ook lekkage en
overstromingen zijn geweest. 13-8-1831, 6.
In 183 1 zijn aan de Kazerne de volgende uitgaven gedaan:
Aanschaffing Kribbekastjes
Afsluiten der gangen en buitengewone herstellingen
Schoonmaken Kazerne
Verbetering interieur
Bouw van een asbak
Totaal
Deze uitgaven zijn het gevolg van het grote garnizoen der Landelijke Schutterij.
R9-4-18325.
Mededeling door Majoor, Commandant Reserve Bat. 8e Afd. Inf., dat de beide ke
tels in keuken No. 6 zijn gebarsten en onbruikbaar geworden, met verzoek om herstel.
B. en W. antwoorden, dat men, hoewel ongehouden zijnde, daar de ketels door onachtzaam
heid zijn stukgekookt, toch er de ketels uit de kleine keuken zal plaatsen, met verzoek
tevens om in 't vervolg voorzichtiger te zijn. 17-1-1835, 16.
Antwoord Majoor Commandant. 31-1-1835, 31.
Mededeling, dat het verven der Kazerne Prins Frederik is aangenomen door:
Jan Brens, Mr. Verver te Kollum, voor 550,R30-4-1835, 5. 1.
Mededeling door Burgemeester, dat in een paar kribben in de Kazerne Prins Frede
rik, in gebruik bij de Schutterij, ongedierte is ontdekt, en dat nog 8 andere kribben ook
niet zuiver waren. 28-11-1835, 12.
Verzoek door Majoors Commandanten le en 2e Afd. Vriesche Schutterij, om in de
onderofficierskeuken in de Kazerne Prins Frederik een ijzeren ketel in een fornuis te
metselen
Toegestaan, onder voorwaarde, van goed onderhoud en ongeschonden overdracht.
6-12-1836, 6.
Klacht van Majoor Commandant der le Afd. Vriesche Mobiele Schutterij, aangaande
onaangenaamheden met de Stadsbaas, over de toegang tot het wapenmagazijn, en het niet af
geven van de sleutel aan de Luitenant Meyer.
Provisioneel voor kennisgeving aangenomen. 18-2-1837, 10.
Klacht van Majoor, Plaatselijk Commandant, dat door de bewoners op het plein
voor de Kazerne vuilnis wordt geworpen.
Door B. en W. besloten in de nabijheid der Kazerne een bord te plaatsen, en de omwonen
den aan te zeggen zich te wachten voor het werpen van vuilnis. 22-12-1838, 9.
Aangaande het vegen der schoorstenen in de Kazerne Prins Frederik en in de Gar
nizoensinfirmerie is bepaald:
De schoorstenen in de keukens en ziekenzalen zullen, wanneer gestookt wordt, maandelijks
worden geveegd, en die in de overige kamers 4 keer 's winters, en 2 keer 's zomers,
door degene, die door B. en W. daarmee wordt belast, telkens op aanzegging van de Agent
van Kazernering, die met het toezicht blijft belast.
(Reglement Kazernering 26-6-1814). 15-1-1839 9.
Missive Majoor, Plaatselijk Commandant, in antwoord op Missive dezerzijds 23-3-
1839, N47/287aangaande het leggen van stenen vloeren in de benedenzalen der Kazerne
Prins Frederik.
Door Generaal-MajoorProv.. Commandant, is bezwaar gemaakt, wegens bericht daarover
van de eerstaanwezende Officier van Gezondheid. 2—4—1839, 8