190. Door B. en W. wordt bericht, dat zij met de Secretaris gaarne zullen komen, en dat het B. en W. genoegen doet, dat de nieuwe school naar wens is. 9_io_-|84l 14 Mededeling door Commissarissen der Muziekschool, dat bij ervaring is gebleken, dat de maatregel van 1838 om het instrumentaal onderwijs voor de hoogste klassen op te dragen aan Kufferath, en in de lagere aan Fliedner, niet voldoet aan oogmerk en aard der school. Het is gewenst om ook voor dat vak een bekwaam onderwijzer te hebben. Voorgesteld wordt nog eens te trachten om de steeds bestaande vacature naar de behoefte der school te vervullen. Raad gaat hiermede accoord. R 11-8-1842 3. Bericht van Commissarissen der Stedelijke Muziek school, dat zij in het Algemene Handelsblad een oproep hebben geplaatst voor onderwijzer in het instrumentale vak, en dat zich onderscheidene personen hebben aangemeld. Voorgesteld wordt te benoemen: Petrus Vedemeyer, 27 jaar oud, sedert 8 jaar stafmuzikant- bij het Reg. Inf. Verzoek van Johann Heinrich Fliedner, muziekmeester alhier, om thans een definitieve aanstelling tot onderwijzer in het instrumentale vak, welke betrekking hem sedert 1838 provi sioneel is opgedragen. Door Raad wordt, wat betreft het eerste, aan Commissarissen voorgesteld om alle sollicitanten te onderzoeken. Het verzoek van Fliedner wordt gesteld in handen van Commis sarissen. R 6-10-1842 7. Antwoord Commissarissen op Raadsbesluit R 6-10-1842.7 aangaande een vergelijkend examen voor de sollicitanten van de functie van muziekmeester, onder terugzending van het ver zoek van J.H. Fliedner. Verzoek van H.W. Luers, muziekmeester alhier, om benoeming als muziekmeester voor het instrumentale vak. Door Raad is een Commissie van 3 leden benoemd. (O.P. Waller, Mr. C.J. van der Veen, F. de Haan), om zich te verstaan rnet Commissarissen. R 20-10-1842 4. Rapport der Raads-commissie Commissie heeft ellereerst de oprichting der school nagegaan. Een Raadsbesluit der oprichting is niet te vinden. Het Reglement is vastgesteld bij R 5-7-1826. Volgens dit Reglement wordt alleen tegen betaling onderwijs gegeven. Alleen bij bijzondere begaafdheid is dit gratis, waarvan meerdere malen gebruik is gemaakt. Dus geen algemeen volksonderwijs. Commissarissen zijn van oordeel, dat dit ook niet moet, daar het onderwijs hier een hogere strekking heeft. Het volksonderwijs moet aan de Lagere School worden overgelaten. De Muziekschool doet de hier gevestigde muziekmeesters geen concurrentie aan, daar de tarieven van deze te hoog zijn, en steeds hoger worden, zodat velen hiervan geen gebruik kunnen maken. Commissarissen zijn van oordeel, dat de school de beoefe ning der muziek bevorderd heeft. Commissie doet geen voorstel tot Reglementsverandering, maar laat dit aan de Raad over. Aangaande het verzoek van Fliedner, om een definitieve aan stelling verklaarden Commissarissen, dat deze niet in alle opzichten geschikt was, nu men een betere kan krijgen. Aangaande het verzoek van Luers verklaarden Commissarissen, dat zij redenen hadden deze niet voor te dragen, vroeger en nu, waarop de Commissie niet verder heeft gevraagd, in t belang van de persoon.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 190