194. Verzoek Evert van der Val om, wegens staking der postwagendienst Leeuwarden-Sneek, de bij deze dienst in gebruik zijnde wagen, bekend als No.1 weder, evenals voor heen, in de dienst op Groningen te mogen gebruiken, en wel als bestemd voor 9 personen en vrachtgoederen. B. en V. hebben geen bezwaar, mits wordt gezorgd voor opvolging der bepalingen van B. en V. 1-7-1843. 15» aan hem door Directeur van Politie bekend gemaakt. 25-8-1843 11. Toezending door Gouverneur van Besluit Min. van Fin. Afd. Posterijen, waarbij aan Evert van der Val en Rienk Post concessie wordt verleend voor postwagendienst Leeuwarden-Sneek. 12-9-1843 4. Missive Directeur van Politie in verband met het tweeledig gebruik, dat Evert van der Val maakt van het rijtuig No.1, door dat voor 8 personen in de dienst op Groningen, en voor 9 in die op Sneek te gebruiken. Voorgesteld wordt hem mede te delen, dat hij moet beslis sen het rijtuig te gebruiken voor de dienst op Sneek of voor die op Groningen. In het eerste geval wordt het gerekend voor de dienst op Groningen te zijn afgekeurd; in het tweede geval moet hij de nummering veranderen. B. en V. hebben bezwaar deze aanschrijving uit te voeren, maar Directeur van Politie dient, indien daartoe termen aanwezig, betrokkene in rechten te vervolgen wegens over treding van het Reglement. 14-10-1843 11. Toezending door Gouverneur van verzoek van onder nemers om toestemming hun postwagendienst voortaan niet meer te bezigen voor het vervoer van reizigers en goederen, maar alleen voor dat van reizigers. B. en adviseren gunstig. 9-3-1844 2. Toestemming verleend door Min. van Financiën. 16-4-1844 11. Inzending door Directeur van Politie van klacht tegen de voerman en postiljon Frederik Brouwer, en even eens van een klacht van de ondernemer Evert van der Val tegen deze en tevens tegen Tade Rispens, eveneens voerman en postiljon bij .deze dienst. B. en W. gelasten de ondernemers deze personen niet meer als voerlieden in deze dienst te bezigen. 26-11-1844 22. Inzending door Directeur van Politie van proces- senverbaal tegen ondernemers wegens te late aankomst der diligence op 19-11-1844, met informatie of motivering heeft plaats gevonden. Antwoord B, en V.; ja, oorzaak onvoorziene omstandigheden. 30-11-1844 11. Inzending door Directeur van Politie van proces verbaal tegen ondernemers wegens te late aankomst op 28-1-1845, met informatie of motivering heeft plaats ge vonden B. en V. antwoorden: ja, oorzaak onvoorziene omstandigheden. 4-2-1845 8c Inzending door Directeur van Politie van proces verbaal tegen ondernemers wegens te late aankomst op 5-2-1845, met informatie of motivering heeft plaats gehad. Antwoord B. en W,ja, oorzaak onvoorziene omstandigheden. 4-3-1845 8d Inzending door Directeur van Politie van proces verbaal tegen ondernemers wegens te late aankomst op 19-8-1845, met informatie of motivering heeft plaats gehad. Antwoord B. en V.ja, oorzaak onvoorziene omstandigheden. 3-9-1845 14.b Inzending door Directeur van Politie van proces verbaal tegen postwagendienstondernemers Evert van der Val en Rienk Post, wegens te late aankomst op 4-11-1845, met informatie of motivering heeft plaats gehad. B. en V. antwoorden bevestigend; oorzaak onvoorziene om standigheden. 8-12-1845 9.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 195