78
Missive Ged. Staten met dezelfde strekking.
Door B. en V. wordt Raad geadviseerd om subsidie toe
te staan. Het bedrag der toelage vast te stellen in
volgende vergadering. 9t8-1 849 10.
Door B». en besloten aan Raad voor te stellen
jaarlijks Fl.200,- toe te staan.
Fungerend Secretaris zal het voorstel ontwerpen.
25-8-18^9 6.
Mededeling door Ged. Staten dat door Prov. Staten
bij besluit van 19-7-1849 is bepaald, dat door de Provincie
aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken zal worden ver
strekt Fl.300,- voor 1850 en Fl.150,- voor 1849, terwijl
aan de Raad hetzelfde bedrag zal worden gevraagd.
Raad wordt verzocht terug te komen op een vroeger besluit,
waarbij een gedaan aanbod is ingetrokken, en dezelfde be
dragen toe te kennen.
Door B. en wordt alsvolgt geadviseerd:
Door de stad is indertijd Fl.200,- aangeboden, met een
lokaal, vuur en licht.
Door de Provincie is dit niet aangenomen, en van de vesti
ging van de Kamer geen bericht gegeven. Verder is er in
2 k 3 jaar geen post voor uitgetrokken op de Begroting.
Daarom maakt de Raad bezwaar aan de aanvraag van de Kamer
te voldoen. Aangezien het nut van de Kamer voor de stad
hetzelfde is als indertijd bij het doen van het aanbod,
is het consequent om, nu officieel aanvraag om subsidie
wordt gedaan, dit aanbod gestand te doen.
Daar het echter een Kamer is voor de gehele Provincie,
is het niet billijk, dat de stad evenveel betaalt als deze.
Aangezien de Kamer verdt# een Provinciale instelling is,
ligt het voor de hand deze te huisvesten in een gebouw der
Provincie: er is thans ruimte genoeg in het Gouvernements
huis
Daarom wordt door B. en voorgesteld op Begroting 1850
een subsidie van Fl.200,- te plaatsen, en in overweging
gegeven de zittingen te houden in een provinciaal gebouw,
zonder over 1849 iets aan te bieden.
In advies gehouden tot volgende vergadering.
Inmiddels ter inzage der leden. R 6-9-1849 3»
Door Raad besloten aan Ged. Staten te antwoorden,
dat Raad bezwaar moet maken te voldoen aan het verzoek
om subsidie toe te kennen, aangezien de Kamer provinciaal
is, en dus ook alleen door de provincie behoort te worden
bekostigd. R 4-10-1849 9»
Missive Gouverneur, daarbij herinnerende aan diens
Missive van 30-8-1849, houdende verzoek om te berichten
of er naar de mening van B. en uitzicht bestaat, dat
de Raad, wanneer de zaak andermaal aan deze wordt voorge
legd, van dit besluit zal terugkomen.
Burgem. deelt mede, dat reeds als antwoord is verzonden
Missive dezerzijds 29-10-1849. No.29/1114, daar de mening
der ¥ethouders bekend was. 31-10-18^9 4.
Toezending door Gouverneur van afschrift extract
K.B. 15-1-1850. No.83, houdende benoeming van leden in de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leeuwarden, ter ver
vanging van de per 31-12-1849 afgetredenen. 30-1-1850 9»
Missive Gouverneur in antwoord op Missive dezerzijds
19-10-1849. No.29/1085, waarbij Raad Ged. Staten mededeelt,
bezwaar te moeten maken om voor het 2e halfjaar 1849 en
voor 1850 een som te verstrekken voor de Kamer van Koop
handel
Raad wordt verzocht de zaak nog eens te overwegen, en in
afwachting van het nemen van maatregelen van bestuur deze
zaak te bekostigen, en niet aan de vorm op te offeren, en
zodoende voor de stad deze inrichting te behouden.
Door Raad is besloten terug te komen op het vorig besluit
R 4-10-1849. 9» en deze zaak schriftelijk met Gouverneur
te bespreken.