324.
Verzoek van Nolle Jans Dirks, negotiant alhier, en Gjalt Wijtzes
Welling, veerschipper en koopman te Oudega, samen eigenaar van het geoc-
troyeerde veerschip Oudega, Nijega, Opeinde-Leeuwarden om, in overeenstem
ming met het bestuur van Smallingerlandin Art. 24 van het Reglement
achter de naam "Oudega" de naam "Nijega" en "Opeinde" te mogen invoegen.
Door Raad gesteld in handen van een commissie(H. Bolman, J.C. Kutsch,
Mr. P.F. Martin). R 1-7-1841 11.
Rapport door Raad in advies gehouden tot een volgende vergadering.
R 2-9-1841 3.
Door Raad besloten dit te zenden aan Smallingerland.
R 9-9-1841 3.
Rapport der Commissie: Uit het onderzoek der stukken blijkt, dat
bij de instelling van dit veer dit wel degelijk voor alle 3 dorpen is be
doeld, maar dal alleen Oudega in het Reglement is genoemd, omdat de vaart
naar Nijega en Opeinde toen nog niet bestond.
Het veer is ingesteld bij octrooi van 8-10-1712, waarbij door de Staten
van Friesland aan Hendrik Weerts, Evert Berents, Sied Mennes en Aeble
Johannes octrooi is verleend voor een beurtdienst.
Opeinde. (zie ook Oudega).
Toezending door Gouverneur van verzoek van N.J. Dirks en G.W.
Welling aan GedStaten om concessie voor het inleggen van een beurtveer
Opeidde-Leeuwarden, met vergunning om goederen van Opeinde naar Nijega te
vervoeren.
B. en W. berichten daarop, dat vergunning behoort te worden aangevraagd
aan Leeuwarden en Smallingerland, en adviseren Ged. Staten verzoekers
naar deze besturen te verwijzen. 4-6-1844 2.
Door Ged. Staten verwezen naar de besturen van Leeuwarden en
Smallingerland, overeenkomstig het adres van B. en W., vervat in Uitg.
Missive dezerzijds 6-6-1844. No.16/543. 22-6-1844 6.
Rapport Raads-commissiedeze komt tot de conclusie, dat Ged.
Staten de middenweg hebben bewandeld tussen het gevoelen der beide be
sturen.
Commissie oordeelt, dat een nieuw beurtveer rechtstreeks naar Opeinde
via de nieuwe vaart, schade zal doen aan het bestaande veer via Oudega,
welke schade reeds thans wekelijks door een zonder octrooi varend schip
wordt toegebracht
Daarom wordt door de Commissie voorgetsteld om:
1Samen met Smallingerland een Reglement te ontwerpen voor een
nieuw beurtveer rechtstreeks naar Opeinde.
2. Aan Ged. Staten te berichten dat Leeuwarden van oordeel is,
dat op grond van billijkheid de voorkeur moet worden gegeven
aan de eigenaar van het bestaande veer over Oudega, om het
nieuwe in werking te brengen.
Door Raad in advies gehouden, aangezien deze zaak waarschijnlijk eer
lang zal worden opgelost door een neiuw beurtveer, tot genoegen van de
eigenaars van het bestaande veer. R 4-7-1844 6.
Verzoek van N.J. Dirks, koopman, en G.W. Welling, koopman en
veerschipper Oudega-Nijega-Leeuwarden, om vergunning een geregeld, en
volgens nader goed te keuren Reglement, wekelijks beurtveer aan te leg
gen tussen Opeinde en Leeuwarden, zodanig, dat ook vervoer van goederen
van Opeinde naar Nijega is toegestaan.
Door B. en W. besloten te antwoorden, dat verzoekers moeten overleggen:
a. Een Reglement en vrachtlijst voor het verlangde veer.
b. Stukken die bewijzen, dat zij boven anderen gerechtigd zijn
tot concessie. R 1-8-1844 3.
Oudega- Leeuwarden. Later zijn de woorden Nijega en Opeinde er
boven geschreven.
Geadviseerd wordt de verzoekers te handhaven in hun rechten en in het
Reglement achter het woord "Oudega" in te voegen "Nijega en Opeinde",
wat thans, nu er wel een vaart bestaat, noodzakelijk is.
Aldus besloten door Raad. R 4-11-1841 6.