338. Toezending door B. en W. Amsterdam van Missive der Kamer van Koophandel aldaar met bezwaren tegen het ontworpen Reglement beurtveer Amsterdam-Leeuwarden. Voorgesteld wordt het verschil over de vrachtprijs te delen. In handen Secretaris gesteld tot het maken van de in de Raad te brengen ontwerp. 25-4-1829 7. Vaststelling door Raad van de Verordening op het beurtveer, en verzoek aan B. en W. om 2 exemplaren naar Amsterdam te zenden ter vaststelling en tekening aldaar, en ter goedkeuring door Ged. Staten van beide provinciën. R 20-5-1829 17. Goedkeuring door Ged. Staten. Medegedeeld aan B. en W. Amsterdam met verzoek om toezending van 200 e xemplaren. 7-8-1829 2. Toezending door B. en W. Amsterdam van 200 exemplaren der Ver ordening en vrachtlijst van het beurtveer, waarvan de kosten bedragen F1.40,-. Voorstel het in werking te brengen 1-10-1829. B. en W. gaan hiermee accoord; het zal heden worden afgekondigd en het bedrag ad. Fl.40,- worden overgemaakt. 26-9-1829 10. Verzoek der gezamenlijke beurtschippers Leeuwarden-Amsterdam om verandering in de bepalingen ten aanzien van het ophalen der vracht lonen zonder dat daartoe door de Commissaris wordt bijgestaan. Door B. en W. in advies gehouden. 6-6-1840 24. Aangezien de Commissaris van het beurtveer mededeelt, dat de schippers weigeren aan hem de 24% der onzuivere vrachtlonen der door hem uitgeloste ladingen te voldoen, is door B. en W. besloten dat Art.7 der provisionele Instructie voor de Commissaris van het beurtveer, dat tot moeilijkheden blijkt te leiden, in te trekken. 13-6-1840 19. Aanbieding van door de schippers van het beurtveer Leeuwarden- Amsterdam voorgestelde veranderingen in de vrachtlijst. Door B. en W. gezonden aan B. en W. Amsterdam met bericht, dat B. en H. alhier geen bezwaar hebben. Indien Amsterdam ook geen bezwaar heeft, dan kan het ontwerp in de Raad worden gebracht. 28-2-1843 15. Voorgesteld door B. en W. Amsterdam om, ter vermijding van onnodige formaliteiten de schikking over te laten aan Commissaris en schippers, met voorkennis der Stadsbesturen. B. en W. gaan hiermede accoord. In de vergadering van 11-4-1843 zullen Commissaris en schippers ontboden worden. 1-4-1843 10. Mededeling door Commissaris beurtveer Leeuwarden-Amsterdam, als gevolg van de opdracht in de vergadering van 4-4-1843, dat ook de beurtschippers J.H. van der Meulen, G.J. Nijdam, S.E. Postma en P.W. Walstra accoord gaan met de toen besproken veranderingen in de tarieven, zodat de voorg4stelde bepalingen door een onderlinge overeenkomst der beurtschippers zijn tot stand gebracht. 29-4-1843 24. Missive B. en W. Amsterdam in antwoord op Missive dezerzijds 28-3-1846 No.16/394, aangaande het verzoek der beurtschippers Leeuwarden- Amsterdam tot afschaffing der jaarlijkse loting, en tot regeling der beurten zodanig, dat de eerstkomende ook het eerst weer afvaart. Door B. en W. in advies gehouden en inmiddels de schippers daarover verstaan. 18-4-1846 12. B. en W. antwoorden aan Amsterdam, dat zij zich nogmaals dien-, aangaandehebben doen voorlichten, en vooralsnog geen termen hebben ge vonden voor verandering van het Reglement. 13-5-1846 8. Verzoek der gezamenlijke beurtschippers Leeuwarden-Amsterdam om opheffing der bepalingen in Art.34 van het Reglement, zodat het hun vrij zal staan év. buitenvrachten te vervoeren. Afschrift van dit adres gezonden aan B. en W. Amsterdam. 10-3-1847 13. Antwoord van B. en W. Amsterdam op Missive dezerzijds 12-3-1847 No. 16/404.. Door B. en W. besloten de zich op Wo. 7-4-1847 alhier bevindende schip pers in de vergadering van B. en W. te ontbieden, teneinde hen daarover te horen. 31-3-1847 11.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 139