358. In verband met Missive van B. en W. Schiedam over bovengenoemd verzoek der Rotterdammer schippers, berichten B. en W. dat men niet kan treden in dit verzoek, aangezien het veer in betrekking staat tot Haar lem, en men de Verordening wil handhaven. 25-9-1830 5. In verband met het feit dat Rinse Jochems Nijdam, schipper in het veer Leeuwarden-Schiedam geen schip heeft, en zijn beurt laat waarnemen door de Rotterdammer beurtman, en wel op een andere dag dan volgens het Reglement is bepaald, informeren B. en W. bij Schie dam of hij daartoe toestemming heeft ontvangen. B. en W. hier hebben bezwaar tegen de ineensmelting der Schiedammer en Rotterdammer veren. 27-9-1831 6. Missive B. en W. Schiedam aangaande de inrichting van het veer, waaromtrent de schipper vandaar zich alhier zal aanmelden. Door B. en W. in advies gehouden tot de komst van de schipper. 8-11-1831 9. Verzoek van Rinse Jochems Nijdam, beurtschipper Schiedam- Leeuwarden, om goedkeuring tot het varen in de beurt Rotterdam-Leeu warden en terug, waartoe hij een regeling heeft getroffen met de schipper in dat veer, Adrianus de Vries. Door B. en W. in advies gehouden. 24-12-1831 13. Verzoek der gezamenlijke beurtschippers Leeuwarden-Rot terdam om dit veer te verenigen met dat op Schiedam. B. en W. informeren naar het gevoelen van Rotterdam en Schiedam, onder mededeling, dat hun bezwaren van vroeger thans zijn opgeheven. 14-4-1832 14. Door B. en W. alhier worden B. en W. Rotterdam herinnerd aan de beantwoording van Missive dezerzijds 14-4-1832. No.17/299, aangaande de vereniging van het beurtveer van Leeuwarden op Rotterdam met dat op Schiedam. 16-6-1832 16. Noch bij B. en 'W. Rotterdam, noch bij B. en W. Schiedam bestaan bedenkingen tegen bediele samenvoeging der beide veren. 30-6-1832 9. Antwoord van B. en W. Rotterdam op Missive dezerzijds 26-3-1833 No.17/195, aangaande vereniging der beurtveren Leeuwarden- Rotterdam en Leeuwarden-Haarlem-Schiedam. Geen bezwaar bij Rotterdam dat verzoekt een nieuw Reglement te ont werpen. Dit wordt door B. en W. aan Secretaris opgedragen. 2-4-1833 8. Toezending door B. en W. Schiedam in antwoord op Missive dezerzijds 27-11-1833 No.910, van een exemplaar der "Ordonnantie Beurtveren op Friesland, Groningen en de Ommelanden van 13-11-1806, terwijl zij verklaren te blijven bij de toevoeging van Art.31 van het nieuw ontworpen Reglement voor het beurtveer op Leeuwarden. Door B. en W. in advies gehouden. 10-12-1833 2. B. en W. berichten aan Schiedam dat hiertegen bezwaar wordt gemaakt Aan Rotterdam wordt verzocht het Reglement nog niet aan Ged. Staten ter goedkeuring te zenden, maar te wachten tot de zaak is besloten. 14-12-1833 8. Door B. en W. wordt bepaald, dat per 1-4-1835 beide veren worden verenigd volgens Reglement. 21-3-1835 30. Schippers Mededeling B. en W. Schiedam, dat door hen is aangesteld tot schipper in het beurtveer Schiedam-Leeuwarden: Rinse Jochems Nijdam, met verzoek deze toe te laten. Door B. en W. in advies gehouden. 21-3-1829 8. B. en W. berichten aan Schiedam dat Reglementen, benoemingen etc. door beide plaatsen in gemeenschappelijk overleg dienen te ge schieden en verzoeken een ontwerp in te zenden, terwijl een exemplaar der verordening voor het beurtveer Leeuwarden-Rotterdam wordt toe gezonden. 28-3-1829 17. Verzoek van Lodewijk Martinus van der Werff om aanstelling als beurtschipper Leeuwarden-Schiedam. In advies gehouden. 24-3-1829 1.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 159