364.
De voordracht is alphabetisch opgesteld.
De benoeming geschiedt onder voorwaarde dat de functie vervalt,
zonder schadeloosstelling, wanneer de tollen verpacht worden.
Borgtocht Fl.500,-. 29-3-1836 7
Door Raad benoemd uit bovenstaande voordracht:
Rinius Douwes Nauta.
Behalve genoemde voorwaarden, dient hij te wonen in de omgeving van
het Schavenek. R 11-4-1836 10
Uitreiking der acte van aanstelling. 12-4-1836 9
Door B. en W. benoemd als Commissaris van het Franeker
trekveer en de Harlinger doorjager, inplaats van J. Wolbartus, over
leden: Jan Lycklama d Nijeholt, wonende te Franeker. 7-6-1836 8
Mededeling door B. en W. Harlingen, dat aldaar is aangesteld
tot Commissaris der trekschepen op Franeker en Leeuwardens Hendrik
Feikes de Boer aldaar, inplaats van Johannes Dames, op zijn verzoek
ontslagen
De aanvaarding der functie is op 1-8-1836.
Door B. en W. medegedeeld aan de Commissaris der Harlinger, Franeker
en Bolswarder trekveren. 20-7-1836 13
Op verzoek van de betrokkene wordt ingetrokken de provi
sionele toelating als waarnemer van de post van Commissaris van het
beurtveer Leeuwarden-Zwolle van Tietje Sjoerds Miedema, weduwe van
de overleden Commissaris B.R. Visser. (Toegelaten 1-12-1832 No.21/17),
en als zodanig benoemd: Johannes Herbertus Hoekstein. 13-8-1836 13
Verzoek van de Cpmmissaris van het Harlinger trekveer om,
evenals die van het Sneker trekveer is toegestaan, voor afhuren van
de roef Fl.0,25 te mogen berekenen, inplaats van Fl.0,10.
Provisioneel, en tot wederopzegging toegestaan, in afwachting van
herziening van het Reglement. 3-11-1838 14
Op diens verzoek wordt aan J.M. Lycklama a Nijeholt te
Franeker, Commissaris van het trekveer Harlingen-Leeuwarden, per
1-4-1839 eervol ontslag als zodanig verleend. 26-2-1839 9
Door B. en W- benoemd als Commissaris der trekschepen te
Dronrijp: Fedde Durks Ferwerda, inplaats van Jouke van der Meulen,
overleden. 16-6-1840 3
Missive B. en W. Franeker, houdende klacht tegen de Com
missaris van het Harlinger, Franeker en Bolswarder veer alhier, wegens
het afstaan van een afgewonnen vracht naar Deinum op 18-6-1840 aan de
Harlinger schipper, terwijl die aan de Franeker schippers had moeten
zijn toegewezen.
Gesteld in handen van Secretaris. 27-6-1840 8
Verzoek van de Commissaris van het Harlinger, Franeker en
Bolswarder trekveer en van de Commissaris te Franeker, om hun trak
tementen te verhogen met resp. Fl.100,- en Fl.50,- per jaar.
Hiervoor een Commmissie benoemen: Mr. J. Eekma, H. Bolman en Mr.
P.F. Martin.
Verder aan Ged. Staten verzoeken om de vaststelling van het concept
reglement te bespoedigen omdat de verpachting der tollen daarop
wacht. R 6-1-1842 17
Advies der Commissie bovengenoemd: Eerst afwachten het
bij Ged. Staten aanhangige ontwerp ot verbetering der trekveren.
Mocht dit echter nog lang uitblijven, dan kan het adres in nader
overweging worden genomen.
Besloten het adres voorlopig aan te houden. R 10-2-1842 4
Verzoek van R.D. Nauta, Commissaris Harlinger, Franeker en
Bolswarder trekveren, dat aan hem mag worden opgedragen de functie
van Commissaris der barge.
Door B. en W. in advies gehouden. 30-4-1842 22
t