Tenzij deze zich reeds voor 4 u. hadden aangemeld, terwijl, indien dit laatste niet mocht blijken, de exploitanten van de barge gehouden zijn de gewone vracht voor die personen en goederen aan de eerstvolgende uursbeurt uit te keren. Dit gemeenschappelijk besluit van Leeuwarden en Harlingen wordt aan Ged. Staten ter goedkeuring gezonden. R 16-4-1846 6 Terugzending door Raad Harlingen na ondertekening der bij Missive dezerzijds 23-4-1846. No.16/476 toegezonden deliberatiën, houdende enige wijziging in de afvaart der trekschepen. Ter goedkeuring aan Ged. Staten gezonden. 13-5-1846 6 Verzoek der trekschippers Leeuwarden-Harlingen om vergunning voortaan 's-morgens 4 u., inplaats van de vorige avond 10 u., te mogen afvaren op de dagen wanneer er geen beurtman Harl ingen-Aips terdam vertrekt. Op advies van Wethouder Waller, in wiens handen dit ver zoek was gesteld, is besloten het bij wijze van proef tot wederopzeggens toe toe te staan, onder voorwaarde, dat het kantoor van aantekening van pakketten, brieven, etc. ook voor deze beurten wordt gehouden ten huize van de Commissa ris voor het Harlinger trekveer alhier. 24-3-1847 18 Verzoek van H. Hebbes c.s., allen trekschippers Leeu- warden-Harlingenom tussenkomst van B. en W, ter beslis sing van een geschil, tussen hen en de huurders van schepen, tot hun veer behorêndê, over het deponeren van een geldsom bij de boekhouder daarvan, van de verdiensten wegens vervoer van goederen op en van de stoomboot "Friso" te Harlingen. B. en W. antwoorden dat, aangezien dit geschil van geheel huishoudelijke aard is, zij hiertoe onbevoegd zijn. 20-5-1847 17 Klacht Commissarissen van het Harlinger en Sneker trekveer aangaande het inladen van vee. e.a. door sommige schippers even buiten het verlaat liggende, en het niet strijken der masten. Verzoeke maatregelen te nemen daartegen. B. en antwoorden, dat bij hen geen bepalingen bekend zijn, waarbij het inladen in particuliere schepen aan de provinciale trekwegen verboden wordt, en dat verder geen schipper gedwongen kan worden het verlaat te passeren. Dat evenwel het niet strijken der masten of het niet be hoorlijk aanbrengen der lijnen een overtreding is van het Provinciaal Reglement 18-7-1844, en dat bij constateren daarvan slechts een korte klacht met vermelding van 1 of 2 getuigen aan Directeur van Politie behoeft te worden in geleverd. 1-6-1847 14 Verzoek der gezamenlijke Harlinger trekschippers alhier om hen in hun belangen op de daarvoor voorgestelde wijze te willen ondersteunen. In advies gehouden tot volgende vergadering. 21-7-1847 22 Mededeling door Commissaris Harlinger trekveer, dat op 18-2-1846 de trekschuit, die morgen te 4 u. van Harlingen is vertrokken onder de schippers Nutte Hoedemaker en Nicolaas Giel, alweer hier na 9u. is aangekomen. Door B. en W. bericht aan B. en W# Harlingen, met verzoek de acten van admissie van deze in te trekken. 23-2-1848 19 Door de trekschipper Hans van der Meulen wordt ge solliciteerd naar de betrekking van Rijksbrugwachter-tol gaarder te Oudeschouw. Gunstig advies van B. en W, 21-6-1848 10 Toezending door B. en Harlingen van een klacht van David Velleman tegen de Leeuwarder schipper, die op 23-6-1848 's-avonds 10 u. van hier naar Harlingen is afge varen, wegens te late bestelling van een trommel, geadres seerd aan Betje Kramer aldaar. In handen Secretaris gesteld voor onderzoek. 12-7-1848 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 84