1 12.
Mededeling door B. en W. dat zij hebben gemeend de Kohieren voor Brandspuit-,
Lantaarn- en Nachtwachtgelden voor het vervolg te doen opmaken volgens de grondslag der
kadastrale huurwaarde, die het billijkst en nauwkeurigst is. R2—12—184 117.
Rapport Raads Commissie aangaande de terugzendig door GedStaten van de Ko
hieren 1842 der Lantaarn-, Branspuit- en Nachtwachgeldenmet enkele opmerkingen,
waaraan moet worden voldaan.
De bedoelde aanslagen van erven en collectieve personen bedragen slechts 35,75,
een vrij gering bedrag.
Voorgesteld wordt te voldoen aan het verlangen van Ged. Staten om vertraging te voor
komen, maar aan Ged. Staten te berichten, dat men anders van gevoelen is.
Aldus besloten. R18-4-1842, 2.
Vaststelling door Ged. Staten van de Kohieren der Lantaarn-, Brandspuit- en
Nachtwachtgelden over 1842, ad 15.533, 10%
Gesteld in handen van Ontvanger ter invordering in 2 termijnen: voor 1 juli en 1 okto
ber 1842. 9-5-1842, 7.
Mededeling hiervan in Raad. R12-5-1842, 4.
Verzoek van Johannes Dijkhoutwonende tegenover het Slot op het Vliet L268a,
om vrijstelling van Personele aanslag ad 12,50 per jaar, waarvan hij de beide laatste
jaren nog moet voldoen.
Geen termen aanwezig: afgewezen. 2-9-1843, 13.
Verzoek van J. Bloemsma, schoenmaker, wonende alhier G1 17om restitutie van
1,70, wegens over 1842 te veel betaalde Lantaarn-, Brandspuit- en Nachtwachtgelden.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat bij onderzoek gebleken is, dat hij voor 1842 te
veel betaalde Lantaarn-, Brandspuit- en Nachtwachtgelden.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat bij onderzoek gebleken is, dat hij voor 1842 geen
reden tot klagen heeft, aangezien hij al die tijd een nieuwe zijkamer zonder verhoging
in gebruik heeft gehad. Voor de dienst 1846 zal evenwel op de splitsing van de aan
slag naar billijkheid worden geattendeerd. 30-7-1845, 10.
Aanbieding der Kohieren der Lantaarn-, Nachtwacht- en Brandspuitgelden voor
1843 ad 15.531,61%. Gedurende 14 dagen ter visie gelegd op de secretarie voor be
langhebbenden, daarna zal er het vereiste gevolg aan worden verleend.
R9-2-1843, 10.
Bericht,door Commissie Financiën, dat reclame is ingekomen, die gegrond was,
zodat deze aanslag is geroyeerd.
Thans aldus vastgesteld:
Hoofdkohier 15.354,
Kohier buitenwijken 177,6 1
Totaal 15.535,61% R2-3-1843, 6.
Vaststelling door Ged. Staten van de Kohieren der Lantaarn-, Brandspuit- en
Nachtwachtgelden over 1843 op 15.526,86-5.
Gesteld in handen van Ontvanger ter invordering in 2 termijnen: voor 1/7 en 1/10-1843.
25-3-1843, 11.
Mededeling in Raad, dat door Ged. Staten de bij Missive dezerzijds 13-3-1843,
NI 1/26 1 ingezonden kohieren hebben goedgekeurd. R6-4-1843, 2.
Verzoek van M.J. Cohen alhier, om ontheffing van alle vervolging wegens ver
schuldigde Personele Belasting.
Aangezien de omstandigheden van betrokkene dusdanig zijn, dat een rechterlijke vervol
ging wel geen gunstig resultaat zal opleveren wordt Ontvanger gemachtigd aan het ver
zoek te voldoen, en verzoekers buiten vervolging te stellen. 6-5-1843, 10.
Door Raad vastgesteld de Kohieren der Lantaarn-, Nachtwacht- en Brandspuit-
gelden voor 1844 binnen en buiten de wallen ad 15.405,69.
Deze komen 14 dagen ter inzage te liggen voor belanghebbenden. R7-3-1844, 2.
De kohieren hebben 14 dagen ter inzage gelegen, en er zijn geen reclames in
gekomen
Thans worden zij finaal vastgesteld op:
Hoofdkohier 15.226,10
Kohier in de buitenwijken 179 ,59
Totaal 15.405,69
Toegezonden aan Ged. Staten ter goedkeuring, bij Missive dezerzijds 4-4-1844, NI 1/463.
R4-4-184413.
Vaststelling door Ged. Staten van de Kohieren der Lantaarn-, Brandspuit
en Nachtwachtgelden over 1844 op 15.405,69.
Gesteld in handen van Ontvanger ter invordering in 2 termijnen: voor 1/7 en 1/10
1844. 16-4-1844, 14.
Mededeling hiervan in Raad. R2-5-1844, 2.
Verzoek van F.F. Rompel om, in verband met zijn verhuizing naar Haarlem per
1-5-1844, vrijstelling van Personele aanslag over de laatste 8 maanden van 1844.
Toegestaan. 27-4-1844, 14.
