121. Inzending door Ontvanger van onderscheiden aanslagbiljetten, waarschuwingen en sommatien inzake de Verlichtings-Brandspuit- en Wachtgelden over 1850 en 1851, voor personene van hier naar elders vertrokken. Verzocht wordt toezending aan de betrokken besturen, ter invordering. 16-9-1851, 24. Straatbelasting. Verzoek van F.G.C. Douairière Rengers, gebVan Lijnden, te Rijs (Gaasterland om redres van verkeerde aanslag in de belasting voor de straten op huis F266 6-1-1821, 6. Toegestaan. 27-1-1821, 11. Besluit Ged. Staten, houdende goedkeuringvan het Kohier der bijdragen voor de Straatverbetering 1820 en 182 1, daarbij in bedenking gevende de termijnen van in vordering zodanig vast te stellen, dat de last zo gelijkmatig mogelijk verdeeld is. In Raad gebracht. 3-3-182 1, 1. Verzoek van Carel Emilius Eist Baron Collot d'Escury te Minnertsga (tevens voor de boedel van wijlen zijn echtgenote Dido Cecilia Baronesse van Echten) om vrij stelling van de aanslag ad 19,50 in de belasting voor de Straatverbetering 1819 voor het pand Hl aan de Seigneurie, aangezien uit de koopbrief van 6-5-1808 blijkt, dat het huis de onderhoudsplicht van de straat niet heeft. In advies gehouden voor onderzoek. R4-2-1822, 6. Afgewezen. R4-8-1823, 9a. Verzoek van Martinus van Vierssen en echtgenote Johanna Maria van Haersma en Aletta Catharina van Haersma, Wed. de Wendt, gezamelijk eigenaren van huis H2 op de Seigneurie, om vrijstelling van belasting Straatverbetering 1819, aangezien de straat daarvoor steeds van 's Landswege is onderhouden. In advies gehouden voor onderzoek. R4-2-1822, 7. Afgewezen. R4-8-1823, 9b. Vaststelling door Raad van het Kohier 1822 van het Stratenfonds binnen de stad, waarop tevens de bijdragen in 1819, 1820, 1821, bij voorschot betaald, kunnen worden verevend. R2-12-1822, 2. Goedkeuring door Ged. Staten van het Kohier van Bijdragen voor de Straatver betering 1819, 1820, 1821. Invordering bepaald in Febr. en April 1823. 14-1-1823, 2. Verzoek van Abe Jacobus Posthuma, tegenwoordig eigenaar van huis 1244 (over genomen van Baudet?), om van de Straatbelasting 1820 en 1821, ad 10,die nog niet betaald blijkt te zijn, te worden ontheven. Afgewezen, met recht van actie tegen de vorige eigenaar. 29-4-1823, 4. Besloten de invordering der bijdragen van het Kohier der Straatbelasting 1823 te betalen op Dec. 1823 en Febr. 1824, telkens de helft. Verder het Kohier in te zenden bij Ged. Staten ter vaststelling. Rl-9-1823, 3. (blz33) Goedkeuring door Ged. Staten van het Kohier der Bijdragen voor de straatver betering 1821. 8-11-1823, 4. Goedkeuring van het door Burgemeesteren aangeboden Kohier van het Straten- fonds 1824. Rl-12-18237b. Goedkeuring en executoirverklaring door Ged. Staten. 14-2-1824, 8. Mededeling door Ontvanger, dat Mevr. A.E. van Haersma, Wed. de Wendt zich op- possante stelt tegen het dwangbevel tot betaling van 80,Straatbelasting over 1819, 1820, 1821, 1822 wegens het huis H2 op de Seigneuriewalen dat hij gedagvaard is op 4-2-1824 voor de Vrederechter te verschijnen. Mededelen in Raad. 31-1-1824, 10. Door Raad besloten in verzet te komen en de Ontvanger uitstel van behandeling te doen verzoeken tot de goedkeuring van Ged. Staten afgekomen is. R2-2- 18248. Goedkeuring Ged. Staten verleend. Mededelen in Raad. 14-2-1824, 9. Mededeling hiervan in Raad. R1-3-1824, 2. Besloten De Veth en Warmolts te verzoeken de stad te verdedigen in het pro ces tegen Mevr. A.C. van Haersma, geb. de Wendt. 17-2-1824, 2. Besloten de betreffende Ministers te verzoeken de achterstallige schuld van de Straatbelasting 1822 en 1823 te betalen, t.w.s 1822: 1823: Dep. van Justitie 297,50 150,50 Dep. van Binnenl. Zaken 48,50 29, Dep. van Oorlog 38,50 28, Domeinen 28,7, 8-5-1824, 18.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 123