2 Missives van Gouverneur in antwoord op Missives dezerzijds 4-2-1848, N32/189 en 28-2-1848, N32/322, aangaande de plaatselijke opcenten op de accijns op binnen- en buitenlands gedestilleerd. 22-3-1848, 4. 5. Besluit GedStaten, houdende herinnering tot inzending van de duplicaat-kwi- tantien van de bij de Arrondissements-Betaalmeesters gedane stortingen wegens de bij de Gemeente Ontvanger ontvangen provinciale belasting op wijn en gedestilleerd. Is hier niet van toepassing. 12-4-1848, 6. Besluit Ged. Staten aangaande de heffing van plaatselijke belasting op de in voer van binnenlandse likeuren. g_4— 1848 9. Inzending door Ontvanger van Rekening wegens de Ontvan en Uitgaaf der Prov. Belasting op Wijn en Gedestilleerd over 1847, met'bijlagen Ingezonden bij Ged. Staten. 19_4_1848, 13. Verzoek Katwinkel en Ackerlin, wijnhandelaars, om stedelijk entrepot in hun wijn kelder Bagijnestraat G1 18voor bij het Rijk veraccijnsde wijnen en buitenlands gedestilleerd. Verzoek voor gedestilleerd afgewezen, voor wijnen toegelaten, onder de volgende voorwaar den: a. Borg stellen bij notariële acte. b. Crediet tot wederopzeggensin dit geval aanzuivering der accijns binnen 2 maanden. c. Op Zaterdag 27-5-1848 moet bij de fungerend Hoofd Commies de staat van de voorraad worden opgegeven. d. De opgegeven voorraad moet de volgende dag onaangeroerd worden gelaten, ter veri ficatie door de ambtenaren. e. De Wijn kan eerst geheel worden uitgeslagen voor betaling der accijns. f. De doorgaande onveraccijnsde hoeveelheid mag niet kleiner zijn dan 75 vat. g. De verschuldigde accijns mag nooit meer bedragen dan 7/8 van de borgtocht. h. Begin Januari en begin Juli moet de accijns worden aangezuiverd. i. Reglement en voorschriften van Commies Controleur zijn verbindend. 17-5-1848, 19. Door B. en W. besloten genoegen te nemen in de borgtocht door Frederik Cornelis Andreae voor Johan Philip Ackerlin, wijnhandelaar onder de Firma Katwinkel, en Ackerlin, ad 3.000,—, opgemaakt voor notaris J. Albarda Hzn., overeenkomstig besluit B. en W.' 17-5-1848, 19. 31-5-1848, 20. Inzending door Commies Controleur van maandelijks rapport der visitatie ingevol ge besluit B. en W. 9-4-1844, 8. 6-9-1848, 17. Besluit Ged. Staten, houdende goedkeuring van de bij Missive dezerzijds 2 1-4-1848,' N18/535 ingezonden rekening van de Ontvanger van de heffing van opcenten voor de Pro vincie op wijn en gedestilleerd over 1847. Toegezonden aan Ontvanger. 4-10-1848 7. Bij de aanneming van Art. 6b. der Begroting 1848, houdende verhoging van de be staande accijns op wijn en gedestilleerd, is door Raad bepaald, dat in de aan Ged. Sta ten dienaangaande in te zenden deliberatie zal worden opgenomen, dat deze verhoging niet slechts voor 1 jaar verlengd wordt, maar voor onbepaalde tijd, om: a. in de behoeften van het volgende dienstjaar te voorzien, b. in staat te worden gesteld om, volgens het verlangen van Z.M. (K.B. 19-1-1848, N40), tot de aflossing der in beide vorige jaren gesloten geldlening over te gaan. c. t.z.t. daarvoor meer drukkende belastingen te verminderen of af te schaffen. R4-11-1848, 3. (blz240) Aangezien verschillende hogere uitgaven dan normaal tengevolge van de tijdsom standigheden ontstaan, niet kunnen worden bestreden uit Begroting 1849, is besloten aan Z.M. te verzoeken om toestemming te verlenen tot verhoging van 75 opcenten.op het binnenlands en van 40 op het buitenlands gedestilleerd, en verhoging van de belasting op wijn ad 4, die te brengen is op f 12,per vat wijn. Deze verhoging wordt ge- vraagd, niet alleen voor alles wat zal worden ingevoerd, maar ook voor alles wat reeds aanwezig is bij grossiers en tappers, etc. R4-1 1-1848, 4. In het verzoek aan Z.M. is nog op te nemen, dat de verhoging, behalve voor de na eind Dec. in te voeren waren, ook gevraagd wordt voor de dan bij grossiers, tappers, etc. aanwezige voorraden. R9-11-1848, 1. Terugzending door Ged. Staten van de voordracht, onder mededeling, dat Min. van Binnenlandse Zaken bezwaar heeft althans tegen de aanvrage om verhoging van het gedestil leerd, omdat deze verhoging niet geraden is voor de opbrengst der Rijks Accijns, terwijl het Dep. van Financien herhaaldelijk verklaard heeft ongenegen te zijn mede te werken aan een verhoging van meer dan de hoofdsom van plaatselijke belasting boven aan Rijksbelasting onderworpen goederen. Verzocht wordt andere middelen voor te dragen. Besloten niet te berusten, maar wegens de noodzaak bij een krachtig schrijven de behoefte daaraan te ontwikkelen, en Ged. Staten te verzoeken bij de Minister aan te dringen. B. en W. verzocht dit antwoord te ontwerpen. R14—12—1848 8.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 150