258. Verzoek van Rienk Jans Hoff, turfvoerder van Haulerwijk, om vrijstelling van de boe te, waarin hij is verwezen bij vonnis der Rechtbank alhier op 28-3-1849. Aangezien het verlenen van vrijstelling van boeten, opgelegd bij gerechtelijk vonnis, alleen aan de Kantonrechter komt, antwoorden B. en W. dat zij zich onbevoegd achten: dus het ver zoek wordt afgewezen. 12-5-1849, 13. Aan Gouverneur, die het verzoek om advies toezond, wordt geadviseerd tot vrijstelling der boete, met behoud echter van de door adressants eigen schuld, ten dezen gemaakte kos ten. 4-7-1849, 17. Boete kwijtgescholden: Zie bij: Reinder Zeldenrust 10-10-1849, 14. Inzending door Commies Controleur van afschriften van 3 processen verbaal, op 11-5-1849 opgemaakt tegen: T.A. Jasper, W. Smit, H.L. Reitsma, turfschippers alhier. Aan Gouverneur gezonden. 16-5-1849, 9. Missive Commies Controleur aangaande de vervolging in rechten. 26-5-1849, 12. Toezending door Officier van Justitie van verzoek van: Reinder Zeldenrust om kwijtschelding van boete en kosten ingevolge vonnis der Rechtbank wegens ontduiking accijns Turf. Gesteld in handen Commies Controleur om bericht. 13-8-1849, 8. Antwoord Commies Controleur. Besloten Officier van Justitie in deze geest te adviseren. 22-8-1849, 13. Mededeling door Officier van Justitie, dat bij K.B. 20-9-1849, N79 aan: Reinder Zeldenrust kwijtschelding is verleend van de boete ad 100, en bij K.B. 24-9-1849, N44 aan: Reinder Jans Hof kwijtschelding van de boete ad 50, waartoe beide waren veroordeeld wegens ontduiking van de accijns op Turf. De vonnissen blijven, wat de kosten betreft, onveranderd. Medegedeeld aan fungerend Hoofd Commies, om aan betrokkene mede te delen. 10-10-1849, 14. Inzending door Commies Controleur van 3 processenverbaalop 9-11-1849 opgemaakt tegen G.B. Moed, turfschipper van Oudehaske, P. de Jong, turfschipper van Oudehaske, P. Bakker, turfschipper van Tjalleberd. Voorgesteld wordt deze te zenden aan de Justitie. Gesteld in handen van Wethouder MrC.J. van der Veen en van Secretaris ter onderzoek. 8-12-1849, 9. Inzending door Commies Controleur van afschrift van procesverbaal tegen: H. van der Wijk, turfschipper alhier, wegens overtreding Reglement accijns Brandstoffen op 21-12-1849. Toegezonden aan Gouverneur. 27-12-1849, 9. Inzending door Commies Controleur van procesverbaal op 2 1-12-1849 tegen: Hendrik van der Wijk, turfschipper te Leeuwarden, met voorstel dat ter vervolging aan Officier van Justitie te zenden. Goedgekeurd: wordt aan Justitie gezonden. 30-1-1850, 19. Inzending door Commies Controleur van afschrift procesverbaal, opgemaakt op 29-3-1850 tegen: Otte Bekius, turfschipper alhier, wegens overtreding Reglement accijns Brandstoffen. Aan Gouverneur gezonden. 3-4-1850, 21. Mededeling door Officier van Justitie, dat de turfschipper Otte Bekius, tegen wie procesverbaal is toegezonden per Missive dezerzijds van 10-5-1850, N10/496, door Rechtbank is vrijgesproken, aangezien slechts een der twee opgegeven getuigen het ten laste gelegde kunnen bevestigen, zodat derhalve geen wettig en overtuigend bewijs is te leveren. 12-6-1850, 14. Missive Officier van Justitie, houdende, onder terugzending van het procesver baal tegen de turfschipper Otte Bekius, ingezonden bij Missive dezerzijds 10-5-1850, N10/ 496, verzoek om een bewijs te ontvangen, dat deze schipper ook is de invoerder van deze turf Hieraan zal worden voldaan. 15-5-1850, 10. Verzoek van fungerend Ontvanger Registratie der Gerechtelijke Acten, om voldoening der in debet gestelde registratierechten inzake het proces tegen Otte Bekius, turfschip per, wegens ontduiking accijns, ad 2,21. 22-1-1851, 23. Inzending door Commies Controleur van 2 processenverbaal tegen: J.B. Weite van Rottevalle, en H.L. Reitsma van Leeuwarden, turfschippers, opgemaakt op 11-3-1850, met voorstel deze stukken aan de Justitie te zenden Provisioneel in advies gehouden. 3-4-1850, 19.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 263