72. Verzoek Gouverneur om inlichtingen aangaande Korenbeurs in de Gemeente, waarop tarwe en rogge wordt gemalen. 23-11-1816, 3. Missive Gouverneur aangaande K.B. over vermenging van het z.g.n. grint der tarwe met roggemeel. 17-12-1816, 3. Gemaal. Provinciale Belasting: 1822. Voor 1 lopen tarwe 3, Voor 1 lopen rogge 0,96. Aanstaande Rijksbelasting: Voor 1 mud tarwe 1,40. Voor 1 mud rogge 0,40. Het last 36 lopens of zakken; staat gelijk met nieuw last 30 mudden en 4 koppen. Dus 1 lopen is bijna 1/6 minder dan 1 mud, 182 1: 8.506 zakken tarwe. 20.610^ zakken rogge. R18—3—18221. (blz20) Verzoek van GedStaten om voor 20-11-1822 te berichten of de stad zich zelf zal belasten met de inning van de accijns op het Gemaal en het Geslacht, dan niet. In handen der Commissie voor de Begroting 1823. 9-11-1822, 8. Rapport der Commissie: Inning op de door het Rijk gestelde voorwaarden kan niet gevraagd worden. In buitengewone Raadsvergadering brengen. 16-11-1822, 9. Toezending door Ged. Staten van een K.B. in verband met een verzoek der Re gering van 's Gravenhage aangaande de heffing van de nieuwe Rijksaccijns op Gemaal en Geslacht, en tevens informerende of de stad deze accijns zelf voornemens is te heffen dan wel niet. Stad heeft besloten dit niet te doen, in verband met de geringe hiervoor toegestane vergoeding. R18—1 1—1822, 1. Verzoek door Gouverneur om opgave van aantal en staat der Molenbussen. (Prov. Blad N98)30-11-1822, 3. Verzoek door Gouverneur aan de plaatselijke besturen om de molenbussen over te dragen aan de Directie der Rijks in en uitgaande rechten. (Prov. Blad NI 15). 4-1-1823, 3. Mededeling door W.D. Ruitinga, Ontvanger der Stedelijke Indirecte Belastingen, dat hij de 7 Molenbussen (der 7 molens) heeft overgedragen aan de Directeur der Direc te Belastingen, In- en Uitgaande Rechten, en Accijnsen. 25-1-1823, 10. Besluit Gouverneur, houdende enkele wijzigingen en toevoegingen van de bij Be sluit 7-1-1823 vastgestelde provisionele Reglementen van belasting op Gemaalproduc ten. (Prov. Blad N2129-3-1823, 2. Mededeling door Ged. Staten, dat in Art. 86 van het Reglement op het Gemaal een drukfout is ingeslopen. 20-12-1825, 2. Besluit Gouverneur aangaande vermenging van granen voor branders, brouwers en azijnmakers. 26-6-1827, 1. Mededeling door Gouverneur, hoedanig moet gehandeld worden door de Ontvangers der Accijnsen, die terzake der afschaffing der belasting op het Gemaal vermindering van beloning hebben, en verlangen hun recht op het pensioenfonds evenals vroeger. 11-5-1830, 1. Besluit Gouverneur aangaande eventuele overname der Molenbussen ten dienste van het Rijk. In handen Commies Controleur. 30-10-1832, 1. Opgave van het aantal aanwezige molenbussen en van de toestand, waarin deze verkeren Zal opgave aan Gouverneur gedaan worden. 3-11-1832, 10. Uitnodiging van de plaatselijke besturen door Ged. Staten tot het doen van een voordracht tot heffing van plaatselijke opcenten op de Rijks accijns op het Ge maal In Raad gebracht. 30-3-1833, 2. Mededeling door Ged. Staten, dat het Rijk een Gemaal-belasting zal invoeren, bedragende 2,per 100 pond tarwe en 0,60 per 100 pond rogge, waarbij de be staande Gemaalbelasting vervalt. Geadviseerd wordt spoedig via Ged. Staten bij Z.M. zoveel opcenten aan te vragen, als overeenkomen met de bestaande accijns. Besloten via Ged. Staten het maximale aantal opcenten aan te vragen. R1-4-18331. Indien machtiging wordt verleend tot heffing van 1 10 opcenten op het Rijks Gemaal, dan is er nog een tekort van 26.000,per jaar. Dit is te vinden door de opcenten van de accijns voor drank te brengen van 50 op 125. R11-4-1833, 2.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 73