84.
Toezending van K.B. 18-9-1825, N83, houdende goedkeuring der Reglementen der
Plaatselijke Belastingen op de invoer van Meel, Brood, Gebak, Vlees, Spek, Wijn en
Sterke Drank, met aanschrijving om deze in te voeren op 1-12-1825.
5-11-1825, 1.
In advies gehouden.
Alleen kwitantiezegels vastgesteld. 12-11-1825, 6.
Op voorstel van Commies Controleur der Stedelijke belastingen is besloten:
1. De Ratelaars op te dragen om 's nachts toezicht te houden op het in werking bren
gen der molens
2. Het afsluiten van het Vossegat door een hek, om smokkelarij tegen te gaan, in ad
vies gehouden. 29-11-1825, 4.
Mededeling, van K.B. 18-9-1825, N83, houdende goedkeuring der Reglementen op
de heffing van Plaatselijke Belastingen op invoer van Gemaalproducten, Geslacht en
Dranken. R19—121825, 1.
Toezending door Gouverneur van voorschriften omtrent de verificatie en uit
en invoer van Wijn en Sterke Dranken naar en uit de provincie Drenthe.
19-12-1825, 1.
Toezending van K.B. 27-10-1825, N103, waarbij eenige bepalingen zijn vastgesteld
ten aanzien der legaten en donatiën voor publieke gestichten. 27-12-1825, 2.
Toezending van K.B. 27-3-1825, N126, houdende, dat voortaan aan machtiging
tot aanvaarding van goederen in de dode hand overgaande, de voorwaarde zal worden
verbonden van een jaarlijkse uitkering van 4% aan de schatkist. 3-1-1826, 4.
Mededeling door Ged. Staten, dat schippers, die voor de indirecte Belastin
gen van vrijbrieven zijn voorzien voor de in- en doorvoer van belaste waren in provin
cies en gemeenten, wannener deze zonder losbreking geschiedt, geen andere formali
teiten behoeven in acht te nemen dan die van Rijkswege gevorderde.
28-2-1826, 2.
Besluit Ged. Staten over de invordering der Plaatselijke Belastingen van uit
de Gemeente vertrokken personen. 20-5-1826, 3.
Verzoek van Commies Controleur om richtlijnen ter uitvoering van Art. 37, 4e
lid Reglement Plaatselijke Belastingen: inning en verdeling der daarbij bedoelde re
cognitie over Dec. 1825 en le halfjaar 1826. 27-6-1826, 4.
Mededeling door Ged. Staten, dat volgens beslissing van Z.M. onder de op
brengst van goederen in de dode hand, waarover 4% verschuldigd is, moet verstaan
worden de huurwaarde daarvan, om 't even of de goederen al dan niet verhuurd wor
den. 1—7—1826, 3.
Toezending door Ged. Staten van K.B. 14-7-1826, N149, houdende goedkeuring
van het besluit van Ged. Staten van 8-6-1826, N7, omtrent de afgifte van bewijzen
voor teruggebrachte duplicaten. 15-8-1826, 3.
Besluit Ged. Staten, houdende bepalingen omtrent bekeuringen in zake plaat
selijke belastingen, de deswege te sluiten transactiën, en de verantwoording van de
opbrengst der boeten, etc., en de verdeling daarvan onder de gerechtigde ambtenaren.
11-11-1826, 1.
Ontwerp van een missive aan Ged. Staten, waarin bezwaren worden ontwikkeld
tegen het besluit van Ged. Staten. 14-11-1826, 8.
Inzending door Commies Controleur van aanmerkingen op het gebrekkige in de
bepalingen der Plaatselijke belastingen aangaande invoer tot doorvoer, etc.
Commies Controleur aangeschreven betere bepalingen voor te stellen.
6-1-1827, 14.
Inzending door Commies Controleur van ontwerp betere bepalingen.
Ter circulatie onder de leden gelegd. 13-1-1827, 11.
B. en W. zijn van oordeel geen andere maatregelen te moeten voordragen, wan
neer althans geen meer geschikte aan de hand worden gedaan. 23-1-1827, 8.
Mededeling door Gouverneur van voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van be
derf van aangehaalde of in beslag genomen goederen. 10-4-1827, 2.
Besluit Gouverneur over afgifte van kwitantien van betaalde accijns voor goe
deren van elders op vervoersbiljetten aangebracht. 26-5-1827, 1.
Besluit Gouverneur aangaande de aftekening van vervoersbiljetten der accijn-
sen. 18-8-1827, 2.
Mededeling door Gouverneur van een door de Hoofdadministratie der Directe
Belastingen, etc. genomen maatregel tot voorkoming van misbruiken ter geleide van
accijnsgoederen. 13-10-1827, 4.
Besluit Gouverneur, aangaande de invulling van biljetten, strekkende tot
vervoer van accijnsgoederen met vaste beurtschippers. 17-11-1827, 2.
Besluit Gouverneur aangaande de verificatie van accijnsgoederen, met over
schrijving, van doorlopend crediet afgeleverd wordende. 29-12-1827, 6.