25
Verzoek Mr. L. DORHOUT, om zijn rechter buurman,
bakker MEINDERSMA, te gelasten een paar stenen palen, die deze
op stadsgrond voor de goot heeft geplaatst, en waardoor de uit- en
inrit wordt bemoeilijkt, weg te ruimen.
In handen Architect voor rapport. 4-7-1835 34.
Aangezien de palen zijn verplaatst en de in- en uitrit
niet meer wordt bemoeilijkt, en de afwatering evenmin, wordt niet
aan het verzoek voldaan. 26-9-1835 19-
■Aan H.R. STOETTMrTimmerman, is vergund om vanuit
zijn huis in de Zak een pijp te leggen naar de put voor de Burger
school, die aldaar voor stadsrekening wordt gegraven, onder voor
waarde, dat deze ev. op eerste aanzegging wordt weggenomen.
22-8-1835 22.
Toezending door Ged. Staten van beschikking van Min.
van Binnenl. Zaken op het verzoek van JOHANNES LLJENGA om de wal op
het Vliet te mogen blijven gebruiken. 27-10-1835 3.
Verzoek van LAMBERTUS LOOYENGA, winkelier Noordvliet,
om toestemming een kalkbak te plaatsen voor zjjn huis M.2 op de wal.
Geantwoord wordt, dat dit niet kan omdat de ruimte het niet toelaat.
23-2-1836 10.
Toegestaan op nader verzoek. 22-3-1836 12.
Verzoek van L.J. VAN DER MEULEN, MrTimmerman en
Molenmaker, om toestemming goederen op te slaan op de wal voor zijn
werkplaats Grachtswal L.33. In advies gehouden. 12-3-1836 17.
Verzoek van HENDRIK SMIT, Mr. Timmerman, om voor de
woning Grote Kerkhof 1.150, hem in eigendom behorende, een regenbak
buiten de rooiïng van de gevel met een hals en deksel tegen de gevel
te mogen' maken.. Toegestaan. 7-5- 1836 16.
Verzoek van J.C. KUTSCH om, in verband met de moei
lijke ingang van de kelder van zijn huis G.45, vergunning om de eerste
trap van deze keiden een palm in het slecht van de straat te maken.
In Raad gebracht. 30-4-1836 10.
Afgewezen. R. 9-5-1836 9-
Op diens aanvraag is vergund aan FRANS DIKKENSCHEY
om voor zijn huis D.27 bij de nieuwe brug op de Weaze een bleek je aan
te leggen, van grootte en vorm zoals door Architect zal worden aan
gegeven, onder voorwaarde dat het zindelijk zal worden onderhouden.
31-5-1836 15.
Vergunning door Ged. Staten aan PIETER MULDER, kastelein,
buiten de Hoeksterpoort alhier, om op een aan hem in eigendom toebe
horend stuk land aan de onderweg, vanaf de Verversbrug naar de
Straatweg een gebouw te plaatsen, en als uitweg een houten brug te
maken over de sloot, tussen de 6e en 7e boom vanaf de dam aldaar.
11-6-1836 10.
Verzoek van JENTJE BAUKES CAMSTRA, Vliet M855om
op de wal voor zijn huis te mogen plaatsen een teerbak, zoals aan
onderscheiden andere personen is toegestaan.
In* handen Architect. 2-7- 1836 28.
Toegestaan tot wederopzegging. 20-7-1836 24.
Verzoek van S. TANGERMAN om toestemming voor zijn wo
ning in het Nieuwe Straatje B.188, te mogen maken een regenbak buiten
de rooiïng. In handen Architect. 8-7-1836 16.
Afgewezen. 23-7-1836 17-
Verzoek van MejJETSKE GERRITS BOKMAwed. M.A. BOKMA
DE BOER, fabrikante, om een bewijs waaruit blijkt, dat zij het recht
heeft om tussen een stukje bouwland aan de Spanjaardsdijkaan de
tuin van Mej. RUITENSCHILD belendende, en de Span jaardsdijk een dam
te leggen, met vrije uitgang en reed, welke dam haar man daar heeft
gehad, maar later weggenomen. In advies gehouden. 17-12-1836 13.
In handen Raads-commissie(Mr. N. Fockema, N.J. Dirks
en O.P. Waller). R. 3-4-1837 11.
Rapport Raadscommissie: gebleken is dat M.A. BOKMA
DE BOER het land publiek heeft gekocht in Dec.1815 van wed. GR0ENIA,
en dat het op een andere plaats uitreed had. Daarna verkocht hij een
gedeelte (met de uitreed) aan R. RUITENSCHILD, en legde voor het
overgebleven stuk land een dam aan, die hij binnen de 10 jaar later
wegruimde. Thans heeft het land geen uitreed, maar maakt gebruik van
de uitreed over het land van koopman J. ROMEIN.