129.
R.K. Armvoogdij:
Maria E# Dillenburg;
2 halfjaar 1823 (184 d. h fl.0,25) f146
Idem, 1e - 1824 (182 d. h fl.0,23) 41,86
fl.87,86
Ev, Luth. Armvoogdij:
Willem Jeelhof,
2e halfjaar 1823 (23 d. h fl.0,25) f16,25
Israël, Armvoogdij:
Salomon H. Le Grand,
2e halfjaar 1823 (184 d. h fl.0,25) fl.46,
1e 1824 (120 d. h fl.0,23) 27,60
Verzocht wordt voor 6-12-1825 mede te delen of al dan
niet betaald is. 26-11-1825 5.
Mededeling door Ev. Luth. Armvoogdij, dat zij
hebben betaald aan het bedelaarsgesticht te Hoorn voor
Willem Jeelhof over:
2e halfjaar 1822 - f11612
1e halfjaar 1823 - 45,25
2e halfjaar 1823 - 6,25
Totaal fl.67,62 6-12-1825 2.
Aanschrijving door Ged. Staten om op grond van
K.B. 12—10—1825. No.176. Art.35 te betalen aan de Agent
van de Algemene Rijkskassier alhier voor:
Maria Elisabeth .Dillenburg als verplegingskosten te
Hoorn van 1-7-1822 tot 1-7-1825 - f1.250,42
Salömon Heyman Le Grand als verplegingskosten te Hoorn
van 30-6-1822 tot 30-4-1824 - fl.73,85.
Totaal fl.324,27.
Met recht van verhaal op R.K. Armvoogdij en Ned. Israël.
Armbestuur.
Besloten te betalen zonder verhaal, daar genoemde Arm
besturen niet tot restitutie in staat zijn. AOn/r
14—1 1o2o 1.
Vrijwillig naar Hoorn gegaan Jurjen Harmanus
Betsouw met vrouw en 1 kind, onderstandsdomicilie Sneek.
11-2-1826 4.
Mededeling door het Bestuur van het bedelaars -
gesticht te Hoorn dat aldaar is opgenomen:
Pieter van Dalen.
Eventuele be waren moeten ter kennis worden gebracht
van Ged. Staten van N. Holland.
Betrokkene is alhier geboren 26-11-1802 en van Ned-
Herv. Godsdienst; zijn domicilie van onderstand is
derhalve hier. 14-3-1826 4.
Opgave door Ged. Staten van de verplegingskosten
te Hoorn van Pieter van Dalen (en Maria Elisabeth
Tillenburg) over 1e halfjaar 1826 ad. fl.53,80.
18-11-1826 2.
Toezending door Ged. Staten van staat van ver
plegingskosten in het bedelaarsgesticht te Hoorn van:
Maria Elisabeth Tillenburg:
184 verblijfdagen a fl.0,15 - fl.27,60
Egbert Hoek, ontslagen 1-8-1825:
31 dagen h fl.0,15 - 4,65
Totaal fl.32,25
Dit over 2e halfjaar 1825.
Verzocht wordt betaling bij de Agent van de Algemene
Rijkskassier alhier, onverminderd recht van verhaal
op armenadministratiën.