163.
Betrokkene is niet te Ommerschans aangekomen.
Verzocht wordt voortaan geleide mee te geven.
13-3-1830 3.
Toezending door Gouverneur van verzoek van
Edzert Zoutman en Hiltje Hamstra, ter bekoming van
ontslag uit de Ommerschans, aangezien zij van plan
zijn te huwen.
Onderzoek zal worden ingesteld. 22-10-1836 8.
Mededeling door Gouverneur, dat op 16-3-1831
E.R. Zoutman van desertie is teruggekomen. 7-5-1831 7.
Missive van Gouverneur aangaande ontslag uit
de kolonie van Weldadigheid van E. Zoutman (en
H. Hamstra), wier onderstandsdomicilie alhier is geves
tigd. 22-8-1840 2.
Toezending door Gouverneur van verzoek van:
E. Zoutman (en H. Hamstra) om ontslag uit de kolonie
van Weldadigheid.
Onderzoek zal worden ingesteld.
(Zie Missive dezerzijds 21-4-1841. No.70/508).
17-4-1841 9.
Afgewezeh. 1-6-1841 2.
Toezending door Gouverneur van een herhaald
verzoek van E. Zoutman (en H.Hamstra) aan Min. van
Binnenl. Zaken om ontslag uit de gestichten der Maat
schappij van Weldadigheid.
Onderzoek zal ingesteld worden. 8-6-1841 4.
Toezending door Gouverneur van Missive
van Min. van Binnenl. Zaken aangaande het ontslag uit
de kolonie van Weldadigheid van E. Zoutman en
H. Kamstra (Hamstra
Door B. en W# wordt in gelijke geest geadviseerd als
bij Missive dezerzijds 12-4-184*1. No.508 en
12-6-1841. No.647. 13-11-1841 7.
Minister blijft bij vroegere afwijzende
beschikking. 18-12-1841 11.
Missive van Gouverneur aangaande het ontslag
van Wezen etc. uit de gestichten van Weldadigheid.
Aan Gouverneur wordt bericht, dat er geen bezwaar be
staat tegen de voordracht tot ontslag van:
Marinus Hasker, en
Johannes van Gelderen,
maar dat
Grietje Sijbrens Rijpstra,
wegens haar beperkt geestelijk vermogen bij voort
during in de kolonie moet verblijven, en dat aan het
verlangen van:
Gerbia Jacobs de Jong,
om nog een jaar in het gesticht te verblijven, kan
worden voldaan. 18-2-1837 4.
Toezending door Gouverneur van een verzoek
van Min. van Binnenl. Zaken door Durkje van Seggeren
om ontslag van haar man: Edzer Rienks Zoutman uit de
Ommerschans
Door B. en W. wordt medegedeeld, dat hij op 5-2-1828
is opgezonden, en dat hij zich schuldig maakte aan
dronkenschap en een slecht gedrag, dat er geen bezwaar
is tegen ontslag, hoewel men wederom dronkenschap
vreest. 6-3-1830 9.
Toezending door Gouverneur van afwijzende be
schikking op verzoek van Durkje van Seggeren tot ontslag
van haar man Edzer Rienks Zoutman uit de Ommerschans.
15-5-1830 4.
Toezending door Gouverneur van verzoek aan
Z.M. door Durkje van Seggeren, om ontslag van haar man
Edsger Rienks Zoutman uit de Ommerschans.