191 Inzending door Commissaris van Politie van proces-verbaal wegens bedelarij tegen: Vijtze Jans Klazinga, die zich in arrest op het Raadhuis bevindt- In advies gehouden en betrokkene inmiddels ontslagen, 21-2-1837 8. Opmerking door Commissaris van Politie, dat Wijtze Jans Klazinga, die Febr. 1837 zich aan bedelarij schuldig maakte, nog niet is opgezonden naar de Ommer- schans (21-2-1837. 8). Aangezien betrokkene thans ijverig werkt, en voldoende in de behoeften van zijn talrijk gezin voorziet, be sluiten B. en hem vooralsnog niet op te zenden. Tegen dit besluit wordt door Wethouder S. Salverda bezwaar gemaakt. 3-12-1837 6. Toezending door Gouverneur van verzoek aan Z.M. van Rutgerus Visser, kolonist te Ommerschans, om een bediening of gratificatie. Door B. en W. wordt bericht, dat betrokkene wel vrij- willig is gegaan, doch er nauwelijks 5 maanden is, dat hij verder hier niet zo gunstig bekend staat als de ko loniale directie laat voorkomen. Daarom geven B. en W. geen gunstig advies. 27-3-1838 2. Toezending door Gouverneur van beschikking door Min. van Binnenl. Zaken en Financiën op het ver zoek van R. Visser, vroeger in de kolonie Ommerschans, thans alhier wonende. Wordt uitgereikt aan betrokkene. 19-2-1839 4. Missive van Gouverneur aangaande het onder standsdomicilie van: Coenraad Smeding Selle, die op 5~2—1838 van Avereest naar de Ommerschans is opgezonden, wiens onderstandsdomicilie alhier zou zijn. Onderzoek zal worden ingesteld.- 7-4-1838 3. Toezending door Gouverneur van verzoek van: Coenraad Smeding Zelle om ontslag uit de Ommerschans. Onderzoek wordt ingesteld. 6-2-1841 5. Missive van Gouverneur aangaande het ontslag uit de Ommerschans van de kolonist C.J. Zelle en vrouw in het vclgend jaar. 5-8-1846 3. Mededeling door Gouverneur, dat de bedelaars kolonist Coenraad Smeding Zelle, die uit de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid was gedeserteerd, na eigen aangifte op 9-4-1839 uit Schoterland weer is teruggebracht. 5-7-1839 4. Missive van Gouverneur aangaande het onder standsdomicilie van: Leonardus Gerritsen, op 24-5-1838 van Amsterdam naar de Ommerschans opgezonden. 28-7-1S38 2. Informatie door Gouverneur aangaande het on derstandsdomicilie van: Jacob Ligtevoortwiens domi cilie van onderstand hier zou zijn. Onderzoek zal worden ingesteld. 18-9-1838 2. Door C.G. van der Giesen wordt vrijwillige opzending naar de Ommerschans gevraagd. Zie nader bij: N.H. DiakonieOndersteunden. 29-9-1838 9. Toezending door Gouverneur van schrijven van beklag aan Z.M. van de Algemene Armvoogdij te Kollum aangaande de bedelaarskolonisten Eelko Meinderts Veldingamet huisvrouw en 2 kinderen, die in 1837 van hier naar de Ommerschans zijn opgezonden. Verzocht wordt de stad te verplichten tot betaling der kosten van de man en 1 kind. Door B. en W. wordt bericht dat de stad heeft gehandeld, gelijk steeds geschiedt, zowel met eigen ingezetenen als met niet-inwonersen dat bovengenoemd verzoek te ongerijmd is om hierover iets te zeggen. 8-12-1838 1.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 192