2 VEENHUIZEN. Algemeen. Opgezonden Personen. Verzoek van: Johannes Scheffer en Anna Arrets, opgenomen in Veenhuizen, om met hun 3 kinderen: Klara, Johanna en Jacoba, ontslagen te mogen worden. Door B. en W. wordt dit verzocht aan Administrateur Armwezen, evenals bij Herm. Holleweg en Joh. Lubach. Aan-Scheffer wordt bericht dat de stad, indien nodig, de onderhoudskosten zal aflossen. 6-3-1826 20 Verzoek van Johannes Weydenhagen, door de stad naar Veenhuizen gezondenom op 14-2-1827wanneer hij een jaar in de kolonie is geweest, te mogen worden ontT slagen. Door B. en W. besloten het ontslag bij het Gouvernement te bevorderen. (Missive dezerzijds 21-11-1827. No.637). 18-11-1826 16 Niet eerder ontslag toegestaan, dan bij het gewone jaarlijkse ontslag. Door B. en in advies gehouden. 6-1-1826 8 Toezending door Gouverneur van verzoek van Johannes Weydenhagen om ontslag uit de kolonie Veen huizen. Door B. en wordt verwezen naar Missive dezerzijds 21—11—1826. No.637 en 9—1—1827. No.20, waarin de argu menten nader zijn uiteengezet. Verder wordt nog verklaard, dat Joh. Weydenhagen van goed gedrag is, en zich vrijwillig heeft gemeld voor de kolonie, waarom hij aanspraak heeft deze zodra moge lijk te verlaten. 17_3_1827 5 Toezending door Gouverneur om advies van ver zoek van Wed. F. Ottema alhier aan Administrateur Arm wezen, ter bekoming van ontslag van George Postma met gezin uit de inrichting te Veenhuizen. 13-1-1827 8 Het verzoek is niet ingediend door Wed. F. Ottema, wonende in "Het Vergulde Anker" alhier, en is aan deze onbekend. George Postma, geb1786 te Harlingen, is omstreeks 1808 in zeedienst gegaan, en in 1816 of 1817 terug gekomen. Daarna heeft hij enige tijd alhier gewoond. In 1821 is hij naar Franeker gegaan, en verder naar Harlingen. Van Harlingen is hij naar de kolonie gezonden. Hij is van beroep kokingemaker en is van slecht gedrag; maakt misbruik van sterke drank. Hij is niet in staat te zorgen voor zijn gezin. 16-1-1827 5 Toezending door Gouverneur om advies van ver zoek aan Administrateur Armwezen door: Pieter Reitsma Post, om ontslag uit Veenhuizen. Betrokkene vermeldt, dat hij vroeger commies was en vrijwillig naar Veenhuizen is gegaan. Door B. en W. wordt bericht, dat hij misbruik van drank maakte, en dat hij door hen als bedelaar is opgezonden. Het schijnt niet raadzaam hem los te laten, noch voor hemzelf, noch voor zijn vrouw en kinderen, die thans te Drachten wonen. 17-2-1827 10 Toezending door Gouverneur van verzoekschrift van Pieter Reitsma Post om ontslag uit Veenhuizen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 212