230.
Coenraad Heybrink,
Jan Jacobs Jongsma,
Leendert Roodenhuis,
die verlangen vrijwillig in 's-Rijks Zeedienst te gaan,
doch, nog geen 18 jaar oud, toestemming van ouders of
voogden behoeven.
Door B. en W. wordt het volgende geantwoord:
Johannes Heybrink, vader van Coenraad, maakt bezwaar
tegen zeedienst, doch niet tegen landdienst.
Stads Armvoogdij heeft geen bezwaar tegen: Jan Jacobs
Jongsmawiens vader afwezig is, en wiens moeder is in
het Correctiehuis te Alkmaar.
Voogden N. Stads Weeshuis hebben geen bezwaar, dat de
wees Leendert Rodenhuis in zeedienst gaat. 31-7-1830 3.
Mededeling door Gouverneur, dat de wees Leendert
Roodenhuis op 16-7-1830 uit Veenhuizen is gedeserteerd,
Bij ontdekking zal hij weer worden teruggebracht.
11-9-1830 10.
Verzoek van Voogden R.K. Weeshuis om de wees:
Durk Bisschop, geb12-9-1818, wegens slecht en onver
beterlijk gedrag, van stadswege te doen overbrengen
naar een kolonie.
Wordt naar Veenhuizen gezonden. 25-12-183O 16.
Mededeling door Gouverneur, dat over 1829 ten
laste dezer stad is gebracht fl.2,60 voor verplegings-
kosten in de kolonie van Weldadigheid van het kind:
Aart Johannes Niks, welk kind behoort te komen ten
laste der Grietenij Aengwirden, met verzoek om bij
voorraad te betalen, daar Aengwirden tot restitutie
is aangeschreven.
Voor uitvoering zal worden gezorgd. 12-1-1831 6.
Informatie door Gouverneur naar het gevoelen
van B. en W. aangaande de overplaatsing van het ouder
loos geworden kind: Andries Gerbens Bloemsma uit de
Ommerschans naar het kindergesticht te Veenhuizen.
Geen bezwaar bij B. en W. 30-^-1831 2.
Besloten Sjoerd Wijngaarden, geb. 5-5-1818,
naar Veenhuizen te zenden. 28-5-1831 1»
Zie nader: Stads Armvoogdij. (Eigen gealimenteerden)
7-5-1831 15)
(28-5-1831 7)
Mededeling door Commissaris van Politie dat
zijn gearresteerd en opgesloten:
Sjoerd Wijngaarden, en
Leendert Rodenhuis,
beide op 10-7-1831 uit Veenhuizen gedeserteerd.
Beide jongelingen zullen op 19-7—1831 worden terugge
zonden. 16-7-1831 6.
Mededeling door J. Poelman, Adjunct Directeur
te Veenhuizen, dat de jongeling Coenraad Heybrink op
1—9 1831 met 14-daags verlof is vertrokken en niet is
teruggekeerd.
Opzending wordt verzocht.
Door B. en W. wordt bericht, dat hij hier slechts 1 dag
is geweest en weer is vertrokken, toen hij hoorde dat
zijn vader hier niet meer was, die als militair was
vertrokken. 27-9-1831 4.
Toezending door Gouverneur van machtiging
aan de Permanente Commissie van Weldadigheid te 's-Gra-
venhage om op gedaan verzoek dezerzijds uit het kinder
gesticht te ontslaan: Johanna Aukema, geb. alhier op
13-11-1819» om deze op te nemen in het N.Stads Weeshuis.