1. Een.geschikt werkhuis.
2. Een goed en geschikt lokaal.
3. Goed toezicht uit te oefenen.
4. Een goede gezindheid der liefdadige en weldenkende
ingezetenen te bevorderen. 15-12-1821 12
Med3deling hiervan in Raad.
Gesteld in handen van een Commissie ter bedtudering. 7—1—1822 7
Toezending door Gouverneur van voorschriften ter beteugeling;
der bedelarij. (Prov. Blad No.34). 10-5-1823 1
Publicatie. 8-7-1823 6
Deze worden in Raad gebrachtter bestudering. 2-8-1823 19
Mededeling in Raad. R 4-8-1823 2
Rapport der Raadscommissie:
Raad is van oordeel, dat Art.14 vooralsnog geen onderwerp vormt
voor raadpleging alhier, en laat derhalve de uitvoering over aan
Burgem.
De Missive van Gouverneur aangaande het overnemen van vondelingen
bij de Maatschappij van Weldadigheid wordt voor kennisgeving aan
genomen. R 1-9-1823 2
Aanschrijving van Gouverneur, houdende uitnodiging aan
de plaatselijke besturen tot het nemen van maatregelen tegen nacht
bedelarijen. (Prov. Blad No.14), 3-2-1824 5
Aanschrijving door Gouverneur tot handhaving der Wetten
en Reglementen tegen de bedelarij
Aangezien de bedelarij hier niet heeft opgehouden, wordt Commissaris
van Politie aangeschreven om hierop toe te zien. 20-9-1825 1
Toezending van K.B. 12-10—1825. No.175 en 176, houdende
nadere verordeningen ter wering der bedelarij, en bepalingen om
trent de nieuwe organisatie der werkhuizen voor bedelaars.
Wordt gepubliceerd, en in de Kerken afgekondigd.
Verder gesteld in handen van Commissaris van Politie. 10-1-1826 1
Toezending door Gouverneur van K.B, 15-1-1826. No.200,
houdende bepalingen omtrent het aanhouden van zodanige bedelaars,
die, geen domicilie van onderstand verkregen hebbende, echter niet
beschouwd kunnen worden vreemd in het Rijk te zijn. 1-4-1826 2
Herinnering door Gouverneur aan de besluiten tot wering
der bedelarijmet verzoek aan de uitvoering daarvan de hand te
houden. 7-7-1826 3
Mededeling door Ged. Staten, dat Dep. van Binnenl. Zaken
heeft beslist dat degenen, die bij de omstanders gaven inzamelen,
niet als bedelaars zijn te beschouwen.
De plaatselijke besturen moeten echter wel op deze letten, in ver
band met de veiligheid, speciaal wanneer zij van buiten de gemeente
komen. 17-2-1827 3
Aanschrijving door Gouverneur, houdende uitnodiging om
de bedelarij ernstig te bestrijden, 31-3-1827 5
Aan Ged. Staten wordt in antwoord hierop, een gedetailleerd
verslag gegeven, met verzoek ieder, die klaagt over bedelarij,
te verwijzen naar B. en W. 3-4-1827 15
Toezending door Gouverneur van Missive van Min. van Bin
nenl Zaken aangaande handhaving derverordeningen tot wering der
bedelarij
Is op deze gemeente niet toepasselijk, 15-10-1833 2
Toezending door Gouverneur van klacht van Folkert Pieters
van der Vliet aan Z.M., houdende, dat de Commissaris van Politie
alhier hem belet om zonder koopwaar op de straat te komen en ver
langt, dat hij zich steeds als koopman, en nooit als particulier
persoon aan het publiek voorstelt.
Onderzoek wordt ingesteld. 28-8-1841 1
Aanschrijving door Gouverneur omtrent het aanhouden van
rondzwervende bedelaars en landlopers. 24-9-1842 1
Mededeling door Gouverneur van K.B. 30-10-1843 No.74
aangaande de kolonisten.
Circuleren bij de leden. 18-11-1843 4