77.
Missive van B. en W. Groningen, in antwoord op Missive
30-11-1840. No.70/922, houdende dankbetuiging voor de maatregelen,
genomen ten opzichte van: H. Tieleman, verder te kennen gevende,
dat men in een soortgelijk geval wederkerig ook zo zou handelen»
8-12-1840 3.
(Inhoud Missive 30-11-1840. No.70/922: Door B. en W.
is Hendrik Tieleman, 35 jaar oud, onderstandsdomicilie Groningen,
die in armoede verkeert en geen werk kan vinden, en daarom opzending
naar de Kolonie van Weldadigheid verzoekt, met het oog op zijn nog
jeugdige leeftijd en gezond lichaamsgestel, verwezen naar Groningen,
inplaats van betrokkene op te zenden.
Aan Gouverneur wordt verzocht in dergelijke gevallen overeenkomstig
te handelen)
Toezending door Gouverneur van verzoek van:
Anna van der Hoek, om ontslag uit de kolonie van Weldadigheid.
(Zie Missive van Gouverneur Gelderland).
Onderzoek zal worden ingesteld. 5-12-1840 9.
Toeending door Gouverneur van staat van inlichtingen
aangaande: Johannes Christoffel Tophuizen, die, zonder te hebben
gebedeld, zich vrijwillige heeft aangegeven ter opzending naar een
kolonie van Weldadigheid, en wiens onderstandsdomicilie alhier
zou zijn.
Onderzoek zal worden ingesteld. 22-12-1840 12.
Zal worden ontslagen, zodra hij daarvoor in de termen
valt. 1-10-1842 6.
Erkenning door Stads Armvoogdij van onderstandsdomicilie
van: Hendrika Steenbergen, vrouw van J.C. Tophuizen, te Zutphen in
onderstand opgenomen. 19-8-1845 12.
Onderhoud Stads Armvoogdij toegestaan. 9-2-1848 18.""
Missive van Gouverneur aangaande ontslag uit de kolonie
van Weldadigheid van J.C. Tophuizen. 6-5-1846 6.
Bericht van C. der K. dat machtiging is verleend tot
ontslag uit de kolonie van Weldadigheid van J.C, Tophuizen.
24-9-1851 3.
Missive van Gouverneur aangaande het pensioen van de
bedelaarskolonist: Pieter Hanzes Roorda, die in juni 1.1. voor
rekening van deze gemeente in een bedelaarsgesticht is opgenomen.
Onderzoek zal worden ingesteld. 29-12-1840 6.
Toezending door Gouverneur van verzoek van:
Jantje Olingius, huisvrouw van P.H. Roorda, wonende te Sneek,
doch hier onderstandsdomicilie hebbende, om ontslag van haar man
uit de kolonie van Weldadigheid, waarheen hij in juni 1840 is over
gebracht als bedelaar.
Onderzoek zal worden ingesteld. .5-2-1842 8.
Gunstig advies. 15-2-1842 4.
Missive van Gouverneur aangaande ontslag van:
Pieter Heines Roorda en (Johannes Fransiscus Robert en kind),
zodra zij in de termen daartoe zullen verkeren. 17-9-1842 5.
Missive van Gouverneur aangaande ontslag uit de ge
stichten der Maatschappij van Weldadigheid van:
O.W. de Boer,
G. Kattestaart,
F. Heyvaart. 30-1-1841 9.
Mededeling door Gouverneur, dat de bedelaarskolonist
G. Kattestaart, tot wiens ontslag machtiging is verleend, verzocht
heeft om nog tot 1-4-1841 in de kolonie te mogen verblijven.
Geen bezwaar bij B. en W. 17-4-1841 5.
Missive van Gouverneur aangaande het ontslag van bede
laarskolonisten uit de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid.
9-2-1841 3.
Toezending door Gouverneur van Missive van Min. van
Binnenl. Zaken aangaande het onderstandsdomicilie van de bedelaars
kolonist A. Batzis (of Watzis
Onderzoek zal worden ingesteld. 9-2-1841 5.