Overname door Burgerl. Armbestuur te Gro
ningen van Stads Armvoogdij alhier. 23-5-1829 10.
Overname door Armvoogdij Terzooi van Stads
Armvoogdij van het onderhoud van: Trijntje Geertswed
Pieters t met restitutie. 16-2-1833 1 1
Erkenning door Menaldumadeel van het onder
standsdomicilie van: Antje Joukes Douma te Menaldum.
Rekening der verplegingskosten wordt toegezonden,
26-3-1833 7.
Mededeling door B. en W. van Groningen dat zij
het onderstandsdomicilie aldaar van: Jan Hendrik Schaak,
of van diens dochter: Albertje Schaak, aan wie door
Stads Armvoogdij alhier enige onderstand wordt verleend,
niet kunnen erkennen.
Gesteld in handen van Stads Armvoogdij. 6-4-1833 7.
Jan Hendrik Schaak alhier in garnizoen geweest
van 1823-1829
Dochter Albertje Schaak onderstandsdomicilie te Groningen
20-4-1833 11.
Van 1823-1829 alhier in garnizoen geweest.
Albertje in onderhoud bij Stads Armvoogdij. 5-10-1833 10.
Mededeling door Wonseradeel in antwoord op
Missive 1-2-1834. No.79/80, dat het onderstandsdomicilie
van: Haye Kooyenga te Arum is gevestigd, maar dat de
Armvoogdij aldaar liever ziet, dat hij in Leeuwarden
blijft, waar meer werkgelegenheid is, onder toezegging
van restitutie van ev. te verlenen bijstand.
Gesteld in handen van Stads Armvoogdij. 22-2-1834 10.
(Missive 1-2-1834. N0.70/8O:
Enige onderstand is verleend aan Haaye Kooyenga, geb.
15-2—1800 te Arum. Deze heeft hier 2 jaar gewoond, en
nergens elders langer dan 4 jaar.
Restitutie wordt verzocht.)
Erkenning door Sneek van het onderstandsdomi
cilie van: Jacob Pieters Drooge, onder mededeling, dat
last is gegeven aan de Armvoogdij aldaar deze van Stads
Armvoogdij alhier over te nemen.
Wordt bericht aan Stads Armvoogdij. 25-2-1834 3.
Het onderstandsdomicilie is te Sneek.
Restitutie. 12-4-1834 11.
Erkenning door B. en W. Hindelopen van het on
derstandsdomicilie van: Neeltje Wielema met toezegging
van restitutie, (zie Missive 17-2-1834No.134/131).
25-2-1834 4.
Antwoord van Opsterland op Missive 6-2-1834.
No.79/95, aangaande het onderstandsdomicilie van:
Hendrik Eis es Pronk, dat niet te Ureterp, maar te
Drachten zou zijn.
Wordt bericht aan Smallingerland. 8-3-1834 11.
Volgens Stads Armvoogdij is Opsterland tot
overname en restitutie verplicht, behoudens verhaal.
8-4-1834 6.
Onderstandsdomicilie te Ureterp.
Onderstand door Stads Armvoogdij. 8-2-1842 4.
(Missive 6-2-1834. No.79/95:
Enige onderstand is verleend aan: Hendrik Eises Pronk,
geb. te Ureterp, die steeds is gebleven in die gemeente,
zonder te zijn verjaard.
Restitutie verzocht.)
Missive van Leeuwarderadeel in antwoord op
Missive 4-3-1840No.71, houdende mededeling, dat men
zich vooralsnog onverplicht acht het onderstandsdomicilie
van: Sjoukje (Sjoerdje) Binnes de Jager te Stiens te er
kennen. Zij verklaren hun standpunt te kunnen verdedigen
bij een beroep op Ged. Staten.
Besloten de zaak voor te leggen aan Ged. Staten.
17-3-1840 6.