603.
Missive van RK. Armvoogdij alhier aangaande het onderstands-
domicilie van: Sophia Pol, te Rotterdam in het Stads Gasthuis verpleegd
wordende. 12-5-1847 18.d
Toezending door Gouverneur van afschrift van Missive van
Min. van Binnenl. Zaken aangaande het onderstandsdomicilie van:
Johannes Hasker. Afschrift gezonden aan R.K. Armvoogdij. 14-7-1847 9.
Missive van R.K. Armvoogdij aangaande de restitutie der
verpleegkosten van: Christiaan Knevel te St. Migchiels Gestel. 1-9-1847 14.a
Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het onderstandsdomi
cilie van: Jacobus Johannes Trijsburg te Rotterdam. 1-9-1847 14.b
Idem van: Johannes Huitema te Bolsward. 15-9-1847 13.d
Missive van R.K. Armvoogdij alhier aangaande de vereve
ning der verplegingskosten van: A.A. Koopmans en gezin te Smilde.
15-9-1847 13.e
Idem, aangaande de declarartie van verleende onderstand,
etc. door Armvoogdij Smilde aan: A.A. Koopman, alhier onderstandsdomi
cilie hebbende. 27-10-1847 12.c
Idem, aangaande de veerevening der door de Gemeente te
Smilde uitgeschoten alimentatiekosten voor: A.A. Koopman, tot hun adminis
tratie behorende, in verband met Missive van Gouverneur Drente.
Gesteld in handen van Secretaris voor onderzoek. 9-8-1848 12.
Toezending door Gouverneur van enige stukken aangaande de
restitutie van de onderstand, door het Armbestuut te Smilde verleend aan:
A.A. Koopmans, alhier woonachtig.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat R.K. Armvoogdij blijft bij haar ge
voelen, vroeger bericht aan Smilde, dat B. en W. erkennen, dat dit aanbod
billijk is en derhalve adviseren te antwoorden, dat de zaak op geen andere
wijze zal kunnen worden afgedaan. (Missive dezerzijds No.74/ 1029).
20-9-1848 2.
Missive van R.K. Armvoogdij alhier aangaande de verleende
onderstand aan: Barend Meyer door Armvoogdij, te Assen. 22-9-1847 15.d
In verband met de correspondentie met Stads Armvoogdij en
R.K. Armvoogdij aangaande het onderstandsdomicilie van: Sophia Pol,
te Rotterdam in onderstand opgenomen, wordt door B. en W. beslist, dat
R.K. Armvoogdij alhier tot restitutie is verplicht, daar betrokkene vol
gens mededeling van de R.K. Pastoor Pols te Rotterdam in 1840 of 1841
aldaar tot lidmaat der R.K. Kerk is aangenomen, waarvan evenwel geen
aantekening is gevonden, zodat geen schriftelijke verklaring kan worden
afgegeven. 29—9—184 7 14.
Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het wel verstand
der Missive van de Archi Diaken der N.H. Gemeente te Groningen van
8-9-1847. 6-10-1847 13.c
Missive van R.K. Armvoogdij alhier in antwoord op Missive
van B. en W. van Dokkum, aangaande het onderstandsdomicilie van:
Janneke Pieters van Hoek, aldaar woonachtig. 27-10-1847 12.e
Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het 'onderhoud van:
Jan Tobias Smit, woonachtig te Hoorn. 27-10-1847 12.d
Idem van: Jelle Oeges Houtema. 2-2-1848 10.c
Idem. 4-7-1849 ll.d
Idem van: Gerardus Hendriks Holtevis. 16-2-1848 13.g
Idem van: Hendrina de Melchert. 16-2-1848 13.h
Idem van: J.D. Kinds of Mouthaan. 16-2-1848 13.i
Aangezien het enige punt van bezwaar van R.K. Armvoogdij tegen restitutie
der verplegings- en begafeniskosten is of betrokkene wel lid der R.K. Kerk
is, welk bezwaar volfoende wordt weerlegd door de correspondentie en
door de verklaring van betreokkene op zijn ziek- en sterfbes, wordt R.K.
Armvoogdij uitgenodigd de declarate der verschotten ad fl.24,25 spoedig
aan Utrecht te voldoen. 29-3-1848 8.
Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het voortdurend
onderhoud van: H._Gerritsen. 14-6-1848 10.a
Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het onderstands
domicilie van: Geert Jans Trim. 14-6-1848 10.b
Idem, aangaande de verevening van de wederkerige vorderingen
tussen hen en het Armbestuur te Groningen. 9—6—1849 8.